ECLI:NL:RBMAA:2003:AF5317
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Laumen
- B. Bergmans
- J. de Kort
- Rechtspraak.nl
Vervroegde onteigening van een perceel in gemeente Elsloo ten behoeve van de Staat der Nederlanden
In deze zaak vorderde de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door procureur mr. Ch.M.E.M. Paulussen, de vervroegde onteigening van een gedeelte van een perceel kadastraal bekend gemeente Elsloo, sectie [D, nummer XXXX], groot 45 are en 40 centiare, ten behoeve van een proefproject ter verlaging van de hoogwaterstanden van de Maas. De verweerder, [C.], vertegenwoordigd door procureur mr. J.W.H. Kempen, betwistte de vordering en stelde dat de Staat niet-ontvankelijk verklaard diende te worden wegens het ontbreken van een exemplaar van de Staatscourant, maar dit verweer werd door de rechtbank verworpen. De rechtbank oordeelde dat de Staat tijdig aan zijn verplichtingen had voldaan en dat de verweerder bekend was met het onteigeningsbesluit.
De verweerder voerde verschillende bezwaren aan tegen de onteigening, waaronder de noodzaak tot onteigening, de weigering van de Staat om compensatiegrond aan te bieden, en de wijze van schadebepaling. De rechtbank oordeelde dat de Kroon in redelijkheid had kunnen besluiten dat de onteigening noodzakelijk was, gezien de lange duur van het project en de noodzaak voor de Staat om volledige controle over de grond te hebben. De rechtbank stelde vast dat de Staat niet verplicht was tot het aanbieden van compensatiegrond en dat de geboden schadeloosstelling van €20.430,- niet onacceptabel was. De rechtbank besloot uiteindelijk tot de vervroegde onteigening van het perceel en benoemde deskundigen om de schadeloosstelling te begroten.
De uitspraak werd gedaan op 19 februari 2003 door de rechtbank Maastricht, waarbij de rechtbank de vordering van de Staat toewijsde en de verweerder een voorschot op de schadeloosstelling toekende. De rechtbank wees ook een nieuwsblad aan voor de vereiste publicaties en hield verdere beslissingen aan.