Vonnis : 12 maart 2003
Zaaknummer : 75514 / HA ZA 02-544
De rechtbank te Maastricht, enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FAMOUS FASHION BV,
gevestigd en kantoorhoudende te Schaijk,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
procureur mr. F.G.F.M. Tripels;
[Partij L. ],
wonende te Nieuwstadt, gemeente Susteren,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
procureur mr. R.M.M.M. Schreuders.
1. Het verloop van de procedure
Eiseres in conventie, verweerster in reconventie, hierna te noemen "Famous Fashion", heeft gedaagde in conventie, eiser in reconventie, [Partij L. ], gedagvaard voor deze rechtbank en gesteld en gevorderd als in die dagvaarding vermeld. Bij die dagvaarding zijn producties overgelegd. [Partij L. ] heeft daarna onder het overleggen van producties geantwoord in conventie en een eis in reconventie ingesteld.
Op de voet van artikel 131 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is een compari-tie na antwoord gelast. Van het verhandelde ter comparitie is proces-verbaal opgemaakt, dat zich bij de stukken bevindt.
Vervolgens heeft Famous Fashion geantwoord in reconventie, zulks onder overlegging van producties.
Ten slotte hebben partijen vonnis gevraagd op het rechtbankdossier. De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.
In conventie en reconventie:
2.1.1 Famous Fashion heeft - samengevat en voor zover thans van belang - het navolgende gesteld.
Famous Fashion en [Partij L. ] hebben gedurende enige tijd zaken met elkaar gedaan waarbij Famous Fashion als leverancier van confectieartikelen [Partij L. ] opdrachten heeft gegeven voor de vervaardiging van confectie. Famous Fashion heeft terzake diverse facturen van [Partij L. ] ontvangen. Onder deze facturen bevond zich een meerwerkfactuur van [Partij L. ] van € [Euro 7.727,70] vanwege kosten veroorzaakt door onvolkomenheden aan de zijde van Famous Fashion.
Op 18 september 2001 heeft er overleg plaatsgehad tussen Famous Fashion en [Partij L. ]. Onderwerp van gesprek was de onder meer de meerwerkrekening van Famous Fashion.
Bij dit overleg heeft Famous Fashion een claim bij [Partij L. ] neergelegd vanwege geleden schade als gevolg van het niet nakomen van levertijden en het leveren van slechte kwaliteit.
Famous Fashion en [Partij L. ] zijn tijdens dit overleg overeengekomen de openstaande facturen over en weer te verrekenen. Na deze verrekening heeft Famous Fashion een restantbedrag van Euro€ 744,59 aan [Partij L. ] betaald.
Enige tijd na het sluiten van deze vaststellingsovereenkomst heeft Famous Fashion vernomen dat [Partij L. ] het confectiesnij-atelier Snytex heeft verzocht om geen knipjes en/of boorgaten in de stof aan te brengen. Hierdoor heeft [Partij L. ] de knipjes en boorgaten zelf moeten aanbrengen. Een deel van de door [Partij L. ] geclaimde kosten voor extra verrichte werkzaamheden, te weten een bedrag van €Euro 5.738,47, is derhalve door hem zelf veroorzaakt en deze kosten dienen niet door Famous Fashion te worden gedragen. Famous Fashion heeft op 18 september 2001 gedwaald bij het sluiten van de vaststellingsovereenkomst voor zover die betrekking heeft op de meerwerkfactuur en deze overeenkomst dient vernietigd te worden. Famous Fashion heeft als gevolg van deze dwaling onverschuldigd de hele meerwerkfactuur voldaan.
2.1.2. Verder stelt Famous Fashion dat [Partij L. ] de regeling als vermeld in het tussen partijen op 15 oktober 2001 - de rechtbank leest hier: 12 oktober 2001 - gewezen kortgeding vonnis niet nakomt doordat hij heeft verzuimd het daarin vermelde afschrift aan haar te verstrekken.
2.2.1 [Partij L. ] heeft - samengevat en voor zover thans van belang - het navolgende gesteld.
Door [Partij L. ] aan Famous Fashion verstuurde facturen voor verrichte werkzaamheden voor een bedrag van Euro 25.954,59 zijn door Famous Fashion onbetaald gebleven.
Onder deze facturen bevond zich een factuur voor door [Partij L. ] verricht meerwerk. Dit meerwerk werd veroorzaakt doordat Famous Fashion was overgestapt op het gebruik van een mindere kwaliteit stof en zij de snijwerkzaamheden had uitbesteed aan een minder ervaren snijder Snytex. Zo heeft Snytex , zonder opdracht daartoe van L' Espoir, bij grote aantallen stof ten onrechte knipjes en boorgaten niet gemaakt.
Integenstelling tot wat Famous Fashion daaromtrent stelt hebben partijen in het geheel geen overeenstemming bereikt over de tegenvordering van Famous Fashion en daaropvolgend de verrekening van openstaande facturen over en weer.
Deze door Famous Fashion gestelde tegenvordering is ook onvoldoende aannemelijk gemaakt. Overigens dienen door Famous Fashion verstrekte kortingen aan opdrachtgevers voor haar eigen rekening te komen aangezien deze beslissing betrekking heeft op de rechtsverhouding tussen Famous Fashion en haar opdrachtgevers.
2.2.2 [Partij L. ] stelt verder dat het juist is dat hij formeel niet heeft voldaan aan het kortgeding vonnis van 12 oktober 2001. Op het moment dat hij voornemens was uitvoering te geven aan dit vonnis was door de bevoegde autoriteiten in Tsjechië beslag gelegd op alle zaken die zich in het betreffende atelier bevonden, waren de werknemers naar huis gestuurd en was het atelier verzegeld. Van [Partij L. ] hoefde onder deze omstandigheden niet verwacht te worden dat hij een brief zou sturen.
2.3 Famous Fashion heeft op grond van het vorenstaande in conventie gevorderd dat [Partij L. ] bij vonnis, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld om aan haar te betalen:
1. een bedrag van €Euro 5.738,47, gebaseerd op hetgeen onverschuldigd is betaald door Famous Fashion, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding;
2. een bedrag van Euro€ 453,78, gebaseerd op de in het vonnis verschuldigde boete, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, het een en ander met veroordeling van [Partij L. ] in de kosten van de procedure.
2.4 [Partij L. ] heeft op grond van het vorenstaande in reconventie gevorderd dat Famous Fashion bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld om aan hem te betalen een bedrag in hoofdsom groot €
Euro 25.954,59, althans een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente sedert 17 april 2002, alsmede te vermeerderen met de door [Partij L. ] gemaakte buitengerechtelijke kosten, te berekenen volgens de maatstaven van het rapport Voorwerk II, Aanbeveling II, het een en ander met veroordeling van Famous Fashion in de kosten van de procedure, inclusief salaris procureur.
3.1 Als grondslag voor het door haar - zoals omschreven in 2.3 onder 1- gevorderde stelt Famous Fashion dat zij op 18 september 2001 bij het sluiten van de vaststellingsovereen-komst met [Partij L. ] heeft gedwaald. Famous Fashion is van mening dat het gedeelte van deze vaststellingsovereenkomst dat betrekking heeft op de meerwerkfactuur dient te worden vernietigd en dat zij derhalve onverschuldigd heeft betaald. [Partij L. ] is van mening dat hij voornoemde vaststellingsovereenkomst niet met Famous Fashion heeft gesloten.
3.2 Of Famous Fashion op 18 september 2001 heeft gedwaald bij het sluiten van de - door haar gestelde - vaststellingsovereenkomst is naar het oordeel van de rechtbank hier niet van belang aangezien Famous Fashion de (gedeeltelijke) vernietiging inroept van een overeenkomst waarvan het bestaan door [Partij L. ] wordt betwist.
Vastgesteld dient te worden of [Partij L. ] confectiesnij-atelier Snytex heeft verzocht geen knipjes en/of boorgaten in de stof aan te brengen.
Indien [Partij L. ] voornoemd verzoek heeft gedaan kan hij de kosten die hij vervolgens heeft dienen te maken voor het zelf aanbrengen van knipjes en/of boorgaten niet doorberekenen aan Famous Fashion. Niet gebleken is immers dat Famous Fashion en [Partij L. ] een dergelijke doorberekening zijn overgekomen of dat Famous Fashion anderszins tot vergoeding van deze kosten gehouden is.
Aangezien Famous Fashion stelt dat [Partij L. ] voornoemd verzoek aan confectie-atelier Snytex heeft gedaan en zij zich op de rechtsgevolgen daarvan beroept, rust de bewijslast daarvan op haar.
3.3 De rechtbank is gezien het vorenstaande alsmede gezien het expliciete bewijsaanbod van Famous Fashion van oordeel dat zij Famous Fashion zal toelaten om door alle middelen rechtens, meer in het bijzonder door middel van getuigen, te bewijzen dat [Partij L. ] aan confectiesnij-atelier Snytex heeft verzocht om geen knipjes en/of boorgaten in de stof aan te brengen.
In afwachting van deze enquête houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.
3.4 [Partij L. ] vordert van Famous Fashion betaling van een aantal facturen. Deze facturen worden - behoudens de meerwerkfactuur - niet betwist door Famous Fashion. In tegenstelling tot [Partij L. ] is Famous Fashion echter van mening dat zij deze facturen heeft betaald middels verrekening conform de door partijen op 18 september 2001 gesloten vaststellingsovereenkomst.
Aangezien Famous Fashion zich op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde vaststellingsovereenkomst beroept en [Partij L. ] het bestaan van deze overeenkomst betwist rust de bewijslast terzake op Famous Fashion.
3.5 De rechtbank is gezien het vorenstaande alsmede gezien het expliciete bewijsaanbod van Famous Fashion van oordeel dat zij Famous Fashion zal toelaten om door alle middelen rechtens, meer in het bijzonder door middel van getuigen, te bewijzen dat Famous Fashion en [Partij L. ] op 18 september 2001 een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten waarbij partijen zijn overeengekomen dat betaling van de openstaande facturen over en weer middels verrekening zou plaatshebben.
In afwachting van deze enquête houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.
In conventie en reconventie:
laat Famous Fashion toe om door alle middelen rechtens, meer in het bijzonder door middel van getuigen te bewijzen dat:
1. [Partij L. ] aan confectiesnij-atelier Snytex heeft verzocht om geen knipjes en/of boorgaten in de stof aan te brengen;
2. Famous Fashion en [Partij L. ] op 18 september 2001 een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten waarbij partijen zijn overeengekomen dat betaling van de openstaande facturen over en weer middels verrekening zou plaatshebben;
bepaalt dat het getuigenverhoor zal worden gehouden in het gerechtsgebouw te Maastricht aan het St. Annadal 1 op een datum en tijdstip als door de rechtbank zal worden bepaald, nadat Famous Fashion bij akte heeft opgegeven of getuigen zullen worden voorgebracht, in dat geval onder opgave van het aantal en - zo mogelijk - de personalia van de getuigen;
verwijst de zaak naar de rol van 9 april 2003 met peremptoirstelling voor akte houdende opgave getuigen aan de zijde van Famous Fashion, alsmede voor akte aan de zijde van beide partijen houdende verhinderdata in de eerste vier maanden vanaf de datum van opgave;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.M. Goessen, rechter-plaatsvervanger, en ter openbare terechtzitting uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.