ECLI:NL:RBMAA:2003:AF7736
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van facturen in het kader van vervoersactiviteiten
In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [K.] INTERNATIONAAL CONFECTIEVERVOER BV (hierna: Eiseres) Wiener International Schorten Industrie BV (hierna: Gedaagde) gedagvaard voor de Rechtbank Maastricht. Eiseres vordert betaling van een bedrag van € 14.974,94, vermeerderd met rente en kosten, op grond van niet-betaalde facturen voor vervoerswerkzaamheden die zij in opdracht van Gedaagde heeft uitgevoerd. Gedaagde heeft de vordering betwist en aangevoerd dat de dagvaarding nietig is vanwege een vermeende substantiëringsplicht die Eiseres niet zou hebben nageleefd. De rechtbank heeft deze stelling verworpen, onder verwijzing naar artikel 111 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), en geoordeeld dat de dagvaarding niet nietig is, zelfs als Eiseres niet volledig aan haar substantiëringsplicht zou hebben voldaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Eiseres in opdracht van Gedaagde vervoersactiviteiten heeft verricht, maar Gedaagde betwist de juistheid van de facturen. De rechtbank oordeelt dat Gedaagde de facturen heeft erkend door te stellen dat zij deze heeft voldaan middels verrekening. De rechtbank wijst de vordering van Eiseres toe, met uitzondering van een specifieke factuur waarvan Eiseres onvoldoende onderbouwing heeft gegeven. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en vertragingsrente niet toewijsbaar zijn, omdat Eiseres niet voldoende heeft aangetoond dat de Algemene Vervoercondities 1983 van toepassing zijn.
Uiteindelijk heeft de rechtbank Gedaagde veroordeeld tot betaling van € 11.468,45, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft Gedaagde in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitgesproken door mr. M.J.M. Goessen, rechter-plaatsvervanger, ter openbare terechtzitting.