ECLI:NL:RBMAA:2003:AF8836

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
14 mei 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
79323 - HA ZA 02-1059
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens niet geretourneerde pallets en niet-naleving temperatuurvoorschriften bij vervoer

In deze zaak vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AMEX LOGISTICS B.V. (hierna: Amex) schadevergoeding van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid THERMOTRANS B.V. (hierna: Thermotrans) wegens twee incidenten. De eerste vordering betreft het niet retourneren van 951 europallets die door Thermotrans zijn gebruikt bij het vervoer voor Amex. Amex heeft B+S GmbH schadeloos gesteld voor de waarde van deze pallets, ter hoogte van € 5.249,52, en wenst dit bedrag op Thermotrans te verhalen. De rechtbank overweegt dat Thermotrans ongerechtvaardigd is verrijkt door het niet retourneren van de pallets en dat zij de schade die Amex heeft geleden, dient te vergoeden, mits Amex kan bewijzen dat het genoemde aantal pallets niet is geretourneerd.

De tweede vordering betreft een transport van 33 pallets diepvriesbroodjes, die volgens Amex bij -20 graden Celsius dienden te worden vervoerd. Bij het uitladen bleek de temperatuur echter -3 graden Celsius te zijn, waardoor de geadresseerde de lading heeft geweigerd. Amex heeft hierdoor een schade van € 4.687,-- geleden. De rechtbank stelt vast dat het CMR-verdrag van toepassing is op deze zaak, en dat Thermotrans moet bewijzen dat zij aan de temperatuurvereisten heeft voldaan. De rechtbank laat beide partijen toe om bewijs te leveren, waarbij Amex moet aantonen dat zij Thermotrans heeft geïnstrueerd over de temperatuurvereisten en Thermotrans moet bewijzen dat zij aan haar verplichtingen heeft voldaan.

De rechtbank houdt verdere beslissingen aan in afwachting van de bewijslevering en verwijst de zaak naar de rol van 11 juni 2003 voor het opgeven van getuigen.

Uitspraak

Vonnis : 14 mei 2003
Zaaknummer : 79323 / HA ZA 02-1059
De rechtbank te Maastricht, enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AMEX LOGISTICS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Amersfoort,
eiseres,
procureur mr. W.C.M. Coenen;
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid THERMOTRANS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Hoensbroek,
gedaagde,
procureur mr. F.G.H.J. Niemarkt.
1. Het verloop van de procedure
Eiseres, hierna te noemen "Amex", heeft gedaagde, hierna te noemen "Thermotrans", gedagvaard voor deze rechtbank en gesteld en geconcludeerd als in die dagvaarding vermeld. Bij die dagvaarding zijn producties overgelegd. Thermostrans heeft daarna onder het overleggen van een productie geantwoord.
Op de voet van artikel 131 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is een comparitie na antwoord gelast. Bij brief van 13 maart 2003 zijn door Amex stukken overgelegd ten behoeve van de comparitie. Van het verhandelde ter comparitie is proces-verbaal opgemaakt, dat zich bij de stukken bevindt.
Ten slotte hebben partijen vonnis gevraagd op het rechtbankdossier. De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.
2. Het geschil
2.1 Amex stelt twee vorderingen op Thermotrans te hebben tot vergoeding van door Amex geleden schade.
De eerste vordering heeft betrekking op door Thermotrans bij haar vervoer voor Amex gebruikte europallets. Thermotrans heeft volgens Amex 951 aan B+S GmbH toebehorende pallets niet geretourneerd en houdt deze pallets daardoor wederrechtelijk onder zich. Amex heeft B+S GmbH voor de tegenwaarde van deze pallets, zijnde € 5.249,52, schadeloos gesteld en wenst dit bedrag op Thermotrans te verhalen.
De tweede vordering van Amex heeft betrekking op een door Thermotrans in opdracht van Amex verricht vervoer van 33 pallets diepvriesbroodjes. Volgens Amex dienden deze broodjes bij een temperatuur van - 20 graden Celsius te worden vervoerd maar bleken de broodjes bij het uitladen een temperatuur van - 3 graden Celsius te hebben. De geadresseerde van de broodjes heeft deze vervolgens geweigerd waardoor Amex schade heeft geleden voor een bedrag van € 4.687,--.
2.2 Amex heeft op grond van het vorenstaande gevorderd dat Thermostrans bij vonnis, voor het geheel uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan haar te betalen de ter zake voorgeschreven verschuldigde som van € 11.746,41 te vermeerderen met de wettelijke rente van 7 % per jaar over € 9.936,52 vanaf 31 oktober 2002 tot de dag der algehele voldoening, het een en ander met veroordeling van Thermotrans in de kosten van de procedure, een bedrag aan salaris voor de procureur van Amex daaronder begrepen.
2.3 De vordering wordt door Thermotrans weersproken, waartoe wordt verwezen naar de conclusie van antwoord.
3. De beoordeling
3.1 Met betrekking tot de vordering van Amex betrekking hebbend op de niet door Thermotrans geruilde pallets overweegt de rechtbank het navolgende.
Amex is expediteur en sluit daartoe met haar opdrachtgevers overeenkomsten tot het vervoer van goederen. Ter uitvoering van deze overeenkomsten maakt Amex - onder meer- gebruik van Thermotrans als vervoerder. Thermotrans maakt bij het vervoer gebruik van europallets. Bij het laden van de zich op pallets bevindende goederen dient Thermotrans een gelijk aantal lege pallets ter plaatse achter te laten.
Indien Amex haar opdrachtgever op grond van een tussen deze partijen bestaande juridische verhouding schadeloos stelt voor door Thermotrans gebruikte en niet geretourneerde pallets bij het vervoer dat zij in opdracht van Amex heeft verricht, is Thermotrans daardoor ongerechtvaardigd verrijkt ten koste van Amex. Thermotrans dient de tengevolge hiervan door Amex geleden schade te vergoeden.
Zulks is overigens ook door de advocaat van Thermotrans ter comparitie erkend.
Tussen partijen is niet in geschil, zoals ter comparitie is vastgesteld, dat Thermotrans bij het vervoer dat zij in opdracht van Amex heeft verricht een aantal pallets niet heeft geruild. Thermotrans betwist echter het door Amex gestelde aantal niet geruilde pallets.
Gelet op het door Amex gestelde en de betwisting daarvan door Thermotrans ligt het op de weg van Amex te bewijzen, dat Thermotrans bij het vervoer dat zijn in opdracht van Amex heeft verricht, 951 pallets niet heeft geretourneerd. Indien Amex slaagt in haar bewijslevering dient haar vordering ter zake te worden toegewezen. Indien uit de bewijslevering een lager aantal niet door Thermotrans geretourneerde pallets volgt, dient de vordering naar evenredigheid te worden verminderd.
3.2 Met betrekking tot de vordering van Amex betrekking hebbend op het vervoer van 33 pallets diepvriesbrood overweegt de rechtbank het navolgende.
Deze pallets zijn door Thermotrans geladen bij Menissez S.A., gelegen te Feignies in Frankrijk en dienden te worden afgeleverd bij Panesco Europe N.V., gelegen te Erpe-Mere in België. Zowel Frankrijk als België zijn partij bij het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (hierna: CMR).
Op grond van het bepaalde in artikel 1 onder 1 CMR is het CMR van toepassing in het onderhavige geschil.
Tussen partijen is niet in geschil dat het door Thermotrans op 11 en 12 juli 2001 in opdracht van Amex verrichte vervoer van 33 pallets diepvriesbrood niet is gebeurd bij een temperatuur van - 20 graden Celsius maar dat bij het uitladen van deze pallets de temperatuur - 3 graden Celsius bedroeg. Panesco Europe N.V. heeft de lading vervolgens geweigerd. Thermotrans betwist echter dat bij haar bekend was dat de onderhavige lading bij - 20 graden Celsius vervoerd diende te worden.
Volgens artikel 9 lid 1 CMR levert de vrachtbrief, behoudens tegenbewijs, volledig bewijs van de voorwaarden van de overeenkomst en van de ontvangst van de goederen door de vervoerder.
Gesteld noch gebleken is dat de vrachtbrief de voorwaarde bevatte dat de lading bij een temperatuur van - 20 graden Celsius diende te worden vervoerd.
Mede gelet op de betwisting daarvan door Thermotrans ligt het derhalve op de weg van Amex om te bewijzen dat zij Thermotrans voor aanvang van het vervoer van de onderhavige 33 pallets diepvriesbrood opdracht heeft gegeven deze lading te vervoeren bij een temperatuur van - 20 graden Celsius.
3.3 Indien Amex slaagt in de bewijslevering zoals in 3.2 overwogen, is Thermotrans in beginsel aansprakelijk voor beschadiging van de goederen welke is ontstaan tussen het ogenblik van de inontvangstneming van de goederen en het ogenblik van de aflevering. Aangezien Thermotrans ter afwering van haar aansprakelijkheid een beroep doet op artikel 17 lid 4 onder d juncto artikel 18 lid 4 CMR rust de bewijslast ter zake op haar. Thermotrans zal dan ook dienen te bewijzen dat zij alle maatregelen, waartoe zij, rekening houdende met de omstandigheden, verplicht was, heeft genomen met betrekking tot de keuze, het onderhoud en het gebruik van het door haar bij het vervoer van de pallets met diepvriesbrood gebruikte voertuig en dat zij zich heeft gericht naar de bijzondere instructies die haar mochten zijn gegeven.
Vanwege overwegingen van proceseconomie zal de rechtbank Thermotrans reeds nu tot bewijslevering toelaten.
3.4 Op grond van het vorenstaande zal de rechtbank Amex toelaten om door alle middelen rechtens, allereerst door middel van getuigen, te bewijzen zoals hiervoor onder 3.1 en 3.2 is overwogen. Voorts zal de rechtbank Thermotrans toelaten om door alle middelen rechtens, allereerst door middel van getuigen, te bewijzen zoals hiervoor onder 3.3 is overwogen.
In afwachting van de bewijslevering houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.
4. De uitspraak
De rechtbank:
laat Amex toe om door alle middelen rechtens, allereerst door middel van getuigen, te bewijzen zoals onder 3.1 en 3.2 is overwogen;
laat Thermotrans toe om door alle middelen rechtens, allereerst door middel van getuigen, te bewijzen zoals onder 3.3 is overwogen;
bepaalt dat de getuigenverhoren zullen worden gehouden in het gerechtsgebouw te Maastricht aan het St. Annadal 1 op een datum en tijdstip als door de rechtbank zal worden bepaald, nadat Amex en Thermotrans bij akte hebben opgegeven of getuigen zullen worden voorgebracht, in dat geval onder opgave van het aantal en - zo mogelijk - de personalia van de getuigen;
verwijst de zaak naar de rol van 11 juni 2003 met peremptoirstelling voor akte houdende opgave getuigen aan de zijde van beide partijen, alsmede voor akte houdende verhinderdata in de eerste vier maanden vanaf de datum van opgave aan de zijde van beide partijen;
houdt iedere verdere beslissing aan;
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.M. Goessen rechter-plaatsvervanger, en ter openbare terechtzitting uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.