ECLI:NL:RBMAA:2003:AI5680

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
3 september 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
77845 / HA ZA 02-842
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over betaling van faxkosten in het kader van een duurovereenkomst voor achterwachtservice

In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 3 september 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen de maatschap Dokterspost, eiseres, en de stichting Huisartsenpost Maastricht en Heuvelland, gedaagde. Eiseres heeft gedaagde gedagvaard wegens onbetaalde facturen voor verzonden faxberichten in het kader van een achterwachtservice. De partijen hebben een overeenkomst gesloten op 1 oktober 2001, waarin eiseres zich verbond om deze service te leveren voor een periode van zes maanden. Gedaagde heeft de kosten voor de achterwachtservice voldaan, maar heeft een aantal facturen voor faxberichten ter waarde van € 7.670,62 onbetaald gelaten. Eiseres vordert daarnaast buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.

Het geschil spitst zich toe op de vraag of gedaagde verplicht is te betalen voor de verzonden faxberichten. Gedaagde stelt dat deze kosten niet in de overeenkomst zijn vastgelegd en dat zij ervan uitging dat de faxbevestigingen bij de service waren inbegrepen. Eiseres betwist dit en stelt dat gedaagde tijdig had moeten protesteren tegen de facturen. De rechtbank oordeelt dat het in het midden kan blijven of de kosten voor de faxberichten zijn afgesproken, maar dat gedaagde in ieder geval had moeten reageren op de facturen om onnodige kosten te voorkomen.

De rechtbank laat gedaagde toe om bewijs te leveren dat zij tijdig heeft geprotesteerd tegen de facturen. De zaak wordt aangehouden voor het getuigenverhoor, waarbij gedaagde moet opgeven of zij getuigen zal voorbrengen. De uitspraak is gedaan door mr. L.J. de Kerpel-van de Poel en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Vonnis : 3 september 2003
Zaaknummer : 77845 / HA ZA 02-842
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van:
de maatschap DOKTERSPOST,
gevestigd te Eindhoven,
eiseres,
procureur mr. A.J.L.J. Pfeil;
tegen:
de stichting STICHTING HUISARTSENPOST MAASTRICHT EN HEUVELLAND,
gevestigd te Maastricht,
gedaagde,
procureur mr. E.J.J.M. Kneepkens.
1. Het verloop van de procedure
Eiseres heeft gedaagde gedagvaard voor deze rechtbank en gesteld en geconcludeerd als in die dagvaarding vermeld. Bij die dagvaarding zijn producties overgelegd. Gedaagde heeft daarna onder het overleggen van producties geantwoord.
Op de voet van artikel 131 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is een comparitie na antwoord gelast. Van het verhandelde ter comparitie is proces-verbaal opgemaakt, dat zich bij de stukken bevindt.
Eiseres heeft voorts nog een akte overlegging producties genomen, waarna gedaagde een antwoordakte heeft genomen.
Ten slotte is ambtshalve vonnis bepaald op het rechtbankdossier. De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.
2. Het geschil
Eiseres drijft een onderneming die is gespecialiseerd in de exploitatie van een achterwachtservice ten behoeve van huisartsen.
Bij offerte van 17 september 2001 heeft eiseres achterwachtservice aangeboden aan het Academisch Ziekenhuis Maastricht als onderhandelingspartij namens de toen nog in oprichting zijnde eiseres. In die offerte is onder punt 14 onder meer opgenomen:
"14. financiële en contractuele aspecten
Guldens Euro
14.1 éénmalige kosten / inschrijfgeld. 2.860,- 1.297,81
14.2. voorstel A; contract voor 6 maanden.
kosten per maand, per huisarts 562,50 225,25
14.3 extra kosten.
o.a.: e-mail - faxen - oproepkosten etc. per minuut 2,20 1,00"
Op 1 oktober 2001 heeft eiseres met gedaagde een overeenkomst van opdracht gesloten inhoudende dat eiseres achterwachtservice zou leveren ten behoeve van gedaagde voor een periode van zes maanden ingaande 1 oktober 2001. In die overeenkomst is in de artikelen 1 en 4 bepaald:
"Artikel 1: Opdracht
Dokterspost verbindt zich jegens SHMH (gedaagde) om buiten dienstbetrekking werkzaamheden te verrichten in het kader van een achterwachtservice, welke werkzaamheden gedurende de periode dat de communicatielijnen van SHMH adequaat staan doorgeschakeld naar Dokterspost bestaan uit:
1. het zorgdragen voor telefonische bereikbaarheid van SHMH;
2. het aannemen van de inkomende telefoonlijnen op de door SHMH nader aan te geven wijze;
3. a. Maandag t/m vrijdag gedurende de uren tussen 18.00 en 23.00 uur en op zaterdag, zon- of feestdagen tussen 08.00 uur en 23.00 uur, al naar gelang de ernst van de door de patiënt aan Dokterspost kenbaar gemaakte klachten, ófwel SHMH via semafoon (dan wel op een andere door SHMH schriftelijk aan Dokterspost aangegeven wijze) contacteren, dan wel de patiënt doorverwijzen naar het spreekuur van SHMH;
Artikel 4: Vergoeding
Artikel 4a: basisvergoeding
SHMH is naast de jaarlijkse vergoeding een éénmalige betaling verschuldigd aan Dokterspost van f. 2.860,00 / € 1.297,81. Betaling van deze éénmalige bijdrage geeft
(…...) uitsluitend recht op:
1. incidenteel gebruik van de achterwachtservice;
2. de nieuwsbrief van Dokterspost;
Artikel 4b: maandelijkse vergoeding
De betaling van f. 562,50 / € 255,25 per huisarts (FTE) incl. 3.000 dag- en avondmeldingen per maand. Daarboven worden meldingen ad f. 13,50 / € 6,13 in rekening gebracht.
(…...)"
Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden en het reglement achterwachtservice van eiseres van toepassing.
Eiseres stelt dat gedaagde tevens conform afspraak gebruik heeft gemaakt van de optie om iedere oproep die via eiseres binnenkomt per fax te communiceren aan de betreffende huisarts, waarvan de kosten blijkens punt 14.3 van de offerte € 1,- per minuut bedragen.
Gedaagde heeft de kosten ter zake de achterwachtservice voldaan. Gedaagde laat echter een vijftal facturen ad in totaal € 7.670,62 ter zake uitgaande faxberichten onbetaald.
Eiseres heeft haar vordering ter incasso uit handen gegeven aan een deurwaarder. Eiseres stelt deswege recht te hebben op € 1.109,09 aan buitengerechtelijke incassokosten en vordert tevens wettelijke rente tot en met 17 april 2002 ad € 71,48.
Eiseres heeft op grond van het vorenstaande gevorderd gedaagde te veroordelen, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, om aan haar tegen deugdelijk bewijs van betaling te voldoen het bedrag groot € 8.851,19 te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag groot € 7.670,62 met ingang van 18 april 2002 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van gedaagde in de kosten van deze procedure, met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf 14 dagen na de dag van de uitspraak van het te dezen te wijzen vonnis.
De vordering wordt door gedaagde weersproken, waartoe wordt verwezen naar de conclusie van antwoord, het proces-verbaal van de comparitie en de antwoordakte.
3. De beoordeling
3.1
Het geschil spitst zich toe op de vraag of gedaagde dient te betalen voor de door eiseres verzonden faxberichten met weergave van de binnengekomen telefonische oproepen.
3.2
Gedaagde is van mening dat zij voor die faxberichten geen vergoeding verschuldigd is omdat zulks niet in de overeenkomst van opdracht is vastgelegd en zij er bij het aangaan van de overeenkomst van uitging dat iedere oproep van een patiënt summier per fax aan de betreffende huisarts zou worden bevestigd. Een achterwachtservice zonder vastlegging van de noodzakelijke adresgegevens en de aard van het verzoek heeft immers geen betekenis. Volgens gedaagde ging zij er totdat de eerste factuur d.d. 7 december 2001 terzake faxverkeer werd ontvangen dan ook vanuit dat die bevestigingen per fax waren inbegrepen in het overeengekomen tarief. Gedaagde verwijst terzake nog naar punt 6 uit de offerte waarin met betrekking tot de administratieve verwerking ingekomen meldingen onder meer is opgenomen dat alle ingekomen meldingen per fax of e-mail naar de dienstdoende huisarts verzonden worden.
3.3
Partijen twisten vervolgens over de vraag of gedaagde geprotesteerd heeft tegen die factuur en de volgende factuur d.d. 21 januari 2002.
Gedaagde stelt dat zij - in de persoon van haar penningmeester P.J.M. [B. ] - na ontvangst van de factuur van 7 december 2001 terstond contact heeft opgenomen met eiseres en daarbij meegedeeld heeft dat zij niet bereid was die factuur te betalen omdat zij ervan uitging dat die faxbevestigingen bij een behoorlijke achterwachtservice geacht moesten worden te zijn inbegrepen. Eiseres zou daarop geantwoord hebben niet moeilijk te zullen doen over die faxkosten.
Hetzelfde protest met hetzelfde resultaat zou hebben plaatsgevonden na de volgende factuur. Het toch blijven verzenden van faxberichten mocht gedaagde, volgens haar stellingen, opvatten als een keuze van eiseres die te maken had met de regelmatig door gedaagde geuite klachten over de kwaliteit van de dienstverlening.
Eiseres stelt daarentegen dat er eerst op 26 februari 2002, in een telefonisch contact tussen [B. ] en [K.] (namens eiseres) geklaagd is over de faxkosten, terwijl gedaagde op grond van de algemene voorwaarden binnen 14 dagen na ontvangst van de eerste factuur had moeten reclameren.
3.4
De rechtbank oordeelt dat in het midden kan blijven of partijen hadden afgesproken dat eiseres door haar te versturen faxberichten in rekening zou brengen. Zij overweegt daartoe dat het eiseres bij de ontvangst van de factuur van 7 december 2001 waarop expliciet staat vermeld dat het de uitgaande faxberichten van oktober 01 en november 01 betreft, onder specificatie van de aantallen faxberichten en de in de prijsopstelling in de offerte genoemde prijs ad f. 2,20, duidelijk moest zijn dat eiseres aanspraak maakte op vergoeding van de faxkosten conform punt 14.3 van de offerte. Uit de stellingen van gedaagde kan worden opgemaakt dat zij dat op dat moment ook daadwerkelijk begrepen heeft. De verhouding van partijen als contractspartijen in een duurovereenkomst als de onderhavige brengt met zich mee dat gedaagde in zo'n geval ter voorkoming van onnodige kosten aan de zijde van eiseres op korte termijn met eiseres in contact dient te treden om helderheid over de afspraken te verkrijgen.
De vraag of gedaagde gehouden is de gevorderde kosten van de faxberichten te voldoen is dan ook afhankelijk van de vraag of gedaagde overeenkomstig haar stellingen aan die verplichting gevolg heeft gegeven, en of eiseres daarop heeft laten weten niet moeilijk te zullen doen over die kosten.
3.5
Nu dat door eiseres is betwist zal de rechtbank gedaagde, conform haar aanbod daartoe, toelaten bewijs te leveren als in het dictum van dit vonnis vermeld.
In afwachting daarvan houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.
4. De beslissing
De rechtbank:
laat gedaagde toe om door alle middelen rechtens, allereerst door middel van getuigen, te bewijzen dat [B. ] terstond na ontvangst van factuur 13064 d.d. 7 december 2001 contact heeft opgenomen met eiseres en daarbij heeft medegedeeld dat gedaagde niet bereid was die factuur te betalen, waarop eiseres heeft laten weten niet moeilijk te zullen doen over de faxkosten;
bepaalt dat het getuigenverhoor zal worden gehouden in het gerechtsgebouw te Maastricht aan het St. Annadal 1 op een datum en tijdstip als door de rechtbank zal worden bepaald, nadat bij akte heeft opgegeven of getuigen zullen worden voorgebracht, in dat geval onder opgave van het aantal en - zo mogelijk - de personalia van de getuigen;
verwijst de zaak naar de rol van 1 oktober 2003 met peremptoirstelling voor akte houdende opgave getuigen aan de zijde van gedaagde, alsmede voor akte houdende verhinderdata in de eerste vier maanden vanaf de datum van opgave aan de zijde van beide partijen;
houdt iedere verdere beslissing aan;
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. de Kerpel-van de Poel, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.