ECLI:NL:RBMAA:2003:AI5681

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
3 september 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
76961 - HA ZA 02-724
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. Laumen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Financieringsvoorbehoud in koopovereenkomst onroerend goed

In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 3 september 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen Geurts-Heijnen Pensioen B.V. (eiseres) en Huvex Exploitatie B.V. (gedaagde) over een koopovereenkomst met betrekking tot een bedrijfspand. Eiseres vorderde betaling van een schadevergoeding van € 427.586,93, als gevolg van het niet doorgaan van de verkoop van het pand. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een financieringsvoorbehoud was gemaakt door Huvex B.V., wat inhield dat de koopovereenkomst pas definitief zou zijn als Rabobank Nederland goedkeuring zou geven voor de financiering. De rechtbank oordeelde dat Huvex B.V. niet onrechtmatig had gehandeld door de onderhandelingen af te breken, omdat de goedkeuring van de bank niet was verkregen. De rechtbank merkte op dat de partijen een perfecte overeenkomst hadden gesloten, maar dat deze onder een ontbindende voorwaarde viel, namelijk de goedkeuring van de financiering door Rabobank Nederland. Aangezien deze goedkeuring niet was verleend, was de overeenkomst niet tot stand gekomen. De vordering van Geurts B.V. werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van Huvex B.V.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Vonnis : 3 september 2003
Zaaknummer : 76961 / HA ZA 02-724
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GEURTS-HEIJNEN PENSIOEN B.V.,
gevestigd en kantoor houdende te Elsloo, gemeente Stein,
eiseres,
procureur mr. J.J.M. Hermans;
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HUVEX EXPLOITATIE B.V.,
statutair gevestigd en kantoor houdende te Valkenburg aan de Geul,
gedaagde,
procureur mr. R.J.A.F. Caris.
1. Het verloop van de procedure
Eiseres, hierna te noemen "Geurts B.V.", heeft gedaagde, hierna te noemen "Huvex B.V.", gedagvaard voor deze rechtbank en gesteld en geconcludeerd als in die dagvaarding vermeld. Op de eerstdienende dag heeft Geurts B.V. bij akte producties in het geding gebracht, waaronder de processen-verbaal van een gehouden voorlopig getuigenverhoor.
Huvex B.V. heeft daarna geantwoord onder het overleggen van producties, waaronder eveneens processen-verbaal van het hiervoor genoemde voorlopig getuigenverhoor.
Op de voet van artikel 131 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is een comparitie na antwoord gelast. Van het verhandelde ter comparitie is proces-verbaal opgemaakt, dat zich bij de stukken bevindt.
Tenslotte hebben partijen vonnis gevraagd op het rechtbankdossier. De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.
2. Het geschil
Geurts B.V. stelt het volgende:
2.1.1 Zij heeft Stienstra Bedrijfsmakelaardij B.V. (hierna: Stienstra) in de persoon van de heer [Z. ] opdracht verstrekt om te bemiddelen bij de verkoop van het bedrijfspand [adres]. Bedoelde opdracht is door Stienstra aanvaard.
Terzake het hiervoor genoemde pand zijn in september 2000 contacten geweest tussen [Z. ] en, namens Huvex B.V., de heer R. [V. ] (hierna: [V. ]). Eind september 2000 heeft een bespreking ten kantore van Stienstra plaatsgevonden, waarbij [Z. ] en, namens Huvex B.V., [V. ] en de heer [H. ] (hierna: [H. ]) aanwezig waren. Zijdens Huvex B.V. werd een fax van Rabobank Valkenburg getoond waaruit bleek dat de financiering akkoord was, behoudens goedkeuring van Rabobank Nederland. Aan het einde van de bespreking werd zijdens Huvex B.V. een bod uitgebracht van fl. 3.300.000,-, mits het pand aan het buitenterrein volledig zou worden afgewerkt en onder voorbehoud van akkoord van Rabobank Nederland. Geurts B.V. aanvaardde uiteindelijk dit bod, maar zonder afwerking van het buitenterrein. Begin oktober 2000 is deze acceptatie zijdens Geurts B.V -zonder afwerking van het buitenterrein- doorgeleid naar Huvex B.V., waarna laatstgenoemde dit voorstel heeft aanvaard. Tijdens een volgende bespreking is volledige consensus bereikt over de koopprijs, namelijk fl. 3.300.000,-, alsmede over de afwerking, welke afwerking voor rekening van Geurts B.V. zou zijn. De financiering was rond, behoudens goedkeuring door Rabobank Nederland. Zijdens Huvex B.V. werd nog aangegeven dat Rabobank Nederland binnen twee weken akkoord zou zijn. [V. ] sprak in dit kader van een "fluitje van een cent".
2.1.2 [Z. ] heeft vervolgens op verzoek van beide partijen een koopovereenkomst met financieringsvoorbehoud geredigeerd. Aangezien [Z. ] geen ondertekend exemplaar retour ontving, heeft laatstgenoemde contact opgenomen met de heer L.J.P. [T. ], manager bij de Rabobank Valkenburg. Deze deelde mede dat er enige vertraging was opgetreden bij de Rabobank Nederland. Op 6 november 2000 werd medegedeeld dat de financiering langer op zich liet wachten vanwege wijziging van het investeringsplan en het daaraan gekoppelde financieringsplan. Op 29 november 2000 werd medegedeeld dat de financieringsaanvraag door Rabobank Nederland was afgewezen.
2.1.3 Nimmer is een afwijzing van de betreffende financiering door Rabobank Nederland getoond. Ook is deze niet aan [Z. ] toegezonden. Wel is een mededeling overgelegd van Rabobank Valkenburg, waarin de financiering van de aankoop van het bedrijfspand te Elsloo werd afgewezen. Uit de bij het voorlopig getuigenverhoor afgelegde verklaringen van [V. ], [H. ] en [Z. ] blijkt echter dat Huvex B.V. geen financieringsaanvraag sec met betrekking tot het hiervoor genoemde pand heeft gedaan, doch om een totaal investeringsplan toestemming heeft verzocht, hetgeen in strijd is met de zorgvuldigheid die Huvex B.V. als koopster van een bedrijfspand ten opzichte van Geurts B.V. in acht diende te nemen, mede gelet op de eindfase van de onderhandelingen. Partijen waren immers akkoord over de prijs, de afwerking van het pand, alsook over het tijdstip van opleveren. De onderhandelingen waren in een dusdanig stadium beland dat aan de zijde van Geurts B.V. het gerechtvaardigd vertrouwen was gewekt dat een overeenkomst tot stand zou komen. Door Huvex B.V. is niet aangetoond dat Rabobank Nederland enkel de financiering van het hiervoor genoemde pand voor de koopsom van fl. 3.300.000,- heeft afgewezen.
2.1.4 Huvex B.V. heeft onrechtmatig en schadeveroorzakend gehandeld jegens Geurts B.V. door de onderhandelingen af te breken en door geen financieringsaanvraag uitsluitend met betrekking tot het bedrijfspand te Elsloo in te dienen bij Rabobank Nederland. Huvex B.V. is aansprakelijk voor de door Geurts B.V. geleden schade. Deze schade bestaat uit winstderving, nu de verkoop van het bedrijfspand geen doorgang heeft gevonden. De voorbereidingskosten van het pand bedroegen € 1.169.887,85. De verkoopprijs bedroeg fl 3.300.000,- (€ 1.497.474,70). De winstderving bedraagt derhalve € 427.586,93.
2.2 Geurts B.V. heeft op grond van het vorenstaande gevorderd dat Huvex B.V. bij vonnis, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan haar te betalen:
- een bedrag van € 427.586,93;
- de wettelijke rente over € 427.586,93 vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
het een en ander met veroordeling van Huvex B.V. in de kosten van de procedure.
2.3 De vordering wordt door Huvex B.V. weersproken, waartoe wordt verwezen naar de conclusie van antwoord en het proces-verbaal van de comparitie na antwoord.
3. De beoordeling
3.1 Primair voert Huvex B.V. het verweer dat Geurts B.V. niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering, nu zij de verkeerde partij heeft gedagvaard.
De rechtbank merkt allereerst op dat indien en voor zover deze stelling juist mocht zijn, dit niet zou leiden tot niet-ontvankelijkheid van Geurts B.V., doch tot afwijzing van haar vordering jegens Huvex B.V.
3.2.1 De rechtbank zal het primair gevoerde verweer passeren omdat zij van oordeel is dat zij, daargelaten wat er zij van dit verweer, de vordering van Geurts B.V. hoe dan ook dient af te wijzen, gelet op het volgende:
Beide partijen stellen dat Huvex B.V. een uitdrukkelijk overeengekomen voorbehoud van financiering heeft gemaakt. Zo heeft Geurts B.V. in de inleidende dagvaarding onder meer het volgende gesteld:
" (...…) werd zijdens gedaagde een bod uitgebracht van fl. 3.300.000,-, mits het pand aan het buitenterrein volledig zou worden afgewerkt en onder voorbehoud van akkoord van Rabobank Nederland; aangezien [Z. ] eind september 2000 dit bod aan eiseres doorgeleidde; eiseres aanvaardde uiteindelijk dit bod, maar zonder afwerking van het buitenterrein; begin oktober 2000 is deze acceptatie zijdens eiseres -zonder afwerking van het buitenterrein- doorgeleid naar gedaagde, waarna gedaagde dit voorstel geaccepteerd heeft (…...) de financiering was rond, behoudens goedkeuring Rabobank Nederland".
Huvex B.V. heeft in de door haar genomen conclusie van antwoord onder meer het volgende gesteld:
"er is van de zijde van de heren [V. ] en [H. ] nadrukkelijk melding gemaakt van een financieringsvoorbehoud, in dier voege dat eerst sprake kon zijn van een definitieve koop (indien, Rb.) aspirant-koper er in zou slagen te financieren".
3.2.2 In verband met dit financieringsvoorbehoud stelt Geurts B.V. zich op het standpunt dat Huvex B.V. in haar zorgplicht ten opzichte van Geurts B.V. is tekortgeschoten door geen financieringsaanvraag uitsluitend met betrekking tot het bedrijfspand te Elsloo in te dienen bij Rabobank Nederland.
De rechtbank vermag niet in te zien weshalve het aanvragen van een (totaal)financiering zoals kennelijk door Huvex B.V. werd gedaan en niet het aanvragen van een financiering uitsluitend met betrekking tot het bedrijfspand te Elsloo in strijd zou zijn met de zorgvuldigheid die Huvex B.V. jegens Geurts B.V. in acht dient te nemen. Huvex B.V. heeft zich immers steeds op het standpunt gesteld dat goedkeuring van Rabobank Nederland een vereiste was. Door partijen is niet nader gespecificeerd met welke factoren en omstandigheden Rabobank Nederland -zo dit al van laatstgenoemde zou kunnen worden gevergd- bij de beoordeling van de financieringsaanvraag rekening mocht houden. Het voorbehoud zag enkel en alleen op de goedkeuring van Rabobank Nederland. Nu deze haar goedkeuring heeft onthouden, kan niet worden geoordeeld dat Huvex B.V. onrechtmatig jegens Geurts B.V. heeft gehandeld. Overigens is het naar het oordeel van de rechtbank gebruikelijk dat een bank een financieringsaanvraag beoordeelt met inachtneming van de gehele (financiële) achtergrond waarin de betreffende aanvraag wordt gedaan, derhalve met inachtneming van onder meer reeds lopende financieringsaanvragen en overige financiële verplichtingen. Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat gesteld noch gebleken is dat Rabobank Nederland haar goedkeuring wél zou hebben gegeven als laatstgenoemde enkel en alleen naar het bedrijfspand te Elsloo zou hebben gekeken bij haar beslissing de gevraagde financiering al dan niet te verstrekken.
3.2.3 Geurts B.V. stelt zich tevens op het standpunt dat Huvex B.V. in haar zorgplicht ten opzichte van Geurts B.V. is tekortgeschoten door de onderhandelingen af te breken.
Naar het oordeel van de rechtbank waren partijen in onderhavige zaak echter uitonderhandeld en is tussen partijen een perfecte overeenkomst tot stand gekomen, zij het een overeenkomst met een ontbindende voorwaarde. Deze voorwaarde hield in dat goedkeuring van Rabobank Nederland was vereist. Nu Rabobank Nederland de bedoelde goedkeuring niet heeft verleend, is de ontbindende voorwaarde vervuld. Daarmee is een einde gekomen aan de tussen partijen gesloten overeenkomst.
Indien en voor zover Geurts B.V. nog heeft willen betogen dat Huvex B.V., nadat Rabobank Nederland haar goedkeuring had onthouden, andere financiers had dienen te zoeken, oordeelt de rechtbank dat dit geen steun vindt in de wet, noch in de tussen partijen gesloten overeenkomst. De in de overeenkomst opgenomen voorwaarde hield immers slechts in dat Rabobank Nederland goedkeuring zou dienen te verlenen. Enige bepaling omtrent het zoeken naar andere financieringsmogelijkheden indien mocht blijken dat de gevraagde goedkeuring niet zou worden verleend, is in het geheel niet tussen partijen overeengekomen. Er kan dan ook niet geoordeeld worden dat op Huvex B.V. de plicht rustte andere financiers te vinden.
3.3 Reeds op grond van het vorenstaande dient de vordering van Geurts B.V. te worden afgewezen. Geurts B.V. dient als de in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Huvex B.V. gerezen, die van het voorlopig getuigenverhoor daaronder begrepen.
4. De uitspraak
De rechtbank:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Geurts B.V. in de kosten van het geding aan de zijde van Huvex B.V. gerezen, tot aan deze uitspraak begroot op € 3.632,- aan vast recht en € 7.782,33 voor salaris procureur.
Dit vonnis is gewezen door mr. Laumen, rechter, en ter openbare terechtzitting uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
F.B.