ECLI:NL:RBMAA:2003:AJ9982
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.J.M. Bruijnzeels
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst en vergoeding bij verwijtbaarheid werkgever
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 11 september 2003 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Stichting X en Y. Y was sinds 1 december 2002 in dienst bij X als secretaresse/administratief medewerkster, nadat zij eerder op uitzendbasis had gewerkt. Het verzoek tot ontbinding werd ingediend door X, die onder druk stond van haar geldschieters, de 'club van 30', die eisten dat het management vervangen zou worden. X stelde dat zonder de bijdrage van deze club haar voortbestaan in gevaar kwam. Y, die emotioneel reageerde op het voornemen van X om haar arbeidsovereenkomst te ontbinden, betwistte de noodzaak van het verzoek en voerde aan dat haar werkzaamheden zouden blijven bestaan.
De kantonrechter oordeelde dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was, maar dat X niet zorgvuldig had gehandeld door Y tegelijkertijd een voorstel te doen om als vrijwilliger te blijven werken. De kantonrechter wees op de emotionele impact van de situatie op Y en concludeerde dat de ontbinding met ingang van 1 oktober 2003 moest plaatsvinden, met een vergoeding van € 3.000,-- voor Y. De rechter benadrukte dat de eisen van de club van 30 niet als een legitieme reden voor ontbinding konden worden beschouwd, omdat dit derden invloed zou geven op de arbeidsrelatie. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten droeg. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig werkgeverschap en de noodzaak om de rechten van werknemers te respecteren, zelfs in moeilijke financiële tijden.