ECLI:NL:RBMAA:2003:AN9464

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
29 september 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
86237 / KG ZA 03-320
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.J.H.S. Thomassen
  • Laumen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod voor erfgenaam om post onder zich te nemen in kort geding

In deze zaak, die op 29 september 2003 door de Rechtbank Maastricht is behandeld, hebben eisers, een broer en een zus, gedaagde, hun broer, gedagvaard in kort geding. De eisers zijn deelgenoten in de onverdeelde nalatenschap van hun overleden vader, en hebben gedaagde beschuldigd van het onrechtmatig onder zich houden van post die bestemd is voor de boedel en andere erfgenamen. Gedaagde had op eigen initiatief het slot van de toegangsdeur van het gemeenschappelijke pand vervangen, waardoor eisers geen toegang meer hadden tot het pand en de post die daar werd bezorgd. De eisers vorderden dat gedaagde hen de in zijn bezit zijnde post ter beschikking zou stellen en het oude slot zou herplaatsen.

De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een voldoende spoedeisend belang en dat gedaagde onrechtmatig handelde door post die niet aan hem was geadresseerd onder zich te houden. De rechter wees de vorderingen van eisers grotendeels toe, met uitzondering van de post die bestemd was voor de besloten vennootschap "Barber Colman Textile Machinery B.V.", aangezien gedaagde als gevolmachtigde van deze vennootschap gerechtigd was om post te ontvangen. De voorzieningenrechter legde gedaagde op om binnen twee dagen na betekening van het vonnis het slot van de voordeur te herplaatsen en de post ter beschikking te stellen aan de eisers en andere betrokkenen. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval gedaagde niet aan de geboden en verboden zou voldoen.

De uitspraak benadrukt het belang van toegang tot gemeenschappelijke goederen en het recht van deelgenoten om kennis te nemen van post die hen aangaat. De rechter compenseerde de proceskosten, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg, en wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Vonnis : 29 september 2003
Zaaknummer: 86237 / KG ZA 03-320
De voorzieningenrechter, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis in kort geding gewezen in de zaak van:
1. [Eiser sub 1],
wonende te [woonplaats],
eiser sub 1,
procureur mr. J.J.H.S. Thomassen;
2. [Eiseres sub 2]
wonende te [woonplaats],
eiseres sub 2,
procureur mr. J.J.H.S. Thomassen;
tegen:
[Gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
geen procureur gesteld hebbende.
1. Het verloop van de procedure
1.1 Eisers hebben gedaagde gedagvaard in kort geding. Op de dienende dag, 17 september 2003, hebben eisers gesteld en gevorderd overeenkomstig de inhoud van de dagvaarding, waarna zij hun vordering met verwijzing naar op voorhand ingezonden producties nader hebben doen toelichten.
1.2 Gedaagde heeft verweer gevoerd, daarbij verwijzend naar enkele ter zitting overgelegde stukken.
1.3 Partijen hebben op elkaars stellingen gereageerd.
1.4 Ten slotte hebben partijen om vonnis verzocht. De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.
2. Het geschil
2.1 Eiser sub 1 en eiseres sub 2 zijn respectievelijk een broer en een zus van gedaagde. Zij zijn deelgenoten in de onverdeelde nalatenschap van hun vader, de heer [R. ] welke op 29 juni 1999 is overleden. Partijen in die nalatenschap, waaronder zich nog twee andere personen bevinden, zijn er tot op heden niet in geslaagd om tot een verdeling van de boedel te geraken.
2.2 Tot de gemeenschap behoort onder meer het woonhuis [gelegen te Y. ]. Gedaagde staat ingeschreven aan dat adres, maar woont feitelijk aan het adres [X.].
2.3 Aan het adres [Y.] wordt sedert "vele jaren" wordt post besteld, welke gericht is aan:
- eisers,
- mevrouw [R. ], zijnde de echtgenote van eiser sub 1,
- wijlen [R. ]
- de erven [R. ],
- De Tonger B.V. en Barber Colman Textile Machinery B.V., waarvan, aldus eisers, "de juridische eigendom van de aandelen wellicht in de boedel valt, doch de economische eigendom in handen van eiser sub 1 is".
2.4 Op 17 juli 2003 heeft gedaagde buiten medeweten en instemming van de overige deelgenoten het slot van de toegangsdeur van het pand aan het [adres Y.] doen vervangen. Alleen gedaagde heeft sedertdien toegang tot het pand. Hiertegen komen eisers thans op.
2.5 Stellende voorts dat gedaagde sinds kort post welke niet aan hem, maar aan de genoemde (rechts-) personen is geadresseerd, uit de woning aan het [adres Y.] ophaalt en meeneemt naar zijn woonhuis aan [adres X.] en aldaar zonder recht of titel onder zich houdt, hebben eisers gevorderd bij vonnis, voor zover de wet toelaat uitvoerbaar bij voorraad (onderstreping procureur):
gedaagde te gebieden om binnen twee dagen na betekening van het ten dezen te wijzen vonnis aan eisers de in zijn bezit zijnde en voor eisers, alsmede mw. [R. ], de erven [R. ], [R. ] en de besloten vennootschappen "De Tonger B.V." en "Barber Colman Textile Machinery B.V." bestemde post ter beschikking te stellen, en om gedaagde te gebieden om binnen twee dagen na betekening van het ten dezen te wijzen vonnis het door gedaagde verwijderde slot van de voordeur van het pand aan het [adres Y.] te Maastricht te herplaatsen, althans om een sleutel van het nieuw geplaatste slot aan eisers ter beschikking te stellen, en te verbieden om de post, welke bezorgd wordt aan het adres [Y.] te Maastricht, en die bestemd is voor eisers, wijlen [R. ] de erven [R. ], de besloten vennootschappen "De Tonger B.V." en "Barber Colman Textile Machinery B.V.", en mw. [R. ], weg te nemen en/of te openen en/of onder zich te houden, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag of dagdeel dat gedaagde daarmee in gebreke is, zulks met veroordeling van gedaagde in de kosten van dit geding.
2.6 Gedaagde heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3. De beoordeling
3.1 Een voldoende spoedeisend belang volgt uit de aard van de zaak
3.2 Waarom gedaagde op 17 juli 2003 eigenmachtig is overgegaan tot vervanging van het slot van het gemeenschappelijke pand [Y.] te Maastricht heeft hij aan de hand van een ter zitting overgelegd stuk aldus toegelicht: "Nu kan er niet meer gemanipuleerd worden met post, welke kans van nieuwe rechtzaken verkleint." en "Huis kan onderhouden worden, stop: wegnemen gijser, douchkranen, afsluiten en openbreken van sloten, afsluiten van kamers die in 50 jaar nooit zijn afgesloten, afsluiten van kachels en het storten van puin, opruimen kleren papa die meer dan 4 jaar dood is, schande vreemden in huis, mijn bezittingen steeds weg."
3.2 Wat gedaagde hier nauwkeurig probeert tot uitdrukking te brengen is niet terstond duidelijk. Welwillende lezing brengt mee dat, kort gezegd, gedrag van eisers en/of overige erfgenamen hem in het verkeerde keelgat is geschoten. Hoe dit zij, eisers hebben de (aan hen?) gemaakte verwijten als onjuist bestreden. Bij gebreke van enig ander ondersteunend bewijsmateriaal moet dit verweer van gedaagde dan reeds als niet aannemelijk worden gepasseerd.
3.3 Het gaat hier om (het verschaffen van toegang tot) een gemeenschappelijk pand waarop de bepalingen van titel 7 van boek 3 BW van toepassing zijn. Ingevolge artikel 3: 169 BW is, een hier niet relevante uitzondering daargelaten, "iedere deelgenoot bevoegd tot het gebruik van een gemeenschappelijk goed, mits dit gebruik met het recht van de overige deelgenoten te verenigen is." In dit licht valt niet in te zien dat het gebruik van het pand aan de overige deelgenoten mag worden onthouden. Aldus behoort eisers toegang te worden verleend. Dat brengt met zich dat de vordering tot herplaatsing van het oude slot, althans het ter beschikking stellen van een sleutel voor het nieuwe slot, toegewezen kan worden.
3.4 Eisers hebben verder gesteld dat gedaagde niet voor hem bestemde post onder zich neemt en houdt, waardoor zij onder meer bij de belastingdienst in de problemen (dreigen te) geraken. Voorts is onlangs gebleken dat een vonnis van deze rechtbank aan het adres [Y.] is betekend, maar dat eisers daarvan tot vlak voor ommekomst van de beroepstermijn onkundig zijn gehouden. Dit betoog van eisers vindt goeddeels steun in de verklaring van kandidaat-notaris mr. J.A.M. Diederen te Valkenburg aan de Geul, die zich op verzoek van de erven enige tijd heeft ingespannen om tot een afwikkeling van de boedel te komen. Mr. Diederen verklaart in een door eisers overgelegd faxschrijven van 30 juli 2003:
"Tijdens het bezoek aan [adres X.] heb ik lang met [B. ] (gedaagde, vzngr.) nog gediscussieerd over de teruggave van alle niet aan hem geadresseerde post, welke sinds jaar en dag op het [Y.] te Maastricht aankomt en welke post thans in zijn bezit is en zichtbaar aanwezig was op [adres X.]. Daaronder bevonden zich volgens mijn waarneming belastingstukken (aangiften) aangaande "Barber B.V.", "Tonger B.V." en van [H.] (eiser sub 1, vzngr.) en zijn echtgenote (mevrouw [R. ], vzngr.)."
3.5 Tegenover dit een en ander legt naar het oordeel van de voorzieningenrechter een betwisting in algemene termen dan wel de blote stelling dat de bedoelde post steevast aan de desbetreffende (rechts-) personen wordt doorgeleid, onvoldoende gewicht in de schaal. Aldus is aannemelijk dat er sprake is van het opzettelijk stelselmatig zonder recht of titel onder zich nemen en houden van aan een ander geadresseerde poststukken. Zulks moet als een onrechtmatige daad jegens die ander(en) worden gekwalificeerd.
3.6 De vordering van eisers kan daarom worden toegewezen, behalve voor zover zij betrekking heeft op de post gericht aan Barber Colman Textile Machinery B.V. Uit een ter zitting getoond uittreksel uit het handelsregister is gebleken, en eisers hebben dit ook erkend, dat gedaagde enig "gevolmachtige" is om namens deze vennootschap in het handelsverkeer op te treden. Aldus is hij ook gerechtigd post te ontvangen. Dat de "juridische eigendom van de aandelen wellicht in de boedel valt" en de "economische eigendom in handen is van eiser sub 1" maakt dat in beginsel niet anders.
3.7 Ten slotte is er evenmin reden om gedaagde te verbieden post te openen welke bestemd is voor de boedel (gericht aan "M.A. [R. ]" en "de erven [R. ]"), zoals een onderdeel van de vordering luidt. Gedaagde is immers een van de erfgenamen en mag in beginsel van de inhoud van dergelijke poststukken kennis nemen (ten overvloede: hij mag die post niet onder zich nemen). De vordering zal in zoverre worden afgewezen.
3.8 Afrondend liggen de vorderingen grotendeels voor toewijzing gereed, en wel op de wijze als hierna te bepalen. De aan de voorzieningen verbonden dwangsommen zullen worden gematigd en gemaximeerd. In de omstandigheid dat partijen broers en zus zijn vindt de voorzieningenrechter aanleiding de kosten van het geding te compenseren op na te melden wijze.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
gebiedt gedaagde om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis het door hem verwijderde slot van de voordeur van het pand aan het [Y.] te Maastricht te herplaatsen, althans om een sleutel van het nieuw geplaatste slot aan eisers ter beschikking te stellen;
gebiedt gedaagde om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis aan eisers de in zijn bezit zijnde en voor eisers, alsmede mw. [R. ], de erven [R. ], [R. ] en de besloten vennootschap "De Tonger B.V." bestemde post ter beschikking te stellen;
verbiedt gedaagde om na betekening van dit vonnis de post, welke bezorgd wordt aan het adres [Y.] te Maastricht, en die bestemd is voor eisers, mw. [R. ], wijlen [R. ] de erven [R. ] en de besloten vennootschap "De Tonger B.V.", weg te nemen en/of onder zich te houden;
verbiedt gedaagde om na betekening van dit vonnis de post, welke bezorgd wordt aan het adres [Y.] te Maastricht, en die bestemd is voor eisers, mw. [R. ], en de besloten vennootschap "De Tonger B.V.", te openen;
een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 200,- per dag, dagdeel of keer dat gedaagde met de naleving van een van deze geboden en verboden in gebreke is, waarbij de dwangsommen worden gemaximeerd tot € 20.000,-;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de kosten van het geding des dat ieder de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Laumen, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.
RQ