ECLI:NL:RBMAA:2003:AO0080
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.B. de Kerpel-van de Poel
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid aannemer voor gebreken aan gevel en gevolgschade
In deze zaak vorderden eisers, beiden wonende te [woonplaats], schadevergoeding van gedaagde, [L.], wegens toerekenbare tekortkomingen in de uitvoering van een aannemingsovereenkomst. De overeenkomst betrof werkzaamheden aan de gevel van het woonhuis van eisers, die in 1998 waren gesloten. Eisers stelden dat gedaagde niet naar behoren had gewerkt, wat leidde tot gebreken aan de gevel en uiteindelijk tot waterschade in de woning. In een eerdere procedure, die resulteerde in een eindvonnis op 19 april 2001, was al vastgesteld dat gedaagde tekort was geschoten, maar eisers hadden geen hoger beroep ingesteld tegen dat vonnis.
Eisers stelden dat na het eerdere vonnis nieuwe gebreken waren geconstateerd, waaronder het uitvallen van voegen en lekkage door ondeugdelijk metselwerk. Gedaagde betwistte de aansprakelijkheid en voerde aan dat er geen sprake was van nieuwe gebreken, en dat de eerdere uitspraak gezag van gewijsde had. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van eisers moesten worden afgewezen, omdat de gestelde gebreken al eerder aan de orde waren geweest en de rechtbank in de eerdere procedure had geoordeeld dat gedaagde niet tekort was geschoten. De rechtbank concludeerde dat er geen nieuwe rechtsfeiten waren die een herbeoordeling van de zaak rechtvaardigden.
De rechtbank wees de vorderingen van eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten van gedaagde. De uitspraak benadrukte het belang van gezag van gewijsde en de noodzaak voor partijen om tijdig hoger beroep in te stellen als zij het niet eens zijn met een uitspraak.