ECLI:NL:RBMAA:2004:AO2583
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.J. Laumen
- Rechtspraak.nl
Bewijslastverdeling bij gestelde schenking na eerder verstrekte lening
In deze zaak heeft eiseres, [Eiseres], een lening van € 6.806,70 verstrekt aan gedaagde, [Gedaagde], in oktober 2002. Eiseres was ten tijde van de lening ernstig ziek en had net twee operaties ondergaan. Na het overlijden van haar partner, met wie zij samenwoonde, ontstonden er problemen met de erfgenamen van haar overleden partner, waardoor zij haar woning moest verlaten en in een opvanghuis terechtkwam. Eiseres stelt dat er geen terugbetalingsregeling was afgesproken en dat gedaagde de lening niet wilde terugbetalen, met de bewering dat eiseres de lening had kwijtgescholden en deze had omgezet in een schenking. Eiseres ontkent deze schenking en stelt dat zij onder druk stond van de erfgenamen van haar overleden partner en in een kwetsbare positie verkeerde.
Eiseres heeft de rechtbank verzocht om de vermeende schenking te vernietigen op grond van misbruik van omstandigheden en om gedaagde te veroordelen tot terugbetaling van het geleende bedrag, vermeerderd met rente en kosten. Gedaagde heeft de vordering betwist en stelt dat er wel degelijk sprake is van een schenking. De rechtbank heeft de zaak behandeld en een comparitie na antwoord gelast, waarbij partijen hun standpunten hebben toegelicht. De rechtbank heeft vervolgens besloten dat gedaagde bewijs moet leveren van zijn stelling dat eiseres de lening heeft kwijtgescholden.
De rechtbank heeft bepaald dat er een getuigenverhoor zal plaatsvinden om de bewijslevering te faciliteren. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en de rechtbank heeft een datum voor het getuigenverhoor vastgesteld. Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Laumen en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.