ECLI:NL:RBMAA:2004:AO3414
Rechtbank Maastricht
- Voorlopige voorziening
- I. Ruitenberg
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorzieningen in het kader van ontbinding geregistreerd partnerschap met betrekking tot minderjarige kinderen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht op 8 januari 2004, betreft het een verzoek om voorlopige voorzieningen in het kader van de ontbinding van een geregistreerd partnerschap. Partijen, een man en een vrouw, hebben samen twee kinderen, die door de man zijn erkend. Beide partijen hebben verzoeken ingediend met betrekking tot de zorg voor de kinderen. De rechtbank constateert dat artikel 821 juncto artikel 828 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in het kader van ontbindingsprocedures van geregistreerd partnerschap uitsluit om in voorlopige voorzieningen ten aanzien van minderjarigen beslissingen te nemen. Echter, met de invoering van gezamenlijk gezag voor ouders in een geregistreerd partnerschap per 1 januari 2002, ontstaat er een lacune in de wetgeving. De rechtbank oordeelt dat artikel 828 Rv niet verenigbaar is met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en laat dit artikel buiten toepassing. Hierdoor zijn de verzoeken van zowel de man als de vrouw ontvankelijk.
De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw tot toevertrouwing van de kinderen en het gebruik van de echtelijke woning in overweging genomen. De man heeft ingestemd met het verzoek van de vrouw tot uitsluitend gebruik van de echtelijke woning, wat door de rechtbank is toegewezen. De vrouw blijft met de kinderen in de gezamenlijke woning wonen, terwijl de man in een studioappartement verblijft. De rechtbank besluit de kinderen aan de vrouw toe te vertrouwen, aangezien de man geen zelfstandig verzoek heeft gedaan en er geen bezwaren tegen de moeder zijn.
Wat betreft de omgangsregeling tussen de man en de kinderen, zijn partijen het niet eens geworden. De rechtbank verwijst de zaak naar de Raad van de Kinderbescherming voor bemiddeling en houdt de definitieve beslissing aan. De rechtbank stelt ook vast dat de man de eigenaarslasten van de echtelijke woning voor zijn rekening neemt, waardoor er geen draagkracht is voor alimentatie. De rechtbank wijst de alimentatieverzoeken af. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter I. Ruitenberg, die tevens kinderrechter is, en is definitief zonder mogelijkheid tot hoger beroep.