ECLI:NL:RBMAA:2004:AQ1725
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.J. Hazen
- Rechtspraak.nl
Huwelijkse voorwaarden en pensioenverevening na echtscheiding
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 23 juni 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vrouw en een man over de verrekening van pensioenrechten na hun echtscheiding. De partijen, die op 24 december 1958 te Kanne (België) zijn gehuwd, hadden voorafgaand aan hun huwelijk huwelijkse voorwaarden opgesteld bij notaris mr. R. Romsée. Deze voorwaarden sloten elke vorm van gemeenschap van goederen uit. De echtscheiding werd uitgesproken op 19 april 1990 en ingeschreven op 15 juni 1990.
Na de echtscheiding ontstond er een geschil over de pensioenverrekening. De vrouw vorderde een verklaring voor recht dat zij recht had op een percentage van de pensioenrechten van de man, die hij had opgebouwd bij het Algemeen Mijnwerkersfonds (AMF) en het Beambtenfonds voor het Mijnbedrijf (BMF). De man voerde verweer en stelde dat de huwelijkse voorwaarden rechtsgeldig waren gewijzigd zonder goedkeuring van de rechtbank, waardoor de afspraken nietig waren. Hij betoogde dat de pensioenverevening niet kon plaatsvinden omdat de huwelijkse voorwaarden niet correct waren gewijzigd.
De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van de vrouw niet konden worden toegewezen. De rechtbank stelde vast dat de huwelijkse voorwaarden niet rechtsgeldig waren gewijzigd en dat de afspraken tussen partijen niet in overeenstemming waren met de wettelijke vereisten. De rechtbank benadrukte dat de rechterlijke goedkeuring voor wijzigingen in huwelijkse voorwaarden essentieel is en dat het ontbreken daarvan leidt tot nietigheid van de afspraken. De rechtbank wees de vorderingen van de vrouw af en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.