ECLI:NL:RBMAA:2004:AR6664
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.G.M. Jansberg
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verzekeringsplicht van een directeur grootaandeelhouder in het kader van de Werkeloosheidswet en andere sociale verzekeringswetten
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 8 november 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen K+ Adviesgroep BV (eiseres) en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (verweerder). De zaak betreft de vraag of een betrokkene, die sinds 30 december 2003 als directeur grootaandeelhouder fungeert, verplicht verzekerd is voor de Werkeloosheidswet (WW), de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Ziektewet (ZW) en de Ziekenfondswet (ZFW). Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder van 8 december 2003, waarin werd medegedeeld dat betrokkene niet meer als verplicht verzekerd diende te worden aangemerkt. Eiseres stelt dat betrokkene sinds 1 januari 2003 niet meer onder de verzekeringsplicht valt, omdat hij als directeur grootaandeelhouder niet als werknemer kan worden beschouwd volgens de relevante wetgeving.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder ten onrechte heeft geoordeeld dat betrokkene tot 8 december 2003 verplicht verzekerd was. De rechtbank overweegt dat de wet geen consequenties verbindt aan het niet informeren van verweerder over de wijziging in de hoedanigheid van betrokkene. De rechtbank verwijst naar eerdere jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep, waaruit blijkt dat een directeur grootaandeelhouder niet automatisch verzekerd is onder de sociale verzekeringswetten. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit van verweerder niet in stand kan blijven en verklaart het beroep gegrond. Verweerder wordt opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
De rechtbank heeft ook de mogelijkheid van een voorlopige voorziening besproken, mocht er een spoedeisend belang zijn na het instellen van hoger beroep. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van de verzekeringsplicht van directeuren-grootaandeelhouders en de gevolgen van hun status voor sociale verzekeringen.