ECLI:NL:RBMAA:2005:AT6814

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
1 juni 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
188084
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.A.J. Broekman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding wegens onvoldoende feitelijke onderbouwing

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht op 1 juni 2005, vorderde de eiseres, de naamloze vennootschap Orange Nederland NV, betaling van een bedrag van € 2.024,72 aan hoofdsom, € 81,- aan vervallen wettelijke rente en € 272,- aan incassokosten van de gedaagde. De eiseres stelde dat de gedaagde een overeenkomst had gesloten voor de levering van mobiele telecommunicatiediensten, maar gaf geen verdere details over de overeenkomst of de voorwaarden. De gedaagde, die in persoon verscheen, betwistte de vordering en beroept zich op de nietigheid van de dagvaarding. Hij stelde dat de dagvaarding niet voldoende feitelijke onderbouwing bevatte, waardoor hij niet in staat was zich adequaat te verweren. De kantonrechter oordeelde dat de dagvaarding in algemene bewoordingen was gesteld en niet voldeed aan de eisen van artikel 111 lid 2 aanhef en sub d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Dit gebrek in de dagvaarding schaadde de gedaagde in zijn belangen, omdat hij niet wist waartegen hij zich moest verweren. De rechter verklaarde de dagvaarding nietig en veroordeelde de eiseres in de proceskosten van de gedaagde, die op nihil werden begroot. De uitspraak werd gedaan door mr. B.A.J. Broekman, kantonrechter, en vond plaats in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Heerlen
rolno: 05-1843
zaakno: 188084
typ: M.L.
coll:
vonnis van de kantonrechter d.d. 1 juni 2005
inzake
DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP ORANGE NEDERLAND NV, gevestigd en kantoorhoudende te ’s-Gravenhage,
eiseres
gemachtigde: J.H.L. Sinkiewicz, gerechtsdeurwaarder,
tegen
[naam gedaagde], woonplaats hebbende te [postcode] [woonplaats] aan de [adres],
gedaagde,
verschijnende in persoon.
PROCESVERLOOP:
Door partijen zijn de volgende processtukken ingediend/proceshandelingen verricht:
- dagvaarding
- mondeling antwoord.
De inhoud hiervan geldt als hier herhaald.
Daarna is vonnis bepaald, waarvan de uitspraak is vastgesteld op heden.
MOTIVERING:
1. Orange vordert veroordeling van [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, tot
betaling van € 2.024,72 hoofdsom , € 81,- vervallen wettelijke rente en € 272,- incasskosten onder aftrek van € 885,75 met de wettelijke rente over het saldo van € 1.491,97 vanaf de dagvaarding.
Daaraan legt Orange zonder nadere omschrijving ten grondslag met [gedaagde] een overeenkomst te hebben gesloten in het kader waarvan aan hem mobiele telecommunicatiediensten worden geleverd, waarvoor hij maandelijks een vast bedrag en de kosten van de gevoerde telefoongesprekken aan haar verschuldigd is krachtens haar toepasselijke voorwaarden te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldag alsmede incassokosten.
2. [gedaagde] beroept zich op de nietigheid van de dagvaarding, omdat hij geen idee heeft welke overeenkomst, welke voorwaarden en welke incassomaatregelen Orange op het oog heeft, om welke vaste en variabele bedragen het gaat en hoe zij aldus aan het gevorderde saldo komt, zodat hij zich niet kan verweren.
Hij wijst erop dat bij de dagvaarding ook geen enkel stuk gevoegd is en hierin evenmin wordt verwezen naar gevoerde verweren of beschikbare bewijsmiddelen.
3. Gezien de onvoldoende precisering hiervan bevat de slechts in algemene bewoor-dingen gestelde dagvaarding niet de feitelijke onderbouwing van de vordering en aldus niet de gronden van de eis als bedoeld in artikel 111 lid 2 aanhef en sub d Rv, hetgeen ingevolge artikel 120 lid 1 Rv in beginsel de nietigheid daarvan met zich meebrengt.
Het beroep van [gedaagde] op deze nietigheid treft doel, omdat dit gebrek hem onredelijk in zijn belangen heeft geschaad nu hij immers behoort te weten waartegen hij zich heeft te verweren en er zijn geen gronden om het herstel hiervan op kosten van Orange te bevelen als aangegeven in artikel 122 lid 1 respectievelijk lid 2 Rv.
Orange dient dan als in het ongelijk gestelde partij te worden aangemerkt en daarom in de proceskosten te worden veroordeeld.
BESLISSING:
Verklaart de dagvaarding nietig;
Veroordeelt Orange in de aan de zijde van [gedaagde] gerezen proceskosten, welke worden begroot op nihil.
Aldus gewezen door mr. B.A.J. Broekman, kantonrechter en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.