ECLI:NL:RBMAA:2005:AT6814
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.A.J. Broekman
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de dagvaarding wegens onvoldoende feitelijke onderbouwing
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht op 1 juni 2005, vorderde de eiseres, de naamloze vennootschap Orange Nederland NV, betaling van een bedrag van € 2.024,72 aan hoofdsom, € 81,- aan vervallen wettelijke rente en € 272,- aan incassokosten van de gedaagde. De eiseres stelde dat de gedaagde een overeenkomst had gesloten voor de levering van mobiele telecommunicatiediensten, maar gaf geen verdere details over de overeenkomst of de voorwaarden. De gedaagde, die in persoon verscheen, betwistte de vordering en beroept zich op de nietigheid van de dagvaarding. Hij stelde dat de dagvaarding niet voldoende feitelijke onderbouwing bevatte, waardoor hij niet in staat was zich adequaat te verweren. De kantonrechter oordeelde dat de dagvaarding in algemene bewoordingen was gesteld en niet voldeed aan de eisen van artikel 111 lid 2 aanhef en sub d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Dit gebrek in de dagvaarding schaadde de gedaagde in zijn belangen, omdat hij niet wist waartegen hij zich moest verweren. De rechter verklaarde de dagvaarding nietig en veroordeelde de eiseres in de proceskosten van de gedaagde, die op nihil werden begroot. De uitspraak werd gedaan door mr. B.A.J. Broekman, kantonrechter, en vond plaats in aanwezigheid van de griffier.