ECLI:NL:RBMAA:2005:AU7238
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J.M. Goessen
- Th.J.M. Oostdijk
- F.C.B. van Wijmen
- Rechtspraak.nl
Doodslag door strangulatie met ceintuur
In de zaak van de zogenoemde ceintuurmoord heeft de Rechtbank Maastricht op 8 november 2005 uitspraak gedaan. De verdachte is beschuldigd van het opzettelijk van het leven beroven van het slachtoffer op 3 april 2005 in Sittard-Geleen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met opzet een ceintuur om de hals van het slachtoffer heeft gedraaid en deze strak heeft aangetrokken, wat heeft geleid tot de dood van het slachtoffer. De rechtbank achtte de bewezenverklaring wettig en overtuigend, en heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaren. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit en het leed dat het slachtoffer en zijn nabestaanden is aangedaan.
De rechtbank heeft de beslissing genomen na een onderzoek op de terechtzitting van 25 oktober 2005, waarbij de psychische toestand van de verdachte is onderzocht door forensisch psychiater dr. L.H. Jacobs-Dams en psycholoog drs. A.F.J.M. Zwegers. Hoewel de rechtbank zich niet met alle overwegingen van de deskundigen kon verenigen, concludeerde zij dat de verdachte strafbaar was. De officier van justitie had een lagere straf geëist, maar de rechtbank oordeelde dat deze niet voldeed aan de ernst van het feit en het leed van de nabestaanden. De rechtbank baseerde haar uitspraak op artikel 287 van het Wetboek van Strafrecht, dat doodslag kwalificeert.
De rechtbank heeft de verdachte ook de tijd die zij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in mindering gebracht op de opgelegde gevangenisstraf. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, en de griffier heeft de uitspraak genoteerd. De zaak is geregistreerd onder parketnummer 03/700242-05.