RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak : 18 januari 2006
Zaaknummer : 103993 / HA ZA 05-852
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen
[Naam eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
procureur mr. J.F.E. Kikken;
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SNOWWORLD SKI B.V.,
gevestigd te Landgraaf,
gedaagde,
procureur mr. CH.M.E.M. Paulussen.
1. Het verloop van de procedure
Eiseres, [Naam eiseres], heeft gedaagde, hierna te noemen “Snowworld”, gedagvaard voor deze rechtbank en gesteld en geconcludeerd als in die dagvaarding vermeld. Snowworld heeft daarna onder het overleggen van een productie geantwoord. Op de voet van artikel 131 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is een comparitie na antwoord gelast. Van het verhandelde ter comparitie is proces-verbaal opgemaakt, dat zich bij de stukken bevindt. Partijen hebben vonnis gevraagd op het rechtbankdossier. De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden. In verband met een herverdeling van zaken wordt dit vonnis gewezen door een andere rechter dan de rechter ten overstaan van wie partijen hebben gecompareerd.
[Eiseres] heeft gevorderd dat de rechtbank bij vonnis, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Snowworld veroordeelt tot vergoeding van de door haar zowel materiële als immateriële schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, ten gevolge van een onrechtmatige daad zijdens Snowworld, met veroordeling van Snowworld in de kosten van de procedure.
De vordering wordt door Snowworld weersproken, waartoe hier gemakshalve wordt verwezen naar de conclusie van antwoord en waarop hierna zal worden ingegaan.
3.1
Allereerst wordt opgemerkt dat [Eiseres] geen bezwaar heeft gemaakt tegen het door Snowworld aangevoerde met betrekking tot haar identiteit en vestigingsplaats. De rechtbank zal de vordering dan ook aanmerken als te zijn ingesteld tegen Snowworld Landgraaf Ski B.V. te Landgraaf.
3.2
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of niet voldoende weersproken, mede op grond van de niet betwiste inhoud van de overgelegde productie, kan van het navolgende worden uitgegaan.
Op 9 november 2002 is [Eiseres] in het kader van een bedrijfsuitstapje van het bedrijf waar haar echtgenoot werkzaam is, gaan skiën bij Snowworld. [Eiseres] maakte deel uit van een groep van 17 personen, die een skiles voor beginners zouden gaan volgen. Deze les werd gegeven op de zogenoemde kinderpiste. Deze piste heeft een geringere helling dan andere pistes bij Snowworld. [Eiseres] had nooit eerder geskied. [Eiseres] heeft haar ski-uitrusting, dat wil zeggen skischoenen en ski's, gehuurd van Snowworld. Daarbij is van de zijde van Snowworld gevraagd naar de schoenmaat van [Eiseres]; vragen naar haar lengte en gewicht zijn niet gesteld. [Eiseres] heeft een normale lengte en een normaal postuur; zij was ten tijde van het ongeval 52 jaar oud. [Eiseres] is tijdens die skiles gevallen. Zij is met geringe, althans niet hoge, snelheid voorover gevallen, waarbij zij haar rechter kuitbeen en –enkel heeft gebroken en waarbij zij gescheurde enkelbanden heeft opgelopen. De skibinding is bij dit ongeval niet losgegaan. Bij de ingang van de piste staat een bord waarop onder andere is vermeld dat het gebruik maken van de pistes en de liften geheel voor eigen risico's is.
3.3
[Eiseres] acht Snowworld aansprakelijk voor de door haar geleden en te lijden schade. Zij heeft daartoe aangevoerd dat door Snowworld geen dan wel onvoldoende maatregelen zijn genomen om mogelijke schade die zou kunnen optreden tijden het skiën of de skiles te beperken. Met name zou door Snowworld de bindingen van de ski's niet zijn nagekeken, heeft [Eiseres] haar gewicht niet hoeven op te geven en is [Eiseres] niet gewaarschuwd voor mogelijk gevaar dat zou kunnen optreden tijdens het skiën.
3.4
Snowworld daarentegen heeft haar aansprakelijkheid van de hand gewezen.
Zij heeft allereerst gewezen op de in het algemeen aan het beoefenen van de skisport inherente gevaren en het aan het begin van de pistes geplaatste waarschuwingsbord.
Daarnaast heeft zij aangevoerd dat er voor het specifiek afstellen van de bindingen geen aanleiding bestond: [Eiseres] is van normale lengte en gewicht, zodat kon worden volstaan met een standaardinstelling, die iets lichter is dan door de leverancier wordt aanbevolen. Dit laatste gebeurt omdat rekening wordt gehouden met skiërs zonder enige ervaring. Na het inleveren van de ski's wordt de instelling gecontroleerd en, indien nodig, weer teruggebracht tot de (door Snowworld gehanteerde) standaardinstelling.
Voorts heeft Snowworld betoogd dat, indien een binding tijdens een val niet loslaat, dat nog niet betekent dat die binding te strak of verkeerd is afgesteld: de binding heeft een bepaalde kracht nodig om los te schieten en deze kracht moet in een klap op de binding worden overgebracht. De snelheid waarmee geskied wordt en waarmee gevallen wordt speelt met andere woorden ook een rol. De wijze van vallen –zijdelings, voorover of achterover– is eveneens van invloed op het al dan niet losschieten van de bindingen. Snowworld heeft er in dat verband op gewezen dat [Eiseres] met geringe snelheid voorover is gevallen.
3.5
Naar aanleiding van hetgeen partijen hebben aangevoerd wordt het volgende overwogen.
De rechtbank neemt als uitgangspunt dat het beoefenen van de skisport het gevaar van het oplopen van letstel in zich draagt. In zoverre beschouwt de rechtbank het aan het begin van de pistes geplaatste waarschuwingsbord dan ook als een waarschuwing ten overvloede. Natuurlijk –en zo valt dat ook te lezen in de stellingen van Snowworld– vrijwaart dat bord haar niet van alle aansprakelijkheid.
Aansprakelijkheid van Snowworld is echter niet komen vaststaan.
Hierbij heeft de rechtbank met name laten wegen dat niet is gebleken dat de door Snowworld aangegeven standaardprocedure met betrekking tot het aanmeten van ski's en het instellen van de bindingen ten aanzien van [Eiseres] niet is gevolgd of dat die procedure onvoldoende of onzorgvuldig is. [Eiseres] heeft terzake onvoldoende gesteld. Daarbij komt dat Snowworld onweersproken heeft betoogd dat [Eiseres] met geringe snelheid voorover is gevallen en dat bij een lichtere afstelling van de bindingen het opgetreden nadeel ook zou zijn opgetreden.
Het door [Eiseres] opgelopen letstel, hoe ernstig en betreurenswaardig ook, is derhalve geen letsel dat niet binnen de normale lijn van de verwachtingen ligt, zodat ook niet kan worden gezegd dat Snowworld een door haar te hanteren veiligheidsnorm niet heeft nageleefd.
3.6
Al het vorenstaande brengt met zich dat de vordering moet worden afgewezen en dat [Eiseres] als de in het ongelijk gestelde partij de kosten van dit geding dient te dragen.
Veroordeelt eiseres in de aan de zijde van gedaagde gerezen proceskosten, deze tot aan dit vonnis begroot op € 244,- aan griffierecht en € 904,- voor salaris procureur.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J.M. Bruijnzeels, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.