ECLI:NL:RBMAA:2006:AV4718

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
14 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
106962 - KG ZA 05-470
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • F. Bergmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de beëindiging van een franchiseovereenkomst en de gevolgen daarvan voor de franchisenemer

In deze zaak hebben eisers, franchisenemers van BBQ, een kort geding aangespannen tegen de besloten vennootschap B.B.Q. FRANCHISE B.V. naar aanleiding van de opzegging van hun franchiseovereenkomst. De franchiseovereenkomst, die op 23 december 2002 werd gesloten, gaf eisers het recht om een BBQ-vestiging te exploiteren. BBQ heeft de overeenkomst opgezegd op basis van vermeende wanprestatie door eisers, waaronder schending van inkoop- en assortimentsverplichtingen en administratieverplichtingen. Eisers betwisten de wanprestatie en stellen dat BBQ niet gerechtigd was de overeenkomst op te zeggen.

De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eisers beoordeeld en vastgesteld dat er inderdaad sprake was van wanprestatie. Eisers hebben erkend dat zij zich niet aan de inkoopverplichtingen hebben gehouden door vlees bij een andere leverancier in te kopen, wat de uniformiteit van de franchiseformule in gevaar bracht. Daarnaast hebben zij niet voldaan aan de administratieverplichtingen door gebruik te maken van een niet goedgekeurd administratiekantoor. De voorzieningenrechter oordeelt dat de opzegging van de franchiseovereenkomst door BBQ gerechtvaardigd was, gezien de ernst van de tekortkomingen van eisers.

De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van eisers af en veroordeelt hen in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt het belang van naleving van franchiseovereenkomsten en de gevolgen van wanprestatie voor franchisenemers.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak : 14 februari 2006
Zaaknummer : 106962 / KG ZA 05-470
De voorzieningenrechter, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende kort gedingvonnis gewezen
inzake
[Namen eisers],
beiden wonende te [woonplaats],
eisers in kort geding,
advocaat mr. C. Jorritsma, kantoor houdende te Haarlem,
procureur thans mr. E.P.C.M. Teeuwen (na het desisteren van mr. F.H. Kuiper);
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.B.Q. FRANCHISE B.V.,
statutair gevestigd te Beek, kantoor houdende te Vlaardingen,
gedaagde in kort geding,
procureur mr. M.J.A. Gaber.
1. Het verloop van de procedure
Eisers, [Namen eisers], hebben gedaagde, hierna te noemen “BBQ”, gedagvaard in kort geding. Op de dienende dag, 16 januari 2006, hebben [Eisers] gesteld en gevorderd overeenkomstig de inhoud van de dagvaarding, waarna zij hun vordering met verwijzing naar op voorhand toegezonden producties aan de hand van een pleitnota nader hebben doen toelichten.
BBQ heeft aan de hand van een pleitnota verweer gevoerd, daarbij eveneens verwijzend naar op voorhand toegezonden producties. Partijen hebben daarna op elkaars stellingen gereageerd.
Ten slotte hebben [Eisers] om vonnis verzocht. De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.
2. Het geschil
2.1 BBQ exploiteert een franchiseformule die zich richt op de exploitatie van indoor barbecue restaurants. BBQ heeft teneinde onder de formule diverse restaurants te doen exploiteren met circa 40 franchisenemers, waaronder [Eisers], franchiseovereenkomsten gesloten. De franchiseovereenkomst tussen partijen is op 23 december 2002 gesloten. Krachtens deze overeenkomst exploiteren [Eisers] een BBQ-vestiging aan [Adres vestiging], door partijen ook wel “[Naam vestiging ]” genoemd. De franchiseovereenkomst is aangegaan voor vijf jaar, ingaande op 1 januari 2003 en derhalve eindigende op 31 december 2007.
In de considerans van de franchiseovereenkomst is –voor zover thans van belang- bepaalt:
“(...) 6. dat het de opzet is van [De vestiging] om te komen tot samenwerking met een aantal zelfstandige ondernemers; een samenwerking, die gericht dient te zijn op het behalen van een optimaal bedrijfsresultaat voor beide partijen;
7. dat een onmisbaar middel om dit doel te bereiken is een uniform optreden van de aangesloten franchisenemers tegenover de consument, hetgeen uiteraard betekent (...) het leveren van een uniform assortiment (...);”
De franchiseovereenkomst bevat voor het overige –voor zover thans van belang- de volgende bepalingen.
“1. Gebruik van de formule
1.1 Franchisegever verleent aan franchisenemer het recht van franchise om als zelfstandig ondernemer de in de considerans en het [De vestiging] Handboek omschreven [De vestiging] formule te gebruiken gedurende de looptijd van deze overeenkomst (...)
(...)
1.6 Onder het sub 1.1 bedoelde recht is tevens begrepen het recht van en de plicht tot het gebruik van de door franchisegever ontwikkelde exploitatie-, reserverings- en marketingmethoden, waaronder het [De vestiging] Reservering Systeem en het [De vestiging] Management Systeem met betrekking tot de [De vestiging] formule, zoals nader omschreven in het [De vestiging] Handboek.
(...)
1.10 Franchisegever en franchisenemer zullen zich inspannen voor het handhaven van de uniformiteit en kwaliteit van de [De vestiging] formule en verplichten zich te onthouden van een handelen of nalaten waardoor schade wordt berokkend aan het [De vestiging]-samenwerkingsverband.
(...)
7. Assortiment, inkoop en levering
7.1 Franchisenemer is verplicht het productassortiment (contractproducten) van franchisegever te voeren (...)
7.2 Partijen stellen vast dat het in het belang is van de identiteit en reputatie van het franchiseverband, de logistieke efficiency alsmede van een optimaal inkoopresultaat en voorraadbeheer binnen het franchiseverband indien franchisenemer de contractproducten inkoopt bij en geleverd krijgt door franchisegever en/of door deze aangewezen (contract)leveranciers.
7.3 Met het oog op de instandhouding van de gemeenschappelijke identiteit en reputatie van het franchisenet zal franchisenemer de contractproducten waarvoor het onuitvoerbaar is objectieve kwaliteitseisen toe te passen, uitsluitend betrekken bij franchisegever en/of door deze aangewezen (contract)leveranciers, evenwel met in achtname van het in lid 7.4 bepaalde.
7.4 Franchisenemer zal niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming producten aanbieden die niet zijn goedgekeurd en/of niet door franchisegever en of door deze aangewezen (contract)leveranciers geleverd zijn. Niet tot het assortiment behorende producten mogen uitsluitend na overleg met en goedkeuring van franchisegever in de horecagelegenheid van franchisenemer worden aangeboden. Franchisegever kan de goedkeuring onthouden indien deze artikelen afbreuk doen aan de bescherming van de intellectuele eigendomsrechten van franchisegever en/of de instandhouding van de gemeenschappelijke identiteit en/of de reputatie van het franchisenet. (...)
(...)
15. Organisatie, automatisering, financiën & administratie
15.1 Franchisenemer verplicht zich ter zake de organisatie, automatisering, administratie en exploitatie van zijn [De vestiging] franchisevestiging het [De vestiging] Management Systeem te gebruiken en in stand te houden conform de instructies zoals opgenomen in deel 3 en deel 9 van het [De vestiging] Handboek. Het [De vestiging] Management Systeem bestaat uit een geïntegreerd Centraal Reserveringssysteem, het kassasysteem van de vestiging en het Boekhoudsysteem van de vestiging.
15.2 Franchisenemer is gehouden zijn administratie in te richten en benodigde gegevens ten behoeve van bedrijfsvergelijking te verstrekken overeenkomstig het [De vestiging] Management Systeem en conform het vermelde in artikel 15.1.
15.3 Franchisenemer kan zijn administratie laten verzorgen door een accountantskantoor (minimaal AA) dat door franchisegever is aangewezen. (...)
(...)
17. Wanprestatie
17.1 Indien een der partijen de bepalingen van deze overeenkomst, de daarvan deeluitmakende instructies of de daaruit voortvloeiende aanwijzingen niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomt, zal de andere partij hem bij aangetekend schrijven of bij deurwaardersexploot aanzeggen, welke maatregel(en) moet(en) worden genomen om de exploitatie respectievelijk de situatie weer in overeenstemming te brengen met deze overeenkomst, daarbij aan die ander 30 dagen gunnende om die maatregel(en) te nemen.
17.2 Mocht na afloop van de gestelde termijn blijken, dat de nalatige partij nog niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, dan zal de andere partij gerechtigd zijn deze overeenkomst met inachtneming van een termijn van 8 dagen bij deurwaardersexploot of aangetekend schrijven op te zeggen, waarbij de nalatige partij het recht zal hebben aan te tonen, dat hij binnen deze 8 dagen alsnog zijn verplichtingen is nagekomen, in welk geval de opzegging vervalt.
(...)
17.4 Een en ander laat onverlet de mogelijkheid voor elk der partijen om ontbinding van deze overeenkomst te vorderen voor de daartoe bevoegde rechter. (...)”
In het [De vestiging] Handboek, dat deel uitmaakt van de franchiseovereenkomst, is, voor zover van belang, nog bepaald:
“ (...) Deel 2 (...) 2.1 (...)
• Alle producten worden door (HACCP-gecertificeerde) leveranciers kant-en-klaar aangeleverd (deels onder private label volgens eigen receptuur), zodat ze zonder verdere bereiding in de buffetten kunnen worden gelegd. (...)
Deel 3 (...) 3.1.1 (...)
[De vestiging] Management Systeem (GMS). Ontwikkeld om snel te kunnen beschikken over de juiste managementinformatie voor franchisenemer en franchisegever, (...)
(...)
3.1.1.5
(...)
De specifiek voor [De vestiging] door franchisegever ontwikkelde software voor de kassa en de boekhouding, waarvan de onderdelen met elkaar kunnen communiceren en met het reserveringssysteem, is formule-gebonden en derhalve verplicht. Licenties op het gebruik van deze software worden alleen afgegeven aan door franchisegever geselecteerde en opgeleide arrangementsaccountant(s) en aan [De vestiging] franchisenemers. Dit betekent –indirect- ook dat franchisenemers zijn aangewezen op de arrangementsaccountant(s) (...)
(...)
Bijlage 1: Arrangementen
(...)
Verplichte arrangementen:
- assortiment: Deli-XL te Ede (...)
- administratie en accountancy op basis van GMS: [Naam accountants en belastingadviseurs] accountants en belastingadviseurs te [Vestigingsplaats]. (...)
(...) Deel 5 (...) 1.1.2
Het hoofdassortiment staat vast voor elke vestiging. (...) Het gehele assortiment, zowel hoofd- als nevenassortiment valt te allen tijde onder de franchise-verplichtingen van de franchisenemer. (...)
1.1.3 Uniformiteit
In een franchise-organisatie is uniformiteit tussen vestigingen van groot belang. Dit geldt natuurlijk ook voor het assortiment dat wordt gevoerd. Omdat van bereiding niet of nauwelijks sprake is binnen [De vestiging], wordt uniformiteit van het assortiment in hoofdzaak bepaald door uniformiteit van in te kopen producten, merken en leverancier(s). (...) Uniformiteit in leveranciers en de producten en merken die bij deze leveranciers worden ingekocht is in de [De vestiging] formule des te belangrijker en derhalve ook verplicht.
1.1.4 Private-labels
Voor de belangrijkste producten binnen het assortiment heeft franchisegever zgn. private-labels weten te bereiken. Dit wil zeggen dat het merk van het product “[De vestiging]” is.
(...)
2.1.2 Doelstelling van de inkoopbeginselen
(...)
3. Het uniformeren van de samenstelling en kwaliteit van het assortiment.
(...)
2.1.3 Inkoopverplichtingen
(...)
b) Private labels: Een groot deel van het assortiment is van het label [De vestiging] en worden derhalve 100% worden verplicht. (...)
Deel 9 (..)
2.6 Administraties: zuivere bedrijfseconomische [De vestiging] exploitatie vs. fiscale verslaglegging
(...)
Een tweede eis is dat de exploitaties vergelijkbaar moeten zijn, hetgeen betekent dat elke [De vestiging] vestiging op dezelfde wijze wordt geadministreerd voor wat betreft de [De vestiging] verslaglegging. (...)
Arrangementsaccountant [Naam accountants en belastingadviseurs] voert centraal in [Vestigingsplaats] alle [De vestiging] adminstraties volgens deze protocollen. (...)
2.6.1 Zuivere bedrijfseconomische adminstratie van de [De vestiging] exploitatie
(...)
Om een zuiver beeld te krijgen en te behouden van het bedrijfseconomisch functioneren van de [De vestiging]-formule, alsmede het zuiver kunnen vergelijken van de verschillende exploitanten (...) van dezelfde formule, is volstrekte uniformiteit van de bedrijfseconomische verslaglegging noodzakelijk en als zodanig ook voorgeschreven binnen [De vestiging]. (...)
2.6.1.c De accountant
De inhoud van dit deel is zowel bindend voor de franchisenemer als voor zijn of haar accountant. Elke accountant- of adminstratieconsulent is verplicht om volgens de inhoud van dit deel van het Handboek te werken. Doet hij of zij dit niet, dan is franchisegever bevoegd om de franchisenemer te verbieden om met de betreffende accountant te werken. Bovendien handelt de franchisenemer in zo’n geval in strijd met het franchisecontract en Handboek.
(...)
Elke franchisenemer als ook zijn/haar accountant dient verplicht en uitsluitend gebruik te maken van het door franchisegever voorgeschreven financiële pakket en het kassa-pakket. (...) teneinde te kunnen voldoen aan de formule-eisen van uniformiteit, (...)”
2.2 Bij schrijven van 1 oktober 2005 heeft BBQ [Eisers] in gebreke gesteld voor wat betreft hun verplichtingen inzake assortiment en inkoop, almede voor wat betreft hun administratieve verplichtingen. In dit schrijven is, voor zover van belang, nog vermeld:
“(...) sprake is van wanprestatie door u als franchisenemer ex. Artikel 17 van de franchise-overeenkomst. Dit betekent dat u met deze aanzegging vanaf de datum die bovenaan deze brief staat 30 (...) dagen de tijd krijgt om de situatie weer in overeenstemming te brengen met de franchise-overeenkomst (...)”
Op 3 november 2005 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen eiseres sub 2, en onder meer enkele personen van BBQ. Tijdens dit gesprek heeft eiseres sub 2 verklaard zich bewust te zijn van het feit dat zij niet conform de franchiseovereenkomst handelde. Op de vraag van BBQ of zij zich zou gaan conformeren aan de franchiseovereenkomst, heeft zij bevestigend geantwoord.
Bij schrijven van 8 november 2005 heeft BBQ aan [Eisers], voor zover van belang, bericht:
“(...) u 30 dagen de tijd is gegund op de situatie in overeenstemming met de franchise-overeenkomst te brengen.
Na afloop van deze termijn, zo constateerden wij op 1 november j.l, is gebleken dat u de situatie nog steeds niet in overeenstemming heeft gebracht met de franchise-overeenkomst. Ingevolge artikel 17.2 van de franchise-overeenkomst betekent dit dat de genoemde aanzegging hierbij een opzegging is geworden, waarbij conform het genoemde artikel u nog 8 dagen worden gegund om alsnog aan uw verplichtingen te voldoen. Deze periode van 8 dagen zijn dus voorbij op 16 november 2005, waarna onmiddellijk de franchise-overeenkomst en daaraan gekoppeld de huurovereenkomst zijn beëindigd.”
Bij brief van 25 november 2005 heeft de raadsman van BBQ [Eisers] verzocht schriftelijk aan te geven dat zij zich aan de franchiseovereenkomst gaan houden, bij gebreke waarvan de aan hen uit coulance gegunde termijn tot 31 december 2005 zou komen te vervallen, en de opzegging per direct geëffectueerd zou worden.
Bij brief van 5 december 2005 heeft BBQ aan [Eisers] bericht dat zij aan de hiervoor bedoelde eis geen gehoor hebben gegeven, waarmee de opzegging van de franchiseovereenkomst daadwerkelijk is geëffectueerd. Daarbij heeft BBQ aangegeven dat [Eisers] per 25 november 2005 geen franchisenemer meer zijn van BBQ en dat BBQ de dienstverlening aan [Eisers] met ingang van 5 december 2005 zal staken.
2.3 Inmiddels heeft BBQ de dienstverlening gestaakt:
- BBQ neemt geen reserveringen meer aan voor [Naam vestiging ] en/of geeft geen reserveringen door via het [De vestiging] Reserveringssysteem;
- BBQ verschaft [Eisers] geen toegang meer tot het zogenaamde [De vestiging]net.
Bij brief van 7 december 2005 hebben [Eisers] BBQ in gebreke gesteld. Tot op heden weigert BBQ haar hiervoor genoemde verplichtingen uit de franchiseovereenkomst na te komen.
2.4 [Eisers] stellen –kort samengevat en voor zover thans van belang- het volgende.
2.4.1 [Eisers] zijn hun verplichtingen uit de franchiseovereenkomst correct nagekomen. Voor het geval anders geoordeeld mocht worden, rechtvaardigt de beweerdelijk geleverde wanprestatie niet de opzegging/ontbinding van de franchise-overeenkomst. BBQ was derhalve niet gerechtigd de overeenkomst op te zeggen, zodat zij gehouden is de overeenkomst na te komen.
2.4.2 Vanaf in ieder geval 25 november 2005 heeft het callcenter geen reserveringen meer voor [Naam vestiging ] aangenomen. Indien het callcenter bij BBQ wordt gebeld voor een reservering bij [Naam vestiging ], wordt door de medewerkers van het callcenter medegedeeld dat reserveren voor [Naam vestiging ] niet meer mogelijk is en/of dat [Naam vestiging ] is opgeheven. Hierdoor verkeren veel potentiële klanten van [De vestiging] in de veronderstelling dat niet meer bij [De vestiging] gereserveerd kan worden. Deze handelwijze van BBQ, te weten het doorgeven van onjuiste informatie aan potentiële klanten van [Naam vestiging ], is onrechtmatig jegens [Eisers]. Laatstgenoemden hebben er dan ook belang bij dat een rectificatie door BBQ openbaar wordt gemaakt.
Gevolg van het feit dat geen reserveringen meer via het call-center van BBQ binnenkomen, is dat het aantal klanten van de vestiging van [Eisers] per direct aanzienlijk is teruggelopen, als gevolg waarvan [Eisers] inkomsten hebben gederfd en nog steeds derven. De schade over november 2005 tot en met januari 2006 zal zeker het gevorderde bedrag van € 10.000,- belopen. De schade als gevolg van het verminderd aantal klanten loopt bovendien snel op en is mogelijk zelfs onomkeerbaar. Het voortbestaan van de vestiging van [Eisers] is hierdoor acuut in gevaar.
2.4.3 Doordat [Eisers] geen toegang meer hebben tot het [De vestiging]net, missen zij wellicht belangrijke informatie die zij nodig hebben voor een goede exploitatie van hun vestiging. Hierdoor lijden zij eveneens schade.
2.4.4 [Eisers] hebben een spoedeisend belang bij na te melden vordering.
2.5 Op grond van het vorenstaande hebben [Eisers] gevorderd dat de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam ([Eisers] hebben hun eis gewijzigd aldus dat met Amsterdam, Maastricht wordt bedoeld; de wederpartij heeft zich hiertegen niet verzet, vrzgr.) bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut:
1. BBQ veroordeelt om aan [Eisers] een voorschot op schadevergoeding te betalen ten bedrage van € 10.000,- vanwege door [Eisers] gederfde omzet;
2. BBQ beveelt om haar verplichtingen jegens [Eisers] uit hoofde van de met [Eisers] gesloten franchiseovereenkomst met ingang van de betekening aan BBQ van het ten deze te wijzen vonnis na te leven, zulks op straffe van een dwangsom van € 25.000,- voor iedere dag of dagdeel dat BBQ daarmee in gebreke blijft;
3. BBQ beveelt om met ingang van betekening aan BBQ van het ten deze te wijzen vonnis de reserveringen die via het call-center dan wel via telefoonnummers van BBQ voor de vestiging van [Eisers] binnenkomen aan te nemen en aan [Eisers] door te geven, zulks op straffe van een dwangsom van € 25.000,- voor iedere dag of dagdeel dat BBQ daarmee in gebreke blijft;
4. BBQ veroordeelt om met ingang van betekening aan BBQ van het ten deze te wijzen vonnis, in twee regionale dagbladen in de directe omgeving van Spaubeek een advertentie te laten plaatsen waarin is vermeld dat het niet juist is dat niet meer gereserveerd kan worden bij de vestiging [Naam vestiging ], doch dat zoals gebruikelijk reserveringen kunnen worden gedaan via het callcenter van BBQ onder nummer 0900-43935544, dan wel BBQ veroordeelt tot openbaarmaking van een rectificatie op een door de voorzieningenrechter aan te geven wijze, zulks op straffe van een dwangsom van € 25.000,- voor iedere dag of dagdeel dat BBQ daarmee in gebreke blijft;
5. BBQ beveelt om met ingang van de betekening aan BBQ van het ten deze te wijzen vonnis aan [Eisers] de toegang tot het [De vestiging]Net te verschaffen en deze toegang aan [Eisers] te blijven verschaffen, zulks op straffe van een dwangsom van
€ 25.000,- voor iedere dag of dagdeel dat BBQ daarmee in gebreke blijft;
6. BBQ veroordeelt in de kosten van het geding.
2.6 De vordering wordt door BBQ weersproken, waartoe wordt verwezen naar de ter terechtzitting voorgedragen, en vervolgens aan de stukken toegevoegde, pleitnota.
Op het verweer wordt, voor zover van belang, hierna ingegaan.
3. De beoordeling
3.1 Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de zaak.
3.2 BBQ heeft de franchisevereenkomst met [Eisers] opgezegd. De opzeggingsgronden zijn de volgende.
- schending inkoop- en assortimentsverplichting;
- niet nakoming administratieverplichting.
[Eisers] stellen zich op het standpunt dat van wanprestatie hunnerzijds geen sprake is, dan wel dat (de ernst van) een eventuele wanprestatie geen opzegging/ontbinding rechtvaardigt.
3.3 De kernvraag in onderhavige zaak is of [Eisers] zijn tekortgeschoten in de nakoming van de franchiseovereenkomst en, zo ja, of de wanprestatie de opzegging/ontbinding van de franchiseovereenkomst rechtvaardigt.
Opzeggingsgrond I: schending inkoop/afnameverplichting
Vast staat dat BBQ het vanaf medio juni/juli 2005 tot 15 november 2005 heeft toegestaan dat [Eisers] het vlees niet bij de contractleverancier inkochten. In het hiervoor bij 2.2 aangehaalde gesprek tussen partijen, hebben [Eisers] op verzoek van BBQ evenwel aangegeven zich weer te zullen houden aan het franchisecontract.
BBQ heeft aangevoerd dat [Eisers] zich, ondanks hun hiervoor bedoelde toezegging, niet aan het contract houden. Zij betrekken het vlees nog immer niet bij [Naam leverancier], de contractleverancier via Deli-XL, maar bij een derde. Dit levert volgens BBQ een tekortkoming in de nakoming van de franchiseovereenkomst op die opzegging rechtvaardigt, mede nu dit handelen de uniformiteit van de [De vestiging]-keten ernstig aantast.
[Eisers] hebben ter zitting erkend dat zij het vlees nog steeds bij een derde inkopen, en tevens erkend dat zij zich daarmee niet aan het franchisecontract houden. Omdat veel klanten klagen over de kwaliteit van het vlees, hebben [Eisers] zich naar eigen zeggen genoodzaakt gezien het vlees bij een andere leverancier in te kopen, mede nu zij in betalingsproblemen verkeren en om het hoofd boven water te houden zo goedkoop mogelijk willen inkopen. Volgens hen wordt de formule/uniformiteit/ imago van de [De vestiging]-keten niet aangetast, omdat –kort gezegd- het assortiment onveranderd is en het vlees zelfs van betere kwaliteit is. Daarbij hebben ze aangevoerd dat de franchisebepalingen uit de overeenkomst die zien op, zo begrijpt de voorzieningenrechter, de verplichte inkoop bij [Naam leverancier], in strijd zijn met (Europees) mededingingsrecht.
De voorzieningenrechter oordeelt terzake als volgt.
Het belang van inkoopverplichtingen is onder meer dat franchisenemers uniforme producten aanbieden. In het algemeen zijn inkoopverplichtingen alleen toelaatbaar als zij noodzakelijk zijn om het imago van de franchiseketen in stand te houden. Anders gezegd: zij zijn enkel toegestaan ten aanzien van goederen die uitsluitend zijn te verkrijgen bij de franchisegever of door hem aangewezen leveranciers en een meerwaarde bevatten ten opzichte van gelijksoortige goederen die elders kunnen worden betrokken. Indien bijvoorbeeld sla aan objectieve kwaliteitseisen voldoet, is de franchisenemer vrij die sla af te nemen van een door hem gekozen leverancier. Is de sla echter verpakt in een zakje dat het merk en/of andere uiterlijke kenmerken van de franchiseketen draagt, dan is de franchisenemer wel te verplichten uitsluitend die zakjes sla aan te schaffen. Hetzelfde geldt voor zaken die volgens een geheime procedure door of namens franchisegever zijn vervaardigd, zoals de kip van Kentucky Fried Chicken en de hamburger van Mc Donalds.
[Naam vestiging ] is een indoor barbecue restaurant. De essentie van een barbecue-restaurant wordt gevormd door het vlees. Uit artikel 7 van de franchiseovereenkomst volgt kort gezegd dat [Eisers] de contractproducten waarvoor het onuitvoerbaar is objectieve kwaliteitseisen toe te passen, bij de contractleverancier, derhalve bij [Naam leverancier], moet betrekken. Vast staat dat het vlees door [Naam leverancier] kant en klaar wordt aangeleverd, dit deels onder private label volgens eigen receptuur, zodat het vlees zonder verdere bereiding in de buffetten kan worden gelegd. [Naam leverancier] levert aan alle aangesloten franchisenemers.
Nu vast staat dat een deel van het vlees door van Brussel wordt geleverd onder private label, handelt BBQ niet in strijd met de mededinging door [Eisers] te verplichten het vlees uitsluitend bij [Naam leverancier] te betrekken. Ook staat vast dat het vlees bij [Naam leverancier] op een bepaalde wijze gemarineerd/bewerkt wordt, althans dat er een bijzondere receptuur voor geldt. Bij een andere leverancier zal dat weer een ander(e) marinade/recept (en daarmee smaak) opleveren. Alsdan vormt de verplichting om het vlees bij van Brussel te betrekken, naar het oordeel van de voorzieningenrechter een gerechtvaardigde uitzondering op het verbod van beperking van mededinging. Immers, door [Eisers] te verplichten bij [Naam leverancier] in te kopen, wordt uniformiteit van het assortiment bij alle [De vestiging]-vestigingen gewaarborgd.
Hoewel de voorzieningenrechter begrip heeft voor het standpunt van [Eisers] dat zij uit oogpunt van kostenbesparing zo goedkoop mogelijk willen inkopen, oordeelt de voorzieningenrechter dat ten gevolge van het handelen van [Eisers], in hun restaurant ander(e smaak) vlees wordt geserveerd dan in de overige vestigingen, waarmee de uniformiteit van het assortiment van de [De vestiging]-keten, anders dan [Eisers] stellen, wel degelijk wordt aantast. Dit volgt ook uit de stelling van [Eisers] ter zitting dat (in ieder geval) kip (“Piri piri”) in het assortiment ontbreekt.
Dat BBQ handelt in strijd met EG-recht door [Eisers] te verbieden producten van gelijke kwaliteit elders aan te schaffen, gaat, gelet op het vorenstaande, niet op, mede nu [Eisers] zelf hebben aangegeven dat het door hen ingekochte vlees niet gelijk (want: beter) is aan het vlees van de contractleverancier. Indien bijvoorbeeld een Mc Donalds-franchisenemer een Big Mac wil verkopen van een betere kwaliteit vlees, kan het enkele argument dat dit beter vlees (en eventueel ook goedkoper vlees) is, hem niet baten. Een Mc Donalds klant krijgt overal ter wereld een Big Mac voorgeschoteld die hetzelfde smaakt. Daar zit nu in het algemeen juist ook de kracht van een franchise. Bovendien, over smaak valt niet te twisten. Wat de een beter of lekkerder vindt, hoeft voor een ander niet te gelden.
Gelet op het voorgaande, en gelet op het feit dat [Eisers] ter zitting hebben aangegeven, zo begrijpt de voorzieningenrechter, (ook in de toekomst) niet te kunnen voldoen aan de assortimentsverplichting vanwege de daarmee gepaard gaande hogere kosten, oordeelt de voorzieningenrechter dat – de termijn van 30 dagen om de situatie weer in overeenstemming te brengen met de franchiseovereenkomst, hebben [Eisers] niet benut, hetgeen ook geldt voor de nadien gegeven termijn van 8 dagen- er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de franchiseovereenkomst zijdens [Eisers], welke tekortkoming niet van ondergeschikte of geringe betekenis is, mede vanwege het feit dat het bij een zaak als [De vestiging], zoals hiervoor reeds werd weergegeven, in essentie draait om het vlees.
Dat meerdere franchisenemers het vlees elders zouden kopen, kan, zo al van belang, niet tot een ander oordeel leiden, nu dit in het kader van onderhavig kort geding onvoldoende aannemelijk is geworden en bovendien onduidelijk is of dit op zo grote schaal gebeurt dat dit tot de conclusie zou moeten leiden dat de wanprestatie van [Eisers] de opzegging niet rechtvaardigt.
Opzeggingsgrond II: schending administratieverplichting
Voor wat betreft schending van de administratieverplichting, komt de voorzieningenrechter tot eenzelfde oordeel.
[Eisers] hebben zich contractueel verbonden tot gebruikmaking van het [De vestiging] Boekhoudsysteem, zoals onder meer volgt uit het hiervoor geciteerde artikel 15 van de franchiseovereenkomst. Dit systeem is uitsluitend ter beschikking gesteld aan [Naam accountants en belastingadviseurs].
[Eisers] hebben ter zitting erkend dat zij uit oogpunt van kostenbesparing [naam administratiekantoor 2] sedert 2003 (een deel van) hun administratie laten verzorgen.
Tussen partijen is in confesso dat ook een andere accountant mag administreren, zolang dat gebeurt volgens het [De vestiging] Boekhoud Systeem. BBQ geeft daarbij wel aan dat bedoeld boekhoudsysteem uitsluitend aan [Naam accountants en belastingadviseurs] ter beschikking is gesteld, waardoor [Eisers] de facto zijn aangewezen op, zoals ook uit het franchisecontract volgt, [Naam accountants en belastingadviseurs]. Volgens BBQ ging het administreren door Deloitte en Touche tot december 2005 goed, doch voldoet de wijze van administreren sedertdien niet aan het [De vestiging] Systeem.
Dat Dirks de facto alleen bij [Naam accountants en belastingadviseurs] terecht kan voor de boekhouding, levert volgens Dirks een schending van (europees) mededingingsrecht op.
De voorzieningenrechter oordeelt voorshands dat er van schending van (europees) mededingingsrecht geen sprake is. Clausules ter regeling van het toezicht dat onmisbaar is voor het behoud van de identiteit en de reputatie van de door de handelsnaam gesymboliseerde organistatie, gelden niet als beperkingen van de mededinging. De franchisegever dient immers te beschikken over de nodige informatie voor diens bedrijfsvoering en voor de advisering aan franchisenemers. Eenvormige administratie heeft tot doel eenvoudig een goede vergelijking te kunnen maken tussen het financiële reilen en zeilen van de verschillende franchisenemers. Om die reden mag de franchisegever eisen stellen aan de wijze waarop de administratie wordt verzorgd door de franchisenemer.
[Eisers] hebben aangegeven dat zij, of [naam administratiekantoor 2], alle gegevens kunnen aanleveren als duidelijk is welke gegevens zijn vereist. In sommige gevallen moet [Naam accountants en belastingadviseurs], zo begrijpt de voorzieningenrechter, eerst aangeven welke gegevens zij (nog) behoeft, alvorens op de juiste wijze wordt/kan worden geadministreerd. Hieruit volgt dat niet (volledig) volgens het [De vestiging] Boekhoudsysteem wordt gewerkt. Bovendien doet de handelwijze van [Eisers] afbreuk aan het (doel van het) door BBQ bedachte en gehanteerde systeem. Dit systeem is bedacht om eenvoudig, zonder veel tijdsverlies, vergelijkingen te kunnen maken. Indien een van de franchisenemers uit de pas rijdt, en BBQ (of [Naam accountants en belastingadviseurs]) herhaaldelijk info moet verstrekken om de gegevens te verkrijgen die zij verlangt, haalt dit doel van het systeem onderuit. Gelet hierop, en gelet op het feit dat de termijn van 30 dagen om de situatie weer in overeenstemming te brengen met de franchiseovereenkomst, door [Eisers] niet is benut, hetgeen ook geldt voor de nadien gegeven termijn van 8 dagen, kan ook hiervan niet gezegd worden dat dit een tekortkoming van ondergeschikte betekenis is.
Op basis van al het voorgaande kon BBQ naar het oordeel van de voorzieningenrechter met recht de overeenkomst opzeggen.
3.4 [Eisers] hebben –kort gezegd- nog aangevoerd dat op BBQ een bijzondere zorgplicht rust om de franchisenemers blijvend te adviseren, te begeleiden en met hen in overleg te treden om te komen tot een situatie waarbij beide partijen profijt hebben, op grond waarvan zij tenminste een geringe afwijking van het contract dienen toe te staan.
Dit standpunt kan reeds niet tot een ander oordeel leiden vanwege het feit dat de voorzieningenrechter met BBQ van oordeel is dat het in casu geen geringe afwijking van het contract betreft. Bovendien kan de gehoudenheid tot steun en overleg niet ertoe leiden dat voor iedere wanprestatie of elk (financieel) probleem van de franchisenemer een oplossing gevonden dient te worden. De voorzieningenrechter kan de frustratie van [Eisers] vanwege onder meer het gestelde “eenrichtingsverkeer” begrijpen, doch dit is in beginsel inherent aan het gehanteerde systeem van “hard franchising”.
3.5 Dat de gevolgen, zo al van belang, van de opzegging voor [Eisers] in geen verhouding staan tot het belang van BBQ –dat de gevolgen voor [Eisers] groot zijn, staat buiten kijf-, deelt de voorzieningenrechter, gelet op het voorgaande, niet, mede nu BBQ ook tot taak heeft de belangen van de overige franchisenemers te bewaken, hetgeen mede wordt verwezenlijkt door controle op exploitatie van de vestigingen, en het bewaken van de uniformiteit.
3.6 Op grond van het vorenstaande dient het door [Eisers] gevorderde te worden afgewezen. Zij zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter van de rechtbank te Maastricht:
RECHT DOENDE in kort geding:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt [Eisers] in de kosten van de procedure aan de zijde van BBQ gerezen, tot aan deze uitspraak begroot op € 244,- aan vast recht en € 816,- voor salaris procureur.
Dit vonnis is gewezen door mr. Bergmans, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
F.B.