ECLI:NL:RBMAA:2006:AY5708
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. J. Wöretshofer
- F.M. van Maanen Winters
- mr. R. Niessen
- Rechtspraak.nl
Onbevoegde doorzoeking van woning leidt tot uitsluiting van bewijs in drugszaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 5 juli 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine en cocaïne. De rechtbank oordeelde dat de woning van de verdachte onbevoegd was doorzocht door de politie, wat leidde tot de conclusie dat de aangetroffen drugs onbevoegd in beslag waren genomen. De politie had op 5 juli 2006 zonder toestemming van de bewoner de woning betreden, met een machtiging tot binnentreden die op dezelfde datum was verstrekt door een hulpofficier van justitie. De rechtbank stelde vast dat de voorwaarden voor het binnentreden en doorzoeken van de woning niet waren nageleefd, zoals vereist door de artikelen 96 en 110 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank benadrukte dat er een dwingende voorwaarde is voor het binnentreden, namelijk de ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit of de verdenking van een misdrijf, wat in deze zaak niet was aangetoond. Hierdoor werd het bewijs dat was verkregen tijdens de doorzoeking uitgesloten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging, omdat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. Daarnaast werden er enkele in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer, omdat deze in strijd waren met de wet. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de wettelijke procedures bij het binnentreden en doorzoeken van woningen, ter bescherming van de grondrechten van burgers.