ECLI:NL:RBMAA:2006:AZ6276
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.A.J. Broekman
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid werkgever voor burn-out en depressieve klachten van werknemer
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 13 december 2006 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een werknemer en zijn werkgever. De werknemer, vertegenwoordigd door mr. W.A. van Veen, vorderde een schadevergoeding van zijn werkgever, die werd vertegenwoordigd door mr. H.P.M. Stevelmans. De werknemer stelde dat hij in de uitoefening van zijn werkzaamheden een burn-out met depressieve klachten had opgelopen, en dat de werkgever haar zorgplicht jegens hem niet was nagekomen. De rechtbank had eerder aan de werkgever een bewijsopdracht verstrekt om aan te tonen dat de werknemer geen burn-out had opgelopen door een schending van de zorgplicht.
De werkgever heeft echter geen getuigen laten horen en geen andere bewijsmiddelen ingebracht. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen dat de werkgever aan haar zorgplicht had voldaan. De rechtbank oordeelde dat de werkgever toerekenbaar tekortgeschoten was in haar verplichtingen op grond van artikel 7:658 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, en dat zij aansprakelijk was voor de schade die de werknemer hierdoor had geleden.
De rechtbank kon echter niet de schade begroten, omdat de werknemer onvoldoende cijfermatige onderbouwing had gegeven en de werkgever deze betwistte. Daarom werd de vordering tot betaling van een voorschot van € 25.000,- op de schadevergoeding afgewezen. De rechtbank besloot dat de schade in een aparte schadestaatprocedure moest worden vastgesteld.
De rechtbank veroordeelde de werkgever tot vergoeding van de schade, zowel materieel als immaterieel, en stelde de proceskosten vast op € 3.847,92, waarvan een deel voor deskundigenkosten en een deel voor het salaris van de gemachtigde. Het vonnis werd uitvoerbaar verklaard bij voorraad, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.