ECLI:NL:RBMAA:2007:BB7445

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
8 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
123852 /FA RK 07-1454
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.J. Hazen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot neerlegging van afspraken in echtscheidingsbeschikking

Op 17 september 2007 hebben partijen, verzoeker 1 en verzoeker 2, een gezamenlijk verzoek ingediend bij de Rechtbank Maastricht om de echtscheiding uit te spreken. De rechtbank heeft op 10 oktober 2007 de echtscheiding uitgesproken. Vervolgens hebben partijen op 25 oktober 2007 een verzoek ingediend om de afspraken die zij in een echtscheidingsconvenant hebben gemaakt, in een beschikking vast te leggen. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat op grond van artikel 819 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering partijen niet ontvankelijk zijn in hun verzoek. Dit artikel biedt de mogelijkheid om bij een gemeenschappelijk verzoekschrift in scheidingszaken de onderlinge regelingen in de beschikking op te nemen, maar aangezien de echtscheiding al was uitgesproken, was het verzoek niet gegrond op de wet. De rechtbank heeft daarom besloten om partijen niet-ontvankelijk te verklaren in hun verzoek. De beschikking is gegeven door mr. A.J. Hazen en is op 8 november 2007 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak: 8 november 2007
Zaaknummer: 123852 / FA RK 07-1454
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de navolgende beschikking gegeven inzake:
[namen verzoeker 1],
wonende te Heerlen,
verder te noemen: partij [1.],
en:
[verzoeker 2],
wonende te Heerlen,
verder te noemen: partij [2.],
verzoekers,
procureur mr. S.X.J. Zuidema.
1. Verloop van de procedure
Partij [1.] en partij [2.] hebben op 25 oktober 2007 een ge¬meen¬schap¬pe¬lijk ver-zoekschrift tot neerlegging van afspraken in een beschikking ingediend.
Partij [1.] en partij [2.] hebben bij het verzoekschrift overgelegd een door hen ondertekend echtscheidingsconvenant.
2. Beoordeling
Partij [1.] en partij [2.] hebben op 17 september 2007 een gemeenschappelijk verzoekschrift tot echtscheiding ingediend bij deze rechtbank, welk verzoek is geregistreerd onder zaaknummer 122818/S RK07-1090. De rechtbank heeft op 10 oktober 2007 een eindbeschikking gegeven in die procedure.
Partij [1.] en partij [2.] stellen dat bij indiening van hun verzoekschrift tot echt-scheiding abusievelijk niet is verzocht om opname van hetgeen zij ten aanzien van de verdeling zijn overeengekomen. Zij verzoeken thans alsnog om hun afspraken, welke zij hebben neergelegd in een echtscheidingsconvenant, in een beschikking op te nemen.
Artikel 819 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering biedt de gelegenheid om bij een gemeenschappelijk verzoekschrift in scheidingszaken de tussen partijen getroffen onderlinge regelingen geheel of gedeeltelijk in de beschikking op te nemen. Met deze beschikking wordt door de wetgever de echtscheidingsbeschikking bedoeld.
Nu de rechtbank reeds bij eindbeschikking d.d.10 oktober 2007 de echtscheiding tussen partijen heeft uitgesproken is het verzoek van partij [1.] en partij [2.] niet gegrond op de wet. De rechtbank zal partijen derhalve niet-ontvankelijk verklaren in hun verzoek.
3. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart partij [1.] en partij [2.] niet-ontvankelijk in hun verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Hazen, rechter, en in het openbaar uit¬ge¬sproken op 8 november 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.
VH