ECLI:NL:RBMAA:2007:BC1020
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige binnentreding en bewijsuitsluiting bij hennepplantage
In deze zaak heeft de politierechter van de Rechtbank Maastricht op 20 december 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het telen van hennepplanten en het illegaal afnemen van elektriciteit. De zaak kwam voort uit een anonieme melding over een hennepplantage in een pand aan de Persoonstraat in Bocholtz. De politierechter oordeelde dat de melding, in combinatie met een netmeting van het elektriciteitsverbruik van meerdere panden, onvoldoende was om een redelijk vermoeden van schuld vast te stellen. De politierechter benadrukte dat voor een dergelijk vermoeden aanvullend onderzoek noodzakelijk is, en dat de netmeting geen specifieke informatie over het onderzochte pand opleverde. Hierdoor werd het binnentreden in het pand als onrechtmatig beschouwd.
De politierechter concludeerde dat de aangetroffen kwekerij en de aangifte van Essent niet als bewijs konden worden gebruikt, omdat er geen objectieve informatie was die het redelijk vermoeden van schuld kon onderbouwen. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat het dossier onvoldoende bewijsmiddelen bevatte om tot een veroordeling te komen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de betrouwbaarheid van anonieme meldingen en de noodzaak van aanvullend bewijs bij het vaststellen van een redelijk vermoeden van schuld.
De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een taakstraf, maar de politierechter oordeelde anders. Ondanks de vrijspraak, werd er wel een beslissing genomen over de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen voorwerpen, aangezien er vastgesteld was dat er een strafbaar feit was begaan, namelijk het aanwezig zijn van een hennepplantage. De uitspraak werd gedaan door mr. M.C.A.E. van Binnebeke, in aanwezigheid van griffier mr. S. Josephs.