ECLI:NL:RBMAA:2008:BC1628
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verwijdering van bomen door buren
In deze zaak hebben eisers, buren van gedaagde, gevorderd dat gedaagde alle bomen binnen twee meter van de rooilijn zou verwijderen, op straffe van een dwangsom. Gedaagde heeft echter aangevoerd dat eisers ten onrechte haar echtgenoot niet hebben gedagvaard, aangezien de bomen in onverdeelde eigendom zijn van haar en haar echtgenoot. Gedaagde heeft ook betwist dat er sprake is van overlast en heeft gesteld dat de bomen een grote landschappelijke waarde hebben. Bovendien heeft gedaagde aangevoerd dat de vordering van eisers verjaard is, omdat de bomen al dertig tot veertig jaar staan.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering van eisers niet kan worden toegewezen, omdat zij niet alle rechthebbenden (gedaagde en haar echtgenoot) in de procedure hebben betrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat het noodzakelijk is om beide eigenaren te betrekken bij de vordering, omdat een uitspraak tegen slechts één eigenaar niet effectief zou zijn. De rechtbank heeft ook overwogen dat het kappen van de bomen een inbreuk zou maken op het mede-eigendomsrecht van de echtgenoot van gedaagde, wat niet op goede grond kan worden geëist.
Daarom heeft de rechtbank eisers niet ontvankelijk verklaard in hun vordering en hen veroordeeld in de proceskosten van gedaagde. De uitspraak is gedaan op 9 januari 2008 door rechter J.J. Verhoeven.