ECLI:NL:RBMAA:2008:BC5445
Rechtbank Maastricht
- Raadkamer
- E.W.A. van den Berg
- Rechtspraak.nl
Beslag op gegevensdragers met strafbare en niet-strafbare gegevensbestanden
In deze zaak heeft de rechtbank Maastricht op 21 februari 2008 uitspraak gedaan over een klaagschrift van de belanghebbende, die verzocht om teruggave van niet-strafbare gegevensbestanden die op zijn in beslag genomen computers waren aangetroffen. De belanghebbende, een international marketing consultant, had in augustus 2007 negen computers in beslag laten nemen op verdenking van het bezit van kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank oordeelde dat de officier van justitie niet verplicht was om de niet-strafbare gegevensbestanden terug te geven, omdat het beslag rustte op de gegevensdragers, en niet op de bestanden zelf. De rechtbank benadrukte dat de gegevensbestanden geen zelfstandig bestaansrecht hebben zonder de gegevensdragers en dat de aanwezigheid van strafbare bestanden het beslag op de dragers rechtvaardigt.
De belanghebbende voerde aan dat het beslag onrechtmatig was en dat hij de niet-strafbare gegevens nodig had voor zijn zakelijke belangen. De officier van justitie verweerde zich door te stellen dat het ondoenlijk was om de niet-strafbare bestanden van de strafbare te scheiden, wat een onevenredige inspanning van de opsporingsdiensten zou vergen. De rechtbank onderschreef dit standpunt en concludeerde dat de belangenafweging in het voordeel van het openbaar ministerie uitviel. De rechtbank verklaarde het klaagschrift ongegrond, omdat de rechtmatigheid van het beslag was gegeven door de aanwezigheid van kinderpornografische bestanden op de in beslag genomen computers. De beslissing werd genomen in het kader van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, dat de procedure voor teruggave van in beslag genomen goederen regelt.