ECLI:NL:RBMAA:2008:BC7487
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. Groen
- Rechtspraak.nl
Opheffing van bewind zonder verzoek van de wet aangewezen personen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 6 maart 2008 uitspraak gedaan over de opheffing van een bewind. Het verzoek tot opheffing was ingediend door de bewindvoerder van de rechthebbende, die formeel niet tot de kring van personen behoort die een opheffingsverzoek kunnen indienen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de materiële vereisten voor het voortbestaan van het bewind niet meer aanwezig zijn, waardoor het bewind ambtshalve als opgeheven moet worden beschouwd. De rechter benadrukt dat, hoewel de wet geen expliciete bevoegdheid biedt om het bewind ambtshalve op te heffen, de fundamentele rechtsbeginselen vereisen dat een rechtsfiguur niet langer van toepassing kan zijn als de voorwaarden voor toepassing niet meer bestaan.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 1 augustus 2007 was ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 25 februari 2008, waarbij de verzoeker aanwezig was. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de bewindvoerder zijn taak niet kan vervullen door de gedragingen van de rechthebbende. Daarom heeft de kantonrechter besloten om het bewind ambtshalve op te heffen, met ingang van de datum van de beslissing. De bewindvoerder is verplicht om voor 1 mei 2008 een eindrekening en verantwoording af te leggen over het gevoerde bewind, wat moet gebeuren bij het Bewindsbureau van de Rechtbank Maastricht.
Deze uitspraak onderstreept het belang van de materiële vereisten voor het voortbestaan van een bewind en de rol van de rechter in het waarborgen van fundamentele rechtsbeginselen, zelfs wanneer de formele procedures niet kunnen worden gevolgd.