ECLI:NL:RBMAA:2008:BC9228
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.C. Casparie
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot plaatsing in gesloten jeugdzorg voor minderjarige
In deze zaak heeft de kinderrechter op 27 maart 2008 uitspraak gedaan over een verzoek tot machtiging voor de plaatsing van een minderjarige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. De zaak betreft een minderjarige, geboren in 1991, wiens belangen door de rechtbank zorgvuldig zijn afgewogen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de strikte toepassing van de nieuwe wetgeving, die op 1 januari 2008 in werking is getreden, zou leiden tot een afwijzing van het verzoek, wat niet in het belang van de minderjarige zou zijn. De rechtbank heeft in de eerste maanden na de inwerkingtreding van deze wet te maken gehad met onduidelijkheden en problemen met de wettelijke vereisten, wat heeft geleid tot een tijdelijke regeling waarbij Bureau Jeugdzorg de gelegenheid kreeg om de benodigde documenten alsnog te overleggen.
Tijdens de zitting op 26 maart 2008 heeft de raadsman van de minderjarige, mr. J.A. Moonen, zijn verbazing geuit over de eerdere beschikking van 18 februari 2008, waarin het verzoek voor een bepaalde periode was toegewezen, maar waarbij de beslissing over de resterende termijn was aangehouden. De kinderrechter heeft in overweging genomen dat het in het belang van de minderjarige is om haar verblijf in de Hunnerberg niet te beëindigen, aangezien zij daar goede contacten heeft en een positieve ontwikkeling doormaakt. De kinderrechter heeft besloten om de machtiging voor een periode van twee maanden toe te wijzen, met ingang van 1 april 2008, en heeft de beslissing over de resterende termijn aangehouden. Dit biedt de betrokken partijen de tijd om te voldoen aan de wettelijke vereisten die zijn gesteld bij een verzoek om gesloten jeugdzorg.
De kinderrechter heeft benadrukt dat het van groot belang is dat de minderjarige niet terugkeert naar een onveilige situatie en dat de benodigde documenten tijdig worden overgelegd door Bureau Jeugdzorg. De beslissing is genomen met het oog op de bescherming en het welzijn van de minderjarige, waarbij de rechtbank de belangen van alle betrokken partijen in overweging heeft genomen. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen de gestelde termijn.