ECLI:NL:RBMAA:2008:BC9392

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
11 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
127902/KG ZA 08-126
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M. Bergmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geldigheid van inschrijving bij aanbesteding en procedurele eisen

In deze zaak heeft de besloten vennootschap INSTALLATIEBEDRIJF [EISERES] B.V. (hierna: eiseres) de gemeente Wijchen (hierna: gedaagde) gedagvaard in kort geding. Eiseres had deelgenomen aan een openbare aanbesteding voor werktuigbouwkundige werkzaamheden en stelde dat zij een geldige inschrijving had gedaan. De gemeente had echter de inschrijving ongeldig verklaard omdat eiseres niet had voldaan aan de eisen zoals gesteld in de aankondiging en het bestek. Eiseres betoogde dat zij de vereiste documenten, namelijk het inschrijvingsbiljet en de begroting, in aparte gesloten enveloppen had ingediend, maar deze in één grotere envelop had gestopt. De gemeente weigerde de inschrijving te openen en stelde dat de inschrijving niet voldeed aan de gestelde eisen.

De voorzieningenrechter heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de gemeente de envelop van eiseres had moeten openen om te controleren of de inschrijving aan de eisen voldeed. De voorzieningenrechter oordeelde dat de wijze van indienen, waarbij de documenten in één grotere envelop waren geplaatst, niet in strijd was met de eisen zoals vermeld in de aankondiging en het bestek. De rechter benadrukte dat de beoordeling van de geldigheid van de inschrijving voorbehouden is aan de aanbesteder, in dit geval de gemeente. De voorzieningenrechter heeft de gemeente dan ook bevolen om de envelop van eiseres te openen en de inschrijving te beoordelen.

De vordering van eiseres om toegelaten te worden tot de aanbestedingsprocedure en de gunning van het werk werd afgewezen, omdat dit afhankelijk was van de beoordeling van de inschrijving. De gemeente werd veroordeeld in de proceskosten van eiseres. Dit vonnis is gewezen door mr. M. Bergmans, voorzieningenrechter, en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak: 11 april 2008
Zaaknummer : 127902 / KG ZA 08-126
De voorzieningenrechter, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende kort gedingvonnis gewezen
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INSTALLATIEBEDRIJF [EISERES] B.V., h.o.d.n. [EISERES] TECHNISCHE INSTALLATIES,
gevestigd en kantoor houdende te Uden,
eiseres in kort geding,
advocaat mr. I.C.M. Janssen, kantoor houdende te Veghel,
procureur mr. W.C.M. Coenen;
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE WIJCHEN,
zetelende te Wijchen,
gedaagde in kort geding,
verschenen bij monde van de heer [X], projectleider, en de heer [Y], architect.
1.Het verloop van de procedure
Eiseres, hierna te noemen “[eiseres]”, heeft gedaagde, hierna te noemen “de gemeente”, gedagvaard in kort geding. Op de dienende dag, 7 april 2008, heeft [eiseres] gesteld en gevorderd overeenkomstig de inhoud van de dagvaarding, waarna zij haar vordering met verwijzing naar op voorhand toegezonden producties kort nader heeft doen toelichten. Daarbij heeft zij met instemming van de gemeente nog een productie overgelegd, te weten de afwijzingsbrief.
De gemeente heeft verweer gevoerd. Partijen hebben daarna op elkaars stellingen gereageerd.
Ten slotte heeft [eiseres] om vonnis verzocht. De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.
2.Het geschil
2.1 Op 24 oktober 2007 heeft de gemeente aangekondigd dat zij zal overgaan tot de openbare aanbesteding van het bouwen van een multifunctioneel gebouw met daarin een basisschool, BSO, multifunctionele sportzaal, schietkelder en turnzaal. Drie percelen worden apart aanbesteed. Perceel 3 betreft: werktuigbouwkundige werkzaamheden volgens bestek nr. 229578 W d.d. 03-12-2007 met bijbehorende tekeningen van Grontmij Nederland B.V..
Volgens de aankondiging en het bestek betreft het een nationale aanbesteding volgens de openbare procedure overeenkomstig het ARW 2005.
[eiseres] heeft zich als gegadigde voor perceel 3 aangemeld. Bij schrijven van 29 november 2007 is [eiseres] onder toezending van het bestek algemeen (nr. 06127) en het bestek W (nr. 229578) namens de gemeente uitgenodigd voor het maken van een prijsaanbieding voor de werktuigbouwkundige werkzaamheden ten behoeve van de nieuwbouw ‘herinrichting van sportpark Woezik’ aan de Suikerbergseweg 2- 6 te Wijchen.
2.2 In de aankondiging is onder punt K het volgende vermeld:
“De aanbesteding geschiedt bij inschrijving. Elke inschrijving dient te zijn voorzien van een inschrijvingsbiljet dat is ondertekend door de inschrijver en is opgesteld volgens model G van het ARW 2005.
De inschrijvingsbiljetten dienen in de daarvoor bestemde bus gedeponeerd te worden op de plaats en datum van aanbesteding, tussen 9.00 uur en 12.00 uur. Van elke inschrijving dient tevens in een separate, gesloten enveloppe de begroting te worden overgelegd.”
In het bestek met nummer 06127 is voor zover thans van belang vermeld:
“(…) De gegevens die door de inschrijver moeten worden overgelegd om in aanmerking te kunnen komen voor de opdracht van het werk zijn:
De inschrijvingsbiljetten dienen, ondertekend door de directie of door een namens de directie bevoegd cq. gemachtigd persoon, in de daarvoor bestemde bus gedeponeerd te worden op de plaats en datum van de aanbesteding zoals vermeld in de uitnodigingsbrief; de begroting dient eveneens in een gesloten enveloppe met daarop vermeld de aanduiding: “begroting”, te worden gedeponeerd in voornoemde bus (…)”.
2.3 De aanbesteding heeft op 1 februari 2008 plaatsgevonden. Op die datum heeft [eiseres] binnen de daartoe aangewezen tijd een gesloten envelop gedeponeerd met daarin naar haar zeggen twee gesloten enveloppen. Op één van die enveloppen zou staan “inschrijvingsbiljet” en op de andere “begroting”.
2.4 Bij schrijven van 12 maart 2008 heeft DMV architecten namens de gemeente aan [eiseres], voor zover thans van belang, het volgende bericht:
“Hierbij delen wij u mee dat de opdracht die het onderwerp is van bovengenoemde aanbesteding niet aan uw organisatie zal worden gegund.
De reden hiervoor is ongeldigheid van uw inschrijving.
Wij troffen van uw bedrijf namelijk geen inschrijvingsbiljet én een separate gesloten enveloppe met begroting aan zoals gevraagd onder punt K) in de aankondiging maar enkel één enveloppe zonder gespecificeerde opgave van de inhoud.
Uw inschrijving voldoet hierdoor niet aan de eisen als gesteld onder punt K) in de aankondiging en is zodoende ongeldig. (…)”
2.5 [eiseres] stelt –kort samengevat en voor zover thans van belang- het volgende.
[eiseres] heeft overeenkomstig het bestek zowel het inschrijvingsbiljet als de begroting met de voorgeschreven aanduiding in twee aparte gesloten enveloppen gedaan. Vervolgens heeft [eiseres] beide gesloten enveloppen in één envelop gedaan en deze envelop op 1 februari 2008 in de bus gedeponeerd. Deze wijze van indienen wordt niet door de aankondiging, het bestek of het ARW 2005 verboden. De inschrijving van [eiseres] voldoet dan ook aan de eisen zoals vermeld in het reglement, de aankondiging en het bestek.
[eiseres] is de laagste inschrijver. Dit weet [eiseres] sedert kennisname van het proces-verbaal van aanbestedingen. Het werk zal worden opgedragen aan de inschrijver met de laagste inschrijfprijs. [eiseres] heeft een spoedeisend belang bij na te melden vorderingen.
2.6 Op grond van het vorenstaande heeft [eiseres] gevorderd dat de voorzieningenrechter bij vonnis ex artikel 254 Rv, uitvoerbaar bij voorraad, de navolgende voorziening(en) geeft:
te verklaren dat [eiseres] in het kader van de aanbesteding een geldige inschrijving heeft gedaan door het aanbieden van één envelop met daarin twee gesloten enveloppen;
te gebieden dat de gemeente deze envelop van [eiseres] alsnog opent en [eiseres] alsnog toelaat tot de aanbestedingsprocedure en de gunning van het werk,
met veroordeling van de gemeente in de kosten van de procedure.
2.7 De vordering wordt door de gemeente weersproken. Op het verweer wordt, voor zover van belang, hierna ingegaan.
3.De beoordeling
3.1 Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de zaak.
3.2 Een in kort geding te nemen beslissing draagt het karakter van een voorlopige voorziening, waarmee het geven van een declaratoire uitspraak volgens vaste rechtspraak niet te verenigen valt. Reeds gelet hierop dient de gevorderde verklaring te worden afgewezen.
3.3 Kernvraag in de onderhavige zaak is of [eiseres] in strijd met de aankondiging, het bestek en/of de ARW 2005 heeft gehandeld door, zoals zij stelt, de twee separate gesloten enveloppen met daarin het inschrijfbiljet en de begroting, in één grotere envelop te stoppen en vervolgens die grotere envelop in de daartoe bestemde bus te deponeren. Te dien aanzien overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
In de aankondiging is onder punt K voor zover thans van belang het volgende vermeld:
De aanbesteding geschiedt bij inschrijving. Elke inschrijving dient te zijn voorzien van een inschrijvingsbiljet dat is ondertekend door de inschrijver en is opgesteld volgens model G van het ARW 2005.
De inschrijvingsbiljetten dienen in de daarvoor bestemde bus gedeponeerd te worden op de plaats en datum van aanbesteding, tussen 9.00 uur en 12.00 uur. Van elke inschrijving dient tevens in een separate, gesloten enveloppe de begroting te worden overgelegd” (cursivering voorzieningenrechter).
In het bestek met nummer 06127 is voor zover thans van belang vermeld:
“(…) De gegevens die door de inschrijver moeten worden overgelegd om in aanmerking te kunnen komen voor de opdracht van het werk zijn:
De inschrijvingsbiljetten dienen, ondertekend door de directie of door een namens de directie bevoegd cq. gemachtigd persoon, in de daarvoor bestemde bus gedeponeerd te worden op de plaats en datum van de aanbesteding zoals vermeld in de uitnodigingsbrief; de begroting dient eveneens in een gesloten enveloppe met daarop vermeld de aanduiding:“begroting”, te worden gedeponeerd in voornoemde bus (…)” (cursivering voorzieningenrechter).
Uit voormelde passages volgt dat het inschrijvingsbiljet en de begroting in twee aparte gesloten enveloppen moeten worden ingediend, niet meer en niet minder. Uit het ARW 2005 volgt op dit punt niet iets meer of anders.
Gelet hierop oordeelt de voorzieningenrechter dat -nog daargelaten de vraag of, als er op dit punt wél in strijd zou zijn gehandeld met de aankondiging, het bestek of het ARW 2005, dit tot ongeldigheid van de inschrijving zou moeten leiden- uitgaande van de juistheid van de lezing van [eiseres], hij niet in strijd heeft gehandeld met bedoelde bepalingen. [eiseres] heeft de gevraagde stukken alsdan immers overgelegd, zij het in één pakket. En in de genoemde regelingen staat níet, en daaruit valt overigens ook niet af te leiden, dat de twee separate enveloppen niet in een grotere envelop mogen worden ingediend.
Of er inderdaad sprake is van twee gesloten enveloppen kan evenwel eerst ná opening van de grotere envelop worden vastgesteld. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter had de gemeente de envelop van [eiseres] op het tijdstip van de aanbesteding moeten openmaken overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.24.1 ARW 2005, waarna had kunnen worden vastgesteld of [eiseres] aan de aankondiging, het bestek en het ARW 2005 had voldaan. Voor dit oordeel valt steun te ontlenen aan onder meer het feit dat degene die de aanbesteding houdt, ter aanbesteding melding dient te maken van in het oog vallende onregelmatigheden in de inschrijvingsbiljetten, maar niet mag vooruitlopen op de beoordeling van de geldigheid van de inschrijvingen. Die beoordeling is voorbehouden aan de aanbesteder, in casu de gemeente.
Op basis van het voorgaande zal de voorzieningenrechter de gemeente gebieden de grotere envelop open te maken. Die envelop is na afloop van de zitting gedeponeerd bij de rechtbank en bevindt zich thans in het procesdossier.
Het overige deel van de vordering strekkende tot toelating van [eiseres] tot de aanbestedingsprocedure en de gunning van het werk, kan niet worden toegewezen, aangezien de vraag of [eiseres] tot de aanbesteding moet worden toegelaten en voor gunning van het werk in aanmerking komt, afhankelijk is van de vraag of de inschrijving aan de eisen voldoet en of [eiseres] daadwerkelijk als laagste heeft ingeschreven.
3.4 De gemeente zal als de op het hoofdpunt in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
4.De beslissing
De voorzieningenrechter van de rechtbank te Maastricht:
gebiedt de gemeente de envelop van [eiseres] te openen;
veroordeelt de gemeente in de kosten van de procedure aan de zijde van [eiseres] gerezen, tot aan deze uitspraak begroot op € 71,80 aan kosten dagvaarding, € 254,- aan vast recht en € 816,- voor salaris procureur;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Bergmans, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
F.B.