ECLI:NL:RBMAA:2008:BC9486
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Goedkeuring afwijkende bedingen in huurovereenkomst tussen Vroom & Dreesmann Warenhuizen B.V. en Sephora Nederland B.V.
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 14 april 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot goedkeuring van afwijkende bedingen in een huurovereenkomst tussen Vroom & Dreesmann Warenhuizen B.V. (hierna: V&D) en Sephora Nederland B.V. (hierna: Sephora). De partijen hebben een raamovereenkomst gesloten voor een samenwerking waarbij Sephora een shop-in-the-shop formule in de warenhuizen van V&D zou realiseren. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de verzoekschriften en bijlagen, waaronder een faxbericht met een beëdigde vertaling van de concessieovereenkomst.
De kern van het verzoek betreft goedkeuring van enkele afwijkende bedingen die in strijd zijn met de wettelijke bepalingen van het huurrecht, met name artikel 7:231 BW. De kantonrechter heeft overwogen dat de door partijen gemaakte afspraken, zoals het recht van V&D om een andere locatie toe te wijzen en de afspraken over de looptijd van de overeenkomst, niet wezenlijk afbreuk doen aan de rechten van de huurder, Sephora. De maatschappelijke positie van Sephora in vergelijking met V&D is zodanig dat zij de bescherming van de wet in redelijkheid niet behoeft.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de afwijkende bedingen, voor zover deze niet in strijd zijn met de dwingendrechtelijke bepalingen van het huurrecht, goedgekeurd kunnen worden. De beslissing houdt in dat de goedkeuring wordt verleend voor de in het verzoek geciteerde bepalingen, met uitzondering van de bepalingen die in strijd zijn met artikel 7:231 BW. De kantonrechter heeft het verzoek voor het overige afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. R.H.J. Otto, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier J.M.H.M. Slangen-van der Heijden.