ECLI:NL:RBMAA:2008:BD3421

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
4 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
276511 CV EXPL 07-3584
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.J. Groen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wanprestatie bij levering van goederen naar het buitenland en de verplichtingen van de ontvangende partij

In deze zaak, gewezen door de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 4 juni 2008, staat de wanprestatie centraal die voortvloeit uit een overeenkomst tot aanneming van werk. Eiser, een vennootschap onder firma, heeft gedaagden een roestvrijstalen keukenblad en twee badmeubels geleverd. De gedaagden hebben de goederen naar Curaçao verscheept zonder deze voorafgaand aan de verzending in Nederland te inspecteren. Eiser vordert betaling van € 3.796,10, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en handelsrente, omdat gedaagden nalatig zijn in hun betalingsverplichtingen. Gedaagden beroepen zich op een tekortkoming in de geleverde goederen, maar de kantonrechter oordeelt dat zij niet tijdig hebben gereclameerd en dat de goederen bij levering in Nederland gecontroleerd hadden moeten worden.

De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder dagvaardingen en conclusies van antwoord en repliek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagden geen feiten hebben aangedragen die aantonen dat eiser in gebreke is gesteld. Hierdoor is er geen verzuim ingetreden en wordt eiser geacht aan zijn verplichtingen te hebben voldaan. De kantonrechter wijst de vordering van gedaagden in reconventie af, omdat er geen rechtsgrond is voor schadevergoeding. De rechter concludeert dat gedaagden hoofdelijk moeten betalen aan eiser en veroordeelt hen in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt de verplichtingen van partijen bij het controleren van geleverde goederen, vooral wanneer deze naar een verre bestemming worden verzonden. De kantonrechter stelt dat gedaagden, door de goederen ongecontroleerd naar Curaçao te verzenden, hun recht op reclamatie hebben verspeeld. De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat eiser direct kan overgaan tot uitvoering van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
locatie Sittard-Geleen
vonnis d.d. 4 juni 2008
zaak/rolnr.: 276511 cv expl 07/3584
typ.:
coll.:
De kantonrechter van de locatie Sittard-Geleen heeft het navolgende vonnis gewezen
inzake
[eiserende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie],
wonende en zaakdrijvende te [adres],
gemachtigde mr. E. Aartsen,
eisende partij in conventie, gedaagde in reconventie,
tegen
1. de vennootschap onder firma [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie].
gevestigd te Sittard, aan de [adres],
2. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie]
en
3. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie],
beiden vennoot van gedaagde sub 1, wonende aan de [adres],
allen verschijnende in de persoon van gedaagde sub 2,
gedaagde conventie, eisende partij in reconventie.
1. Het verloop van de procedure in conventie en in reconventie
partijen wisselden de volgende stukken:
- exploot van dagvaarding met producties, uitgebracht op 30 november 2007,
- conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie, met producties,
- conclusie van repliek in conventie, antwoord in reconventie,
- conclusie van dupliek in conventie repliek in reconventie, met producties,
- conclusie van dupliek in reconventie..
Daarna heeft de kantonrechter vonnis bepaald en de uitspraak daarvan nader bepaald op heden.
De inhoud van alle stukken geldt als hier ingelast.
2. De vordering en het verweer in conventie
2.1. Eiser, [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie], vordert in conventie veroordeling van gedaagden, [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] tot betaling van € 3.796,10 , vermeerderd met de € 600,-- aan buitengerechtelijke incassokosten en dit vermeerderd met de handelsrente vanaf 12 april 2007 over € 3.796,10 en veroordeling in de proceskosten. De vordering is gegrond op het door gedaagden tekortschieten in de nakoming van een overeenkomst krachtens welke zij eiser een roestvrijstalen keukenblad en twee roestvrijstalen badmeubels hebben verkocht en in maart 2007 geleverd. Eiser heeft deze goederen op 29 maart 2007 aan gedaagden gefactureerd. Ondanks verzoek en sommatie d.d. 18 juni 2007 blijft gedaagde nalatig in de nakoming van de uit deze overeenkomst voortvloeiende verbintenis tot betaling van voormelde bedrag. Voorzover als gedaagden zich op een tekortkoming in het geleverde beroepen, wordt dit door eiser bestreden. Het beroep, indien al gerechtvaardigd, is bovendien veel te laat gedaan: op 27 juni 2007. Ook al zijn goederen naar Curaçao verscheept, dan is dit geen goede reden om pas drie maanden na levering, gewag te maken van gebreken: Gedaagden hadden de goederen aanstonds bij levering in Nederland kunnen en moeten inspecteren en zonodig reclameren over gebreken.
Eiser bestrijdt dat er gebreken zouden zijn in het door hem geleverde werk. Hij heeft aangeboden, indien daartoe in staat gesteld, mogelijke gebreken te herstellen.
2.2. Gedaagden weerspreken het gevorderde stellende dat de goederen in verpakking werden geleverd en direct daarop daarin zijn doorgezonden naar Curaçao. Pas daar bleek dat niet conform geleverd was en zijn de goederen weer teruggestuurd naar Nederland, wat verklaart dat er niet aanstonds na levering is gereclameerd. Naar de kantonrechter begrijpt hebben gedaagden een tegenvordering terzake van schade uit verwijtbaar tekortkomen van eiser van € 2.055,-- terzake van de inkoopwaarde van de onbruikbaar geworden in de door eiser vervaardigde bladen verwerkte spoelbakken, kosten retourhalen € 399,00 en montage en transportkosten ad € 475,--, in totaal € 2.929,--.
3. De vordering en het verweer in reconventie
3.1. Eisers vorderen in reconventie veroordeling van gedaagde tot betaling van € 2.929,-- terzake van schadevergoeding uit hoofde van het in conventie omschreven verwijtbaar tekortkomen van eiser in nakomen van de overeen komst tot levering van voormelde keukenblok en toiletmeubels.
3.2. Gedaagde weerspreekt het gevorderde stellende dat de vordering terzake van vergoeding van de inkoopwaarde geen rechtsgrond heeft, naar de kantonrechter begrijpt, omdat er geen sprake van verwijtbaar tekortkomen is. Voorts bestrijdt gedaagde de twee overige posten, kosten retourhalen en montage en transportkosten als zijnde volledig ongemotiveerd en niet onderbouwd.
4. De beoordeling
4.1. de vaststaande feiten in conventie en in reconventie
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gaat de kantonrechter uit van de navolgende vaststaande feiten.
[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] heeft in opdracht en voor rekening van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] een roestvrijstalen keukenblad en twee rvs-badmeubels vervaardigd en geleverd.
De overeenkomst is een overeenkomst tot aanneming van werk.
Voor dit werk is door [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] bij factuur van 29 maart 2007 het bedrag van € 3.796,10 in rekening gebracht, welk bedrag vanaf 12 april 2007 opeisbaar is.
Partijen zijn professionele ondernemers en daarmee handelspartners.
4.2. het oordeel in conventie
4.2.1. De kern van het geschil is dat gedaagden stellen dat eiser de, naar de kantonrechter kwalificeert, overeenkomst tot aanneming van werk niet naar behoren heeft uitgevoerd doordat het geleverde de in de processtukken genoemde fouten bevat en niet aan de opdrachtgever van gedaagden geleverd kon worden. De kantonrechter begrijpt gedaagden aldus dat er sprake is van verwijtbaar niet-nakomen van de aannemingsovereenkomst door eiser, op grond waarvan zij zich ontslagen achten uit de verbintenis tot betaling van eisers werkzaamheden en leverantie, en daarenboven de schade die zij uit deze tekortkoming stellen te lijden op eiser willen verhalen.
4.2.2. Ingevolge artikel 6:82 van het Burgerlijk Wetboek moet de partij die met een tekortkoming wordt geconfronteerd de wederpartij eerst onder het stellen van een redelijke termijn schriftelijk aanmanen om de tekortkoming op te heffen. Pas wanneer dan een deugdelijke prestatie uitblijft, treedt verzuim in.
Gedaagden stellen geen feiten of omstandigheden waaruit blijkt dat zij eiser op de voormelde wijze tot nakoming van de overeenkomst hebben gesommeerd en in de gelegenheid hebben gesteld om -in hun ogen- alsnog deugdelijk te presteren.
Nu eiser niet ingebreke is gesteld noch een termijn voor nakoming is gegeven, is er geen verzuim ingetreden. Er is sprake van stilzwijgende oplevering als bedoeld in art. 7:758 BW. Eiser wordt geacht aan zijn verbintenis te hebben voldaan. Gedaagden zijn daardoor niet bevrijd van nakoming van hun verbintenis tot betaling van het werk.
Voorzover gedaagden een beroep op compensatie doen, moet dat worden gepasseerd omdat op grond van het vorenstaande geen recht op schadevergoeding uit wanprestatie kan bestaan.
Daarenboven overweegt de kantonrechter dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid van gedaagden gevergd mag worden dat zij goederen als de onderhavige met een bestemming als Curaçao, na de levering in Sittard en vóór hun verzending naar Curaçao behoorden te controleren en bij constateren van gebreken niet te aanvaarden en eiser in staat te stellen eventuele gebreken te verhelpen. Bij een bestemming als Curaçao bestaat bij latere niet-aanvaarding voor eiser in redelijkheid niet de mogelijkheid een (beweerdelijke) tekortkoming in de uitvoering van het werk op te nemen en desnodig te herstellen of een andere passende oplossing te bieden. Door de goederen ongecontroleerd vanuit Sittard naar Curaçao door te zenden, verspeelden gedaagden de termijn ex art. 7:758 BW waarbinnen het geleverde werk gekeurd en aanvaard moet worden. Dit leidt mede tot afwijzing van het gevorderde.
4.2.3. Het vorenstaande betekent dat eiser recht heeft op nakoming van de verbintenis van gedaagden tot betaling van het werk. Nu de hoofdsom alszodanig niet wordt bestreden, wordt deze als zijnde opeisbaar sinds 12 april 2007 toegewezen.
Kosten die niet onder de proceskosten vallen zijn niet gesteld noch gebleken, zodat dit deel van de vordering in conventie, de buitengerechtelijke incassokosten, wordt afgewezen.
Gedaagden worden als de in het ongelijk gestelde partij verwezen in de proceskosten aan de zijde van eiser.
4.3. het oordeel in reconventie
Gezien het oordeel in conventie is er aan de kant van gedaagde geen verzuim ingetreden in de nakoming van de verbintenis uit de aanneemovereenkomst. Er kan dientengevolge geen schadeplichtigheid zijnerzijds voor verwijtbare niet-nakoming van de aanneemovereenkomst bestaan, zodat de vorderingen in reconventie, voorzover al voldoende gemotiveerd, geen rechtsgrond hebben en mitsdien moet worden afgewezen, met verwijzing van eisers in de kosten van deze procedure aan de zijde van gedaagde in reconventie.
4.4. In conventie en in reconventie
Wat partijen overigens nog hebben aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel.
5. De beslissing
de kantonrechter:
5.1. In conventie
5.1.1. veroordeelt gedaagden hoofdelijk, des dat wanneer de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiser te betalen de somma van € 3.796,10, (zegge: drieduizendzevenhonderdzesennegentig 10/100 euro), vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 12 april 2007 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.1.2. veroordeelt gedaagden in de kosten van deze procedure aan de zijde van eiser in conventie gerezen en tot op de datum van dit vonnis begroot op € 669,85, waaronder € 400,-- gemachtigdensalaris;
5.1.3. wijst af het meer of anders gevorderde;
5.2. In reconventie
5.2.1. wijst de vorderingen af;
5.2.1. veroordeelt eisers in de kosten van deze procedure aan de zijde van gedaagde in reconventie gerezen en tot op de datum van dit vonnis begroot op € 200,-- gemachtigdensalaris;
5.3. In reconventie en in reconventie
5.3.1. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.2. wijst af het meer of anders gevorderde;
Aldus gewezen door mr. J.J. Groen, kantonrechter en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting, in tegenwoordigheid van de griffier.