ECLI:NL:RBMAA:2008:BG6704
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toelating schuldsanering na onterecht aangaan van schulden
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 2 december 2008 uitspraak gedaan over de afwijzing van een verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling. Verzoekers, een echtpaar, dienden op 19 september 2008 een verzoekschrift in, waarin zij vroegen om toepassing van de schuldsaneringsregeling. De totale schuldenlast van de verzoekers bedroeg € 45.670,09, met aanzienlijke vorderingen van verschillende kredietverstrekkers en postorderbedrijven. Tijdens de zitting op 27 november 2008 verklaarden de verzoekers dat hun schulden waren ontstaan door ondoordacht gebruik van krediet, waaronder het gebruik van een creditcard door de moeder van de man en het afsluiten van nieuwe kredietovereenkomsten ondanks hun financiële problemen.
De rechtbank beoordeelde de verzoeken aan de hand van de criteria uit de Faillissementswet, met name artikel 288, dat de goede trouw van de schuldenaar evalueert. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de verzoekers niet te goeder trouw waren geweest in de vijf jaar voorafgaand aan hun verzoek, omdat zij bewust nieuwe schulden hadden gemaakt en onvoldoende inspanningen hadden geleverd om hun schulden af te lossen. De vrouw had medische en psychische problemen, maar had geen adequate stappen ondernomen om hulp te zoeken of haar situatie te verbeteren. De rechtbank oordeelde dat de verzoekers niet aannemelijk hadden gemaakt dat zij in staat waren om hun schulden te voldoen of dat zij de omstandigheden die tot hun schulden hadden geleid, onder controle hadden gekregen.
Uiteindelijk wees de rechtbank de verzoeken af, omdat de verzoekers niet voldeden aan de vereisten voor toelating tot de schuldsaneringsregeling. Dit vonnis werd uitgesproken door rechter mr. W.E. Elzinga, in aanwezigheid van griffier N.W.M. Clement.