ECLI:NL:RBMAA:2009:BH2033

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
6 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
320437 EJ VERZ 09-52 BM 30744
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.J. Groen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder wegens verduistering van cliëntegelden en benoeming opvolgend bewindvoerder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 6 februari 2009 uitspraak gedaan over het ontslag van een bewindvoerder, mr. [bewindvoerder], op verzoek van de officier van justitie. Het verzoek tot ontslag was gebaseerd op artikel 1:448 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, vanwege gewichtige redenen die voortvloeiden uit een vermoeden van grootschalige verduistering van cliëntegelden. De bewindvoerder had erkend dat er mogelijk gelden uit aan hem toevertrouwde bewindszaken waren verdwenen, wat leidde tot een volstrekte teloorgang van het vertrouwen in zijn functioneren.

De kantonrechter heeft op 5 november 2008 de bewindvoerder geschorst en tijdelijk bewindvoerders benoemd. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 januari 2009 is de zaak verder besproken, waarbij de kantonrechter tot de conclusie kwam dat de bewindvoerder niet langer in staat was om op een integere wijze het beheer over de onder bewind gestelde goederen uit te oefenen. De kantonrechter heeft het verzoek van de officier van justitie gegrond verklaard en het ontslag van de bewindvoerder toegewezen.

Daarnaast is er een opvolgend bewindvoerder benoemd, voorgedragen door de rechthebbende. De kantonrechter heeft geen gegronde redenen gevonden om deze voordracht niet te volgen. De beslissing houdt in dat de tijdelijk benoemde bewindvoerders hun functie per direct beëindigen en dat de ontslagen bewindvoerder rekening en verantwoording moet afleggen over het beheer van de onder bewind gestelde goederen. De uitspraak is openbaar gedaan door de kantonrechter in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Sittard-Geleen
zaaknr: 320437 EJ VERZ 09-52
BM 30744
6 februari 2009
beschikking ontslag bewindvoerder en aanstelling opvolgend bewindvoerder
op grond van art. 1:448 lid 2 Burgerlijk Wetboek op verzoek van de officier van justitie, en op grond van art. 1: 435 lid 3 BW in het bewind van:
[rechthebbende],
geboren te [geboorteplaats] op [1964],
wonende te [adres].
Het procesverloop
Op 5 november 2008 is ter griffie een verzoek van de officier van justitie te Maastricht ontvangen, strekkende tot het op grond van art. 1:448 lid 2 BW ontslaan van de na te noemen bewindvoerder.
De kantonrechter heeft de bewindvoerder op 5 november 2008 op het verzoek gehoord.
Op 5 november heeft de kantonrechter bij tussenbeschikking de nagemelde bewindvoerder geschorst en twee tijdelijk bewindvoerders, de heren J.L.G. Jeukens (GGN Zuid-Limburg), Postbus 3044 te Heerlen en drs. A.J. Leijssen (Leijssen Bewindvoeringen), Postbus 304 te Eindhoven, benoemd.
Op 20 januari 2009 heeft de kantonrechter het verzoek mondeling behandeld.
Aanwezig waren mr. M.F.E. Sprenkels namens de bewindvoerder en mevrouw [naam] namens rechthebbende.
De kantonrechter heeft daarop de zaak op beschikking gesteld en de uitspraak daarvan bepaald op heden.
De beoordeling
De kantonrechter overweegt als volgt.
In de onderhave zaak is tot bewindvoerder over de goederen van rechthebbende benoemd mr. [bewindvoerder], danwel de stichting [naam stichting] te [woonplaats] waarvan mr. [bewindvoerder] de bestuurder is, [kantooradres].
Op 5 november 2008 is ter griffie een verzoek van de officier van justitie ontvangen strekkende tot ontslag van de bewindvoerder op de voet van art. 1:448 BW lid 2 wegens gewichtige redenen. De officier onderbouwt het verzoek stellende dat nadat op 4 november 2008 bezoeking is gedaan het zeer sterke vermoeden is ontstaan dat er sprake is van grootschalige verduistering van gelden behorende aan rechthebbenden ten aanzien van wie door de kantonrechter bewind is ingesteld.
De bewindvoerder heeft zowel bij monde van zijn advocaat alsook uitdrukkelijk namens hem gedane openbare mededelingen via de media erkend dat de verdenking van de Officier van Justitie juist is en dat er mogelijk gelden uit aan hem toevertrouwde bewindszaken zijn verdwenen, in ieder geval thans niet aan rechthebbenden kunnen worden terugbetaald.
De kantonrechter heeft mr. [bewindvoerder] omtrent de spoedzoeking en de verdenking van de verduistering en de erkenning daarvan, op 5 november 2008 in aanwezigheid van de griffier gehoord.
De kantonrechter is ambtshalve bekend dat aan de bewindvoerder 245 zaken zijn toevertrouwd en dat in een substantieel deel daarvan geen gescheiden, op naam van de rechthebbende staande bankrekeningen door de bewindvoerder wordt aangehouden. Deze gelden zijn aldus met het (bedrijfs-)vermogen van de bewindvoerder vermengd.
De bewindvoerder heeft naar zijn zeggen rond de € 400.000,-- niet terzake van belangen van rechthebbenden maar in zijn eigen belang uitgegeven en aldus uiteindelijk aan rechthebbenden onttrokken.
Gelet op de erkenning van de bewindvoerder moet het derhalve ervoor worden gehouden dat gelden toebehorende aan rechthebbenden in civielrechtelijke zin verduisterd zijn.
De kantonrechter oordeelt dat het feitenonderzoek waarop in de voormelde tussenbeschikking is geduid, thans voldoende is afgerond om tot de slotsom te komen dat door toedoen van de bewindvoerder iedere basis voor vertrouwen in een integer en correct beheer van de onder bewind gestelde goederen is weggeslagen.
Dit is een gegronde reden voor ontslag van mr. [bewindvoerder], danwel de stichting [naam stichting] te [woonplaats], uit de hoedanigheid van bewindvoerder in alle aan hem of de stichting toevertrouwde bewindszaken, waaronder de onderhavige.
De kantonrechter zal het verzoek van de Officier als zijn voldoende gegrond toewijzen en voorzover nodig daarnaast ook ambtshalve tot ontslag overgaan.
Door dit ontslag dient voorzien te worden in een opvolgend bewindvoerder.
Rechthebbende heeft [naam voorgedragen bewindvoerder] voorgedragen als opvolgend bewindvoerder. De kantonrechter is niet gebleken van gegronde redenen om deze voorkeur van rechthebbende niet te volgen, zodat deze voordracht, mede gezien de bereidverklaring van deze persoon, wordt gevolgd.
Door deze beslissing komt een einde aan de noodzaak van de voorziening houdende de benoeming van de tijdelijk bewindvoerders, zodat de kantonrechter zal verstaan dat hun tijdelijk bewindvoerderschap per de datum van deze beschikking van rechtswege eindigt.
De ontslagen bewindvoerder en de tijdelijk bewindvoerders moeten als hierna aangegeven rekening en verantwoording afleggen.
Alles wat door betrokkenen meer of anders is aangevoerd is door de kantonrechter beoordeeld, maar leidt niet tot een andere beslissing.
Beschikking
de kantonrechter beschikt als volgt:
1. ontslaat met ingang van heden mr. [bewindvoerder], [kantooradres], danwel -indien tot bewindvoerder benoemd- de stichting [naam stichting] te [woonplaats] als bewindvoerder over alle onder het bewind vallende goederen die toebehoren aan de rechthebbende voornoemd;
2. benoemt met ingang van heden tot opvolgend bewindvoerder
[naam voorgedragen bewindvoerder]
[kantooradres];
3. verstaat dat de voorziening houdende benoeming van tijdelijke bewindvoerders door deze beslissing per de datum dezes eindigt en dat het tijdelijk bewindvoerderschap van J.L.G. Jeukens (GGN Zuid-Limburg), Postbus 3044 te Heerlen en drs. A.J. Leijssen (Leijssen Bewindvoeringen), Postbus 304 te Eindhoven deswege met ingang van heden van rechtswege eindigt;
4. verstaat dat de tijdelijk bewindvoerders alle in hun bezit zijnde het onderhavige bewind betreffende bescheiden (zowel fysieke als digitale) op eerste verzoek zo spoedig mogelijk aan de opvolgend bewindvoerder dienen te overhandigen, en dat deze naar redelijkheid de thans ontslagen bewindvoerder in staat moet stellen aan de hand van kopieën van administratieve bescheiden rekening en verantwoording af te leggen.
5. bepaalt dat mr. [bewindvoerder], [kantooradres], danwel -indien tot bewindvoerder benoemd- de stichting [naam stichting] te [woonplaats] uiterlijk op 31 maart 2009 aan rechthebbende, danwel indien deze niet in staat is deze op te nemen, aan de kantonrechter, rekening en verantwoording dient af te leggen over het gehele bewind;
6. bepaalt dat J.L.G. Jeukens (GGN Zuid-Limburg), Postbus 3044 te Heerlen en drs. A.J. Leijssen (Leijssen Bewindvoeringen), Postbus 304 te Eindhoven uiterlijk op 31 maart 2009 aan rechthebbende, danwel indien deze niet in staat is deze op te nemen, aan de kantonrechter, rekening en verantwoording af leggen over de periode van 5 november 2008 tot de datum van deze beschikking.
Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. dr. J.J. Groen, kantonrechter, in tegenwoordigheid de griffier.
Tegen deze beslissing kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat-, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch
a. door de verzoeker en degenen aan wie de griffier een afschrift van deze beschikking heeft verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.