ECLI:NL:RBMAA:2009:BH2033
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. Groen
- Rechtspraak.nl
Ontslag van bewindvoerder wegens verduistering van cliëntegelden en benoeming opvolgend bewindvoerder
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 6 februari 2009 uitspraak gedaan over het ontslag van een bewindvoerder, mr. [bewindvoerder], op verzoek van de officier van justitie. Het verzoek tot ontslag was gebaseerd op artikel 1:448 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, vanwege gewichtige redenen die voortvloeiden uit een vermoeden van grootschalige verduistering van cliëntegelden. De bewindvoerder had erkend dat er mogelijk gelden uit aan hem toevertrouwde bewindszaken waren verdwenen, wat leidde tot een volstrekte teloorgang van het vertrouwen in zijn functioneren.
De kantonrechter heeft op 5 november 2008 de bewindvoerder geschorst en tijdelijk bewindvoerders benoemd. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 januari 2009 is de zaak verder besproken, waarbij de kantonrechter tot de conclusie kwam dat de bewindvoerder niet langer in staat was om op een integere wijze het beheer over de onder bewind gestelde goederen uit te oefenen. De kantonrechter heeft het verzoek van de officier van justitie gegrond verklaard en het ontslag van de bewindvoerder toegewezen.
Daarnaast is er een opvolgend bewindvoerder benoemd, voorgedragen door de rechthebbende. De kantonrechter heeft geen gegronde redenen gevonden om deze voordracht niet te volgen. De beslissing houdt in dat de tijdelijk benoemde bewindvoerders hun functie per direct beëindigen en dat de ontslagen bewindvoerder rekening en verantwoording moet afleggen over het beheer van de onder bewind gestelde goederen. De uitspraak is openbaar gedaan door de kantonrechter in aanwezigheid van de griffier.