ECLI:NL:RBMAA:2009:BH3099
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.F.W. Huinen
- Rechtspraak.nl
Incident over gesloten deuren bij voorlopig getuigenverhoor
In deze beschikking van de Rechtbank Maastricht, gedateerd 17 februari 2009, werd een incident behandeld over de vraag of het getuigenverhoor van een getuige met gesloten deuren moest plaatsvinden. De zaak betreft een verzoek van de verweerster, het Bisdom Roermond, om het verhoor van de getuige, in verband met de persoonlijke levenssfeer, achter gesloten deuren te houden. De rechtbank had eerder op 28 februari 2008 een voorlopig getuigenverhoor bevolen, en op 11 februari 2009 was het verhoor van de getuige gestart. Tijdens dit verhoor diende de advocaat van de verzoekster, mr. A.F.G. Pennino, nieuwe stukken in die niet eerder waren overgelegd, wat leidde tot een schorsing van het verhoor. De rechtbank stond het gebruik van deze stukken toe, ondanks bezwaar van de verweerster.
De verweerster baseerde haar verzoek op artikel 27 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van partijen waarborgt. De rechtbank oordeelde dat de openbaarheid van het getuigenverhoor het uitgangspunt is, en dat er slechts onder zeer bijzondere omstandigheden besloten kan worden tot een gesloten verhoor. De rechtbank overwoog dat de stukken die aan de orde waren, deels een seksuele lading hadden en uitingen van genegenheid van de getuige voor de verzoekster betroffen. De getuige had verklaard dat deze stukken verzonnen waren en dat er geen relatie met de verzoekster was.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat de persoonlijke levenssfeer van de getuige niet zwaarder woog dan het belang van de openbaarheid van de rechtszitting. De rechtbank wees het verzoek van de verweerster af, en besloot dat het verhoor van de getuige openbaar diende te plaatsvinden. Deze beslissing werd genomen in het belang van een goede rechtspleging en de bescherming van de openbaarheid van de rechtsgang.