ECLI:NL:RBMAA:2009:BH4918
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Th.A.J.M. Provaas
- I. Dautzenberg
- J.M.E. Kessels
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verlenging van de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige [J.]
In deze zaak heeft de rechtbank Maastricht op 16 februari 2009 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige [J.]. De officier van justitie had op 8 december 2008 een vordering ingediend tot verlenging van de maatregel met zes maanden, welke vordering op 10 december 2008 ter griffie was ingekomen. De rechtbank heeft de vordering behandeld in raadkamer op 28 januari en 16 februari 2009. Tijdens deze zittingen zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder [J.], zijn moeder, de raadsman en de getuige-deskundige A.L.M.J. Meijers van bureau jeugdzorg.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de stukken die door de officier van justitie zijn ingediend, niet volledig voldoen aan de wettelijke vereisten. Desondanks oordeelt de rechtbank dat er voldoende redenen zijn om de maatregel te verlengen, gezien het advies van de raad voor de kinderbescherming en de positieve evaluaties van de behandelingen die [J.] heeft ondergaan. Zowel [J.] als zijn moeder hebben ingestemd met de verlenging van de maatregel, en de raadsman heeft betoogd dat dit in het belang van [J.] is.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verlenging van de maatregel noodzakelijk is om de voortgang van de behandeling te waarborgen en om te voorkomen dat [J.] terugvalt in oud gedrag. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie dan ook volledig toegewezen en de maatregel met zes maanden verlengd, met de bepaling dat vervangende jeugddetentie kan worden opgelegd indien [J.] niet of niet naar behoren aan de maatregel meewerkt. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 77wd en 77wc van het Wetboek van Strafrecht.