ECLI:NL:RBMAA:2009:BH9138
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.W.C.M. Frings
- P.J.M. Bruijnzeels
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om geheimhouding van informatie in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 27 maart 2009 uitspraak gedaan in een verzoek om toepassing van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, het Centraal Administratie Kantoor (CAK), dat zijn bezwaar tegen een eerder besluit ongegrond had verklaard. Dit eerdere besluit betrof de afwijzing van een aanvraag voor compensatie van het eigen risico op grond van de Zorgverzekeringswet. Verweerder had in het kader van deze procedure een accountantsrapportage over VEKTIS c.v. ingediend en verzocht om geheimhouding van deze informatie, stellende dat het rapport vertrouwelijke bedrijfsinformatie bevatte.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de informatie waar om geheimhouding werd verzocht, niet kan worden aangemerkt als bedrijfsgegevens in de zin van artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De rechtbank oordeelde dat er geen gewichtige redenen aanwezig waren die de verzochte beperkte kennisneming rechtvaardigden. De rechtbank concludeerde dat het rapport voor openbaarmaking vatbaar was en dat er een verplichting bestond om het verzoek om informatie in te willigen. De rechtbank heeft het verzoek om geheimhouding dan ook afgewezen.
De beslissing van de rechtbank houdt in dat er geen zelfstandig hoger beroep openstaat tegen deze uitspraak, maar dat hoger beroep alleen tegelijk met de einduitspraak in de hoofdzaak kan worden ingesteld. De uitspraak is van belang voor de toepassing van de Wob en de bescherming van bedrijfsinformatie in bestuursrechtelijke procedures.