3.2.6. De kantonrechter dient derhalve te onderzoeken of in de arbeidsovereenkomst tussen partijen een heldere een heldere en objectieve maatstaf is overeengekomen waarop de differentiatie in de beloning voor wachtdiensten is gebaseerd.
3.2.6.1. De collectief vormgegeven inhoud van de arbeidsovereenkomst kent de algemene regeling zoals vervat in art. 42 van de cao, de beschikbaarheidsvergoeding. Onderzocht moet worden of deze regeling een heldere en objectieve maatstaf geeft voor differentiatie in beloning bij wachtdienst.
Direct in het oog springt de plaatsing van dit artikel: het is in de cao opgenomen in hoofdstuk XII, “vergoedingen” en niet onder de hoofdstukken V t/m X (art 16 t/m 35) over het loon. Daaruit valt af te leiden dat de cao-partijen niet beoogden de wachtdienstvergoeding als arbeidsbeloning aan te merken, maar te plaatsen in de groep tegemoetkomingen voor genoegdoening voor inconveniënten of extra’s, zoals reiskosten,verblijfkosten, verblijf buiten standplaatsscholing, studiekosten en uitkering bij overlijden.
Voorts is dit artikel allerminst helder wat betreft de beschrijving van de werkzaamheden waarop het betrekking heeft en onder welke omstandigheden en op welke plaats deze verricht moeten worden. Uit de bewoording van het artikel kan niet worden opgemaakt of met wachtdienst wordt bedoeld het thuis telefonisch beschikbaar zijn voor (incidentele) oproepen voor werkzaamheden die mogelijk niet direct tot de kernactiviteiten van de onderneming behoren (bijvoorbeeld storingsdienst of inbraakmelding), of het beschikbaar zijn volgens door de werkgever bepaalde tijd en rooster, voor de duur van de normale arbeidstijd of langer, in de avond en nacht en op zaterdag en/of zondag, en daarbij fysiek in de bedrijfsruimte aanwezig te zijn, om direct en (zeer) frequent aan tot de kernactiviteit van het bedrijf behorende oproepen tot het verrichten van de reguliere arbeid te voldoen.
Tussen beide vormen van wachtdienst bestaat een buitengewoon groot verschil. Niet alleen de feitelijke arbeid en arbeidsplaats verschilt hemelsbreed, ook de invloed op de persoonlijke levenssfeer van de werknemer is fundamenteel verschillend. Elke wachtdiensten is per definitie buiten de normale arbeidstijd. In de lichtste vorm thuis een incidenteel telefoontje mogen verwachten is vergaand anders dan in de intensieve vorm permanent op de werkplaats aanwezig moeten zijn en continu gereed zijn om de direct arbeid behorende tot de kernactiviteit van de onderneming te verrichten. In verhouding tot de eerste, grijpt deze intensieve vorm van wachtdienst gezien de tijdstippen en omvang diep in op de persoonlijke levenssfeer van de werknemer.
Bij het eerste type wachtdienst gaat een dermate geringe invloed op de persoonlijke levenssfeer uit, dat aanspraak op het volle loon niet in redelijke verhouding staat tot de mate van beschikbaarheid.
Het tweede type wachtdienst, de intensieve, grijpt zodanig diep in op de persoonlijke levenssfeer van de werknemer, dat elke lagere vergoeding dan het loon met toeslagen als volgens de cao, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet aanvaardbaar is.
Uit artikel 42 van de cao is onmogelijk op te maken voor welk type wachtdienst de vergoeding geldt, waardoor dit artikel niet als een heldere en objectieve maatstaf voor de differentiatie van de beloning van wachtdiensten kan worden aangemerkt.
3.2.6.2. Als tweede dient onderzocht te worden of partijen de individueel, ten gunste van de werknemer boven het cao-niveau uitstijgend, een heldere en objectieve maatstaf voor verschil in beloning van wachtdiensturen zijn overeengekomen.
Niet gesteld noch gebleken is van een (ten gunste van de werknemer van de cao afwijkend) individueel aangegaan expliciet beding in de arbeidsovereenkomst met betrekking tot de wachtdienstbeloning.
3.2.6.2. Ten derde en tot slot dient te worden onderzocht of er anderszins feiten of omstandigheden zijn waaruit het bestaan van een duidelijke en objectieve maatstaf voor verschil in beloning van wachtdiensten voorhanden is.
Partijen hebben daaromtrent niets gesteld, zodat de kantonrechter deze niet aanwezig acht.