ECLI:NL:RBMAA:2009:BI2282

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
15 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
136474 / HA ZA 09-24
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van een civiele zaak van sector Kanton naar sector Civiel zonder advocaat door eiseres

In deze civiele procedure, die voor de Rechtbank Maastricht diende, is eiseres, wonende te Mirtos, Kreta, niet verschenen en heeft zij geen advocaat gesteld na een verwijzing door de sector Kanton naar de sector Civiel. De procedure begon met een vonnis van de kantonrechter op 3 december 2008, waarin deze zich onbevoegd verklaarde en de zaak verwees naar de rolzitting van 7 januari 2009. Op deze rolzitting heeft gedaagde, wonende te Maastricht, zich bij advocaat mr. H.J.M. Stassen gesteld, terwijl eiseres dit niet deed, ook niet op de rolzitting van 21 januari 2009. De rechtbank heeft vervolgens ambtshalve vonnis bepaald.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de wettelijke regeling voor doorverwijzing van de sector Kanton naar de sector Civiel niet voorziet in de gevolgen van het niet rechtsgeldig verschijnen van de eisende partij. De rechtbank heeft aansluiting gezocht bij artikel 7 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken, dat bepaalt dat de wederpartij kan verzoeken om vonnis te wijzen als er geen nieuwe advocaat wordt gesteld. Indien gedaagde op de rolzitting van 29 april 2009 niet verzoekt om vonnis te wijzen, zal de zaak naar de parkeerrol worden verwezen.

De rechtbank heeft in haar beslissing bepaald dat de zaak opnieuw op de rol zal komen van 29 april 2009 voor het nemen van een akte door gedaagde over hetgeen is vermeld in de rechtsoverwegingen. Iedere verdere beslissing is aangehouden. Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Verhoeven en openbaar uitgesproken op 15 april 2009.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 136474 / HA ZA 09-24
Vonnis van 15 april 2009
in de zaak van
[Naam eiseres],
wonende te Mirtos, Kreta,
eiseres,
niet verschenen,
tegen
[Naam gedaagde],
wonende te Maastricht,
gedaagde,
advocaat mr. H.J.M. Stassen.
Partijen zullen hierna [Eiseres] en [Gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het vonnis van de rechtbank Maastricht, sector Kanton d.d. 3 december 2008, waarin de kantonrechter zich onbevoegd heeft verklaard om van de zaak kennis te nemen en de zaak in de stand waarin deze zich op dat moment bevond, heeft verwezen naar de rolzitting van 7 januari 2009 van de sector civiel van de rechtbank.
1.2
Op de rolzitting van 7 januari 2009 heeft gedaagde zich bij advocaat gesteld. Eiseres heeft op die rolzitting echter geen advocaat gesteld en heeft zulks evenmin gedaan op de rolzitting van 21 januari 2009, naar welke rolzitting de zaak voor dat doel was verwezen.
Vervolgens heeft de rechtbank ambtshalve vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1.
De wettelijke regeling betreffende de doorverwijzing van een zaak door de sector Kanton naar de sector Civiel voorziet niet in de gevolgen die moeten worden verbonden aan de omstandigheid dat de eisende partij, zoals in casu het geval is, niet op rechtsgeldige wijze in het geding verschijnt, teneinde de procedure in de stand waarin zij zich bij de kantonrechter bevond, voort te zetten.
Uit de memorie van toelichting bij artikel 71 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (hierna: Rv.) volgt dat naar het oordeel van de wetgever in een dergelijk geval niet op grond van (dan wel analoog aan) artikel 123 Rv. door gedaagde ontslag van instantie kan worden gevorderd (in gelijke zin rechtbank Rotterdam 3 mei 2006, NJF 2006, 600).
2.2.
De rechtbank ziet aanleiding om in onderhavig geval aansluiting te zoeken bij hetgeen in artikel 7 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken, versie september 2008 (hierna LR), is bepaald voor het geval zich na de onttrekking van een advocaat geen nieuwe advocaat stelt. In dat geval bepaalt artikel 7.4 LR dat de wederpartij kan verzoeken in de zaak vonnis te wijzen en dat bij het achterwege blijven van een dergelijk verzoek de zaak naar de parkeerrol zal worden verwezen. Voor het ambtshalve wijzen van een vonnis ter beslissing van het geschil biedt de regeling in dat geval geen mogelijkheid.
2.3
De rechtbank zal op grond van het bovenstaande thans de zaak verwijzen naar de rol van 29 april 2009, teneinde [Gedaagde] de mogelijkheid te bieden om vonnis te vragen. Indien gedaagde op deze rolzitting niet verzoekt om vonnis te wijzen, zal de rechtbank de zaak op die rolzitting naar de parkeerrol verwijzen.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 29 april 2009 voor het nemen van een akte door [Gedaagde] over hetgeen is vermeld onder rechtsoverweging 2.3.,
3.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Verhoeven en in het openbaar uitgesproken op 15 april 2009.?