ECLI:NL:RBMAA:2009:BI6313

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
4 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
139115/KG ZA 09-130
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.C. Bergmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding inzake aanbestedingsprocedure herontwikkeling Dammerich door gemeente Voerendaal

Op 4 juni 2009 heeft de Rechtbank Maastricht een kort gedingvonnis gewezen in een zaak tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bouwontwikkeling [[XX]] B.V. en de gemeente Voerendaal. Eiseres, [[XX]], had de gemeente gedagvaard in verband met de aanbestedingsprocedure voor de herontwikkeling van het gebied Dammerich. Eiseres stelde dat de beoordeling van de planvisies niet objectief, transparant en controleerbaar was verlopen. Tijdens de procedure heeft Woningstichting Voerendaal, vertegenwoordigd door mr. D.D.J.M. Gulpers, een incidentele vordering tot tussenkomst ingediend, welke door de voorzieningenrechter werd afgewezen wegens te late indiening. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente in haar selectieprocedure voldoende ruimte had gelaten voor creativiteit en dat de beoordelingscommissie haar beoordelingsvrijheid had. Eiseres werd verweten dat zij onvoldoende gebruik had gemaakt van de gelegenheid om onduidelijkheden aan de gemeente voor te leggen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de gemeente niet in strijd had gehandeld met de beginselen van aanbestedingsrecht en dat de vordering van [[XX]] moest worden afgewezen. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak: 4 juni 2009
Zaaknummer : 139115 / KG ZA 09-130
De voorzieningenrechter, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende kort gedingvonnis gewezen
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BOUWONTWIKKELING [[XX]] B.V.,
gevestigd te Landgraaf,
eiseres in de hoofdzaak,
advocaat mr. drs. F.A. van den Assem te Nijmegen,
procesadvocaat mr. E.J.J.M. Kneepkens te Maastricht;
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE VOERENDAAL,
zetelend te Voerendaal,
gedaagde in de hoofdzaak,
advocaat mr. H.A.J. Stollenwerck te Maastricht.
en
de stichting WONINGSTICHTING VOERENDAAL,
gevestigd en kantoorhoudende te Voerendaal,
eiseres in het incident tot tussenkomst,
advocaat mr. D.D.J.M. Gulpers te Voerendaal.
1.Het verloop van de procedure
Eiseres in de hoofdzaak (hierna te noemen: [[xx]]) heeft gedaagde in de hoofdzaak (hierna te noemen: de gemeente) gedagvaard in kort geding.
Op de dienende dag, 18 mei 2009, is naast deze partijen ook ter terechtzitting verschenen mr. Gulpers voornoemd, optredende als advocaat van de stichting Woningstichting Voerendaal (hierna te noemen: Woningstichting Voerendaal). Deze partij heeft bij incident primair gevorderd te mogen tussenkomen in het aanhangige geschil en subsidiair gevorderd zich als partij te mogen voegen in het aanhangige geding. Ter terechtzitting heeft de gemeente hiertegen bezwaren geuit: door de (te) late indiening was de advocaat niet meer in staat een en ander met zijn cliënt te bespreken. [[xx]] heeft tegen de incidentele vordering geen bezwaren geuit. Ter terechtzitting heeft de voorzieningenrechter - alvorens de hoofdzaak inhoudelijk te behandelen - beslist dat Woningstichting Voerendaal niet-ontvankelijk is in haar incidentele vordering tot tussenkomst althans voeging.
Op de dienende dag heeft [[xx]] vervolgens gesteld en gevorderd overeenkomstig de inhoud van de dagvaarding, waarna zij haar vordering met verwijzing naar op voorhand toegezonden producties nader heeft doen toelichten. De gemeente heeft aan de hand van een pleitnota verweer gevoerd, daarbij eveneens verwijzend naar op voorhand toegezonden producties. Partijen hebben daarna op elkaars stellingen gereageerd. Ten slotte hebben partijen om vonnis verzocht. De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.
2.Het geschil
2.1[[xx]] stelt - samengevat en voor zover thans van belang - als volgt. [[xx]] heeft op uitnodiging van de gemeente deelgenomen aan de selectieprocedure voor de herontwikkeling van het gebied Dammerich. De selectieprocedure staat beschreven in het document “Opgave marktselectie Dammerich van 19 november 2008 (hierna: het opgaveprofiel). De selectieprocedure bestaat uit twee fasen: in de eerste selectieronde worden gegadigden in de gelegenheid gesteld een beknopte (plan-)visie te presenteren, bestaande uit een presentatie van 30 minuten en een schriftelijke onderbouwing ervan. Na beoordeling hiervan door een commissie zal een aantal gegadigden worden uitgenodigd deel te nemen aan de tweede selectieronde.
Volgens het opgaveprofiel dient de planvisie inzicht te geven in de volgende onderwerpen:
-Wonen: (a) woontypologieën, (b) doelgroepen en (c) afzetstrategie,
-Zorg en dienstverlening: (d) woon / zorg / dienstverleningsconcepten, (e) kansen voor nieuwe / bestaande buurt, (f) aanpak voor concrete invulling en (g) partners,
-Ruimte: (h) verbetering kwaliteit, functionaliteit en beleefbaarheid openbare ruimte,
-Algemeen: (i) meerwaarde voor Voerendaal, (j) aanpak omwonenden en belanghebbenden en (k) partners.
Naar aanleiding van door gegadigden gestelde vragen heeft de gemeente op 29 januari 2009 een nota van beantwoording opgesteld, waarin de gemeente - onder meer - heeft vermeld dat voor wat betreft de eerste selectieronde een integrale beoordeling plaatsvindt van de wijze waarop de elementen wonen, zorg, ruimte en overige zaken in de planvisie zijn verwerkt, welke keuzen daarin zijn gemaakt en op welke wijze deze zijn onderbouwd. Voorts heeft de gemeente in die brief meegedeeld dat voor wat betreft de tweede selectieronde de wijze van selectie nog nader zal worden geconcretiseerd.
Op 27 februari 2009 heeft [[xx]] ten overstaan van een beoordelingscommissie haar planvisie gepresenteerd en de onderbouwing ingediend.
Bij brief van 19 maart 2009 heeft de gemeente [[xx]] laten weten dat het college van burgemeester en wethouders (hierna: B&W) van de gemeente op 17 maart 2009 heeft besloten om drie andere gegadigden dan [[xx]], te weten respectievelijk Nouville, BAM en AM, voor de tweede selectieronde uit te nodigen. Ter motivering van dit besluit is verwezen naar het verslag van de beoordelingscommissie van 6 maart 2009. In dit verslag staat omtrent de planvisie van [[xx]] - onder meer - het volgende:
“(…) De algemene beoordeling is dat de visie van BJ [[[xx]], toevoeging voorzieningenrechter] degelijk en passend voor de opgave is. De visie blijft echter zeer dicht bij het opgaveprofiel, waardoor geen scherp concept ontstaat of er inspirerende onderdelen naar voren komen.”.
Hieruit begrijpt [[xx]] dat zij aan de voorwaarden en uitgangspunten van het opgaveprofiel heeft voldaan. Desondanks is [[xx]] niet geselecteerd voor de tweede selectieronde.
Volgens [[xx]] heeft de beoordeling van de planvisies van de verschillende gegadigden niet objectief, transparant en controleerbaar plaatsgevonden. Volgens haar is de eerste selectieronde, te weten het opstellen van een ontwikkelingsvisie (ook wel aangeduid als planconcept of planvisie), aan te merken als een prijsvraag voor het leveren van diensten zoals omschreven in titel IV, artikelen 66 tot en met 74 van de Richtlijn 2004/18/EG, waaraan strikte eisen worden gesteld. Een eventuele beoordelingsvrijheid die een beoordelingscommissie heeft, laat onverlet dat ook bij aanbesteding van prijsvragen voor diensten de beginselen van objectiviteit, transparantie en controleerbaarheid in acht moeten worden genomen en dat de beoordeling door de commissie ook voor derden procedureel en inhoudelijk navolgbaar, begrijpelijk en controleerbaar is (dagvaarding sub 12 tot en met 32).
Voorts stelt [[xx]] dat de gemeente gedurende de procedure ongeoorloofd (i) selectiecriteria heeft gewijzigd (dagvaarding sub 33 tot en met 35) en (ii) de samenstelling van de beoordelingscommissie heeft gewijzigd, waarbij bovendien onduidelijk is hoe deze commissie heeft gefunctioneerd (dagvaarding sub 36 en 37). Voorts stelt [[xx]] dat het concurrentiebeginsel is geschonden, aangezien twee van de geselecteerde gegadigden (respectievelijk AM en BAM) deel uitmaken van hetzelfde concern, waarbij onduidelijk is of zij als onafhankelijke entiteiten in de markt opereren (dagvaarding 38 tot en met 40).
Aldus wordt [[xx]] beperkt in haar mogelijkheden om tegen het besluit haar gronden van bezwaar te formuleren en handelt de gemeente in strijd met het in het aanbestedingsrecht geldende beginsel van effectieve rechtsbescherming, waarbij [[xx]] verwijst naar de uitspraak van het Hof van Justitie van de EG (hierna: HvJ) van 27 februari 2003 (LJN: AN8759).
2.2[[xx]] heeft op grond van het vorenstaande gevorderd dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I.de gemeente zal verbieden om [[xx]] op grond van de thans voorliggende beoordeling van verdere deelneming aan de aanbestedingsprocedure uit te sluiten;
II.de gemeente zal gebieden om aan [[xx]], althans aan de voorzieningenrechter te overleggen, de documenten zoals gespecificeerd in alinea nr. 53 van het lichaam van deze dagvaarding;
III.de gemeente zal gebieden om de visiepresentaties te (doen) herbeoordelen, door een nieuw samen te stellen beoordelingscommissie, althans de gemeente zal gebieden om de visiepresentatie te herbeoordelen;
IV.de gemeente zal gebieden om de selectieprocedure te staken en gestaakt te houden, tot aan het moment dat herbeoordeling heeft plaatsgevonden alsmede gedurende een periode van 15 dagen na toezending van het nieuwe beoordelingsrapport/-besluit aan [[xx]];
V.hetgeen in het petitum hiervoor is gevorderd op straffe van een dwangsom van € 500.000,00 voor elke overtreding van het te dezen te wijzen vonnis en voorts een dwangsom van € 25.000,00 voor elke dag of gedeelte van een dag dat de gemeente in gebreke blijft aan het te dezen te wijzen vonnis zal voldoen;
VI.althans een zodanige voorziening zal treffen als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren;
VII.de gemeente zal veroordelen in de kosten van deze procedure, alsmede de kosten van rechtsbijstand.
2.3De vordering wordt door de gemeente weersproken, waartoe wordt verwezen naar de pleitnotitie.
3.De beoordeling
In het incident
3.1Met verwijzing naar hetgeen onder 1 staat, heeft de voorzieningenrechter ten aanzien van de incidentele vordering tot tussenkomst althans voeging zoals ingediend door Woningstichting Voerendaal ter terechtzitting beslist de Woningstichting Voerendaal niet-ontvankelijk in haar vordering te verklaren. De voorzieningenrechter heeft dit oordeel als volgt gemotiveerd. Ingevolge artikel 7.2 van het Procesreglement kort gedingen rechtbanken sector civiel / familie (hierna te noemen: het procesreglement) dient de indiening van een incidentele vordering en de gronden daarvan minimaal 24 (werk)uren vóór de terechtzitting schriftelijk aan de wederpartijen en aan de voorzieningenrechter te zijn meegedeeld. Ingevolge artikel 6.2 van het procesreglement worden stukken die binnen 24 uur (één werkdag) vóór de terechtzitting worden ingediend, in beginsel buiten beschouwing gelaten. Woningstichting Voerendaal heeft de vordering, de gronden daarvan en de stukken niet conform artikel 6.2 en 7.2 tijdig heeft ingediend, nu zij deze eerst op vrijdagmiddag 15 mei 2009 heeft gedaan. Ter terechtzitting heeft Woningstichting Voerendaal ook geen gronden naar voren gebracht waarom zij de vordering en de daaraan ten grondslag gelegen gronden en de stukken niet minimaal 24 (werk)uren voor de terechtzitting heeft ingediend. Nu deze te late indiening van de incidentele vordering en de gronden daarvan in strijd is zowel met de goede procesorde als het beginsel van hoor en wederhoor, heeft de voorzieningenrechter de Woningstichting Voerendaal ter terechtzitting niet-ontvankelijk verklaard.
In de hoofdzaak
3.2Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de zaak.
3.3.1Bij de beoordeling gaat de voorzieningenrechter uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat zij zijn erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd zijn betwist.
3.3.2In de Opgave Marktselectie Dammerich (het opgaveprofiel) van 19 november 2008 (productie 1 van de gemeente) staat onder meer - samengevat en voor zover thans van belang - het volgende (de voor de besluitvorming relevante passages zijn door de rechtbank onderstreept):“2. Doel van het opgaveprofiel [p. 3]
(…) De notitie is opgesteld om marktpartijen van startinformatie te voorzien en relevante randvoorwaarden aan te geven. Tevens wordt de procedure van de marktselectie nader omschreven. De doelstelling van deze opgave is om tot een intentieovereenkomst te komen voor de ontwikkeling van het gebied. De criteria waaraan inschrijvers moeten voldoen en verdere procedurele zaken staan vermeld onder bijlage 1.
Om de kennis van marktpartijen optimaal te benutten en creativiteit te stimuleren is er geen standaard programma van eisen opgesteld, maar is de beoogde ontwikkeling als een opgave beschreven. De achterliggende gedachte is dat een plan maken in belangrijke mate ook het maken van keuzes is. Gekozen moet worden ten aanzien van het totale conceptplan waarbij onder meer functies, doelgroepen, bebouwing of groen en financiële opbrengsten een rol spelen. (…) Om voldoende verschillende planconcepten op tafel te krijgen, worden niet alle keuzes op voorhand door de gemeente gemaakt. Daarentegen wordt er door de gemeente sturing aan de planvorming gegeven door een beschrijving te geven van de voor het plangebied Dammerich relevante ontwikkelingen, mogelijkheden, randvoorwaarden etc. Het gaat er nu om dat marktpartijen bij het maken van hun planconcept keuzes maken binnen de gegeven ruimte.
Op grond van de in bijlage 1 vermelde beoordelingscriteria worden de inzendingen van marktpartijen beoordeeld en kiest de gemeente voor een planvisie. (…).
3. Beschrijving van het plangebied
(…) [p.5]
De omwonenden hebben een aantal aspecten kenbaar gemaakt die zij van belang achten in de ontwikkeling van het plan. Los van gemeentelijke standpunten hebben zij het volgende aangegeven:
•(…)
•Er mag niet gebouwd worden in het parkgebied.
(…) Echter, de gemeente is van mening dat deze doelen ook verwezenlijkt kunnen worden zonder de bovengenoemde strikte voorwaarden. In de sectie ‘Randvoorwaarden’ zijn de gemeentelijke randvoorwaarden verwoord.
(…)
6. Randvoorwaarden [p.7]
Alvorens over te gaan tot de beschrijving van de opgave worden de randvoorwaarden in beeld gebracht. De opgave zal binnen deze randvoorwaarden uitgewerkt moeten worden.
•(…)
•In de ontwikkeling dient aandacht geschonken te worden aan duurzaamheid van materiaalgebruik en energie.
(…)
7. Beschrijving van de opgave [p. 8]
Drie pijlers zijn voor de gemeente Voerendaal van belang in deze planontwikkeling: ruimte, wonen en zorg. Wat van belang is, is het feit dat deze drie pijlers van invloed zijn op elkaar; de verhouding tussen deze drie kernwaarden is dan ook een balans waar naar gezocht moet worden binnen de planvisie van het gebied Dammerich.
(…)
Wonen [p. 9]
(…)
De woningmarkt in Voerendaal zit redelijk dicht. Deze is te openen door het bouwen van wat de markt vraagt, in een goede verhouding van prijs en kwaliteit. De gemeente stimuleert daarom een vraaggestuurde aanpak, waarin de wensen van potentiële bewoners verwerkt worden en waar een breed draagvlak voor is.
(…)
Bijlage 1: Procedure en voorwaarden [p. 12 en 13]
De selectieprocedure bestaat uit twee ronden, om te komen van acht naar drie partijen. De eerste ronde is een voorselectie op basis van visie op het plangebied. De tweede ronde is een selectie aan de hand van een ruimtelijke en functionele uitwerking van de desbetreffende visie, inclusief financiële haalbaarheid. In de tweede ronde dient een nadrukkelijke verdiepingsslag gemaakt te worden van hetgeen in de eerste ronde is gepresenteerd. Beide rondes zullen in onderstaande notitie behandeld worden.
(…)
De eerste selectieronde
In de eerste selectieronde worden partijen verzocht een beknopte visie te presenteren, die inzicht geeft in het onderstaande:
Wonen
•Welke woontypologieën en doelgroepen zijn in uw planvisie voorzien en welke onderbouwing ligt hieraan ten grondslag?
•Welke afzetstrategie wordt gebruikt voor de voorziene woningen in relatie tot de huidige woningmarkt (krimp en economische ontwikkelingen)?
Zorg en dienstverlening
•Welke woon / zorg / dienstverleningconcepten zijn in uw planvisie opgenomen?
•Welke kansen biedt dit concept voor de nieuwe/bestaande buurt?
•Wat is uw aanpak om tot concrete invulling te komen?
•Met welke partner(s) denkt u het woon / zorgconcept / dienstverlening te gaan realiseren?
Ruimte
•op welke wijze denkt u de kwaliteit, functionaliteit en beleefbaarheid van de openbare ruimte (inclusief park) te verbeteren?
Algemeen
•Welke meerwaarde heeft uw visie voor Voerendaal?
•Welke aanpak wordt er gevolgd in relatie tot omwonenden en andere belanghebbenden?
•Indien u uw visie niet (volledig) voor eigen rekening en risico realiseert, met welke partners gaat u de samenwerking aan?
Wat betreft de presentatie worden partijen verzocht het volgende in acht te nemen:
•Aan partijen wordt de gelegenheid gegeven om een PowerPoint presentatie van maximaal 30 minuten te geven. De beoordelingscommissie houdt zich het recht voor om tijdens en/of na de presentatie verhelderende vragen te stellen.
•Daarnaast dienen de partijen hun visie onderbouwd en in drievoud op papier tijdens de presentatie aan te leveren. Dit houdt in:
a.er dient inzicht gegeven te worden in de planvisie, rekening houdende met de bovenstaande vragen;
b.Stedenbouwkundige cq. ruimtelijke studies en referentiebeelden worden in de eerste selectieronde niet meegenomen in de beoordeling;
•Risicodragende partners dienen bij de presentatie aanwezig te zijn
•Een ondertekende verklaring dat –in geval de gemeente dit nodig acht- u de volgende gegevens kunt aanleveren (bijlage 10):
a.Omzet: bewijs dat de omzet van de inschrijver het laatste jaar minimaal € 50 miljoen is geweest
b.Inschrijving in beroeps- en handelsregister
c.Certificatie van het kwaliteitssysteem
d.Beroepskwalificaties: bewijs dat voor dit project relevante personen beschikken over actuele kennis en diploma’s, en dus voldoende competenties hebben om dit project tot een goed einde te brengen (…)
De presentatie inclusief de bijgeleverde bescheiden worden beoordeeld door een beoordelingscommissie, bestaande uit de volgende leden:
•Projectleider van de gemeente Voerendaal, zijnde François Kool
•2 externe adviseurs, zijnde Germain Bakker en Mathijs Terhaag
De ingediende visies worden kwalitatief beoordeeld op hoe de elementen van de opgave zijn verwerkt, welke keuzes hierin zijn gemaakt -rekening houdende met de gestelde vragen- en welke onderbouwing hieraan ten grondslag ligt.
(…)
Verslag van de beoordeling [p. 15]
Van de beoordeling van de voorselectie en tweede ronde worden een verslagen gemaakt. Deze verslagen worden aan het college van Burgemeester en Wethouders ter besluitvorming voorgelegd. Na vaststelling komt er een samenvatting van het verslag (zonder vertrouwelijke informatie) voor de participanten beschikbaar. Over dit verslag kan niet gecorrespondeerd worden.
Vervolg op de marktselectie
Het College van B&W sluit met de in de marktselectie als best beoordeelde partij een intentieovereenkomst. De intentieovereenkomst voorziet in een verdere uitwerking van het plan. Indien deze uitwerking voor beide partijen een aanvaardbaar resultaat oplevert, leidt dit in principe tot een samenwerkingsovereenkomst. (…).”
3.3.3In de uitnodigingsbrief van de gemeente aan [[xx]] (7 januari 2009, productie 1 [[xx]]) staat - onder meer - het volgende:
“(…) Gaarne nodigen wij u als een van de acht markpartijen uit om, binnen de gestelde randvoorwaarden die verwoord zijn in hoofdstuk 6 van het opgaveprofiel, een beknopte visie te presenteren die antwoord geven op de vraagstukken, zoals weergegeven op pagina 12 en 13 van het opgavenprofiel.(…).”
3.3.4In het ‘Overzicht Vragen en Antwoorden’ van 29 januari 2009 van de gemeente aan [[xx]] (productie 3 [[xx]]) staat - voor zover thans van belang - onder meer het volgende:
“(…) 5. Vraag:
Worden er voor de kwalitatieve beoordeling van de ingediende visie punten toegekend aan de verschillende elementen van de opgave? Zo ja, hoe is de puntentelling opgebouwd? Welke selectiecriteria gelden er voor de uitgenodigde partijen en wat zijn de wegingsfactoren van de diverse selectiecriteria.
Beantwoording:
Neen. Voor wat betreft de eerste selectieronde vindt een integrale beoordeling plaats van de wijze waarop de elementen wonen, zorg, ruimte en overige zaken in de planvisies zijn verwerkt, welke keuzen hierin gemaakt zijn en op welke wijze deze onderbouwd zijn. Voor wat betreft de tweede selectieronde zal de wijze van selectie nog nader geconcretiseerd worden. (…)
8. Vraag:
Moet dit project gezien worden als een PPS constructie met de daarvoor geldende specifieke regels, wettelijke voorschriften en bepalingen?
Beantwoording:
Voor dit project wordt het aangaan van een exploitatieovereenkomst beoogd. Dit kan worden opgevat als een vorm van publiek private samenwerking (PPS). Hierop is wet- en regelgeving van toepassing van onder meer de Grondexploitatiewet en Europese regels ten aanzien van aanbesteden en staatsteun. (…)
17. Vraag:
In hoeverre wordt de inbreng van daadwerkelijk toekomstige bewoners gehonoreerd? Wat is de weging van deze groep burgers ten opzichte van omwonenden en/of samenleving in het algemeen? (…)
Beantwoording:
De omwonenden hebben een wens geuit. De gemeente heeft evenwel een maximaal aantal bouwlagen vastgesteld, dat hoger ligt dan de wens van de omwonenden. Het is aan partijen om al dan niet, geheel of gedeeltelijk, rekening te houden met de wens van omwonenden. (…)
24. Vraag:
Naar aanleiding van pagina 13, bijlage 1, “de verklaring” wordt het volgende gevraagd. Hoe hard is de eis t.a.v. 50 mln euro in het laatste jaar (aanname dat het gaat over het jaar 2008)?
Beantwoording:
In de opgave staat een onjuistheid. Het juiste omzetbedrag is 5.000.000 euro. Voor wat betreft de peildatum dient in deze uit gegaan te worden van het jaar 2007. (…) Het betreft geen uitsluitende voorwaarde.
25. Vraag:
Wat zijn de beoordelingscriteria van de inrichting van het park en wie beoordeelt deze op inhoudelijkheid zijnde niet de verschijningsvorm?
Beantwoording:
Criteria zijn (niet limitatief): functionaliteit, ruimtelijke kwaliteit, sociale veiligheid, onderhoudsaspecten, investeringskosten, exploitatielasten. De selectiecommissie doet deze beoordeling. Een vakdeskundige openbare ruimte maakt deel uit van de selectiecommissie. (…).”
3.4.1Gelet op het onder 3.3.1 tot en met 3.3.4 geschetste kader en met name op de onderstreepte onderdelen / zinnen, is de voorzieningenrechter van oordeel dat, zoals de gemeente terecht heeft bepleit, het opgaveprofiel een ruime mate van vrijheid laat aan gegadigden om binnen de in dat profiel geschetste uitgangspunten en randvoorwaarden invulling te geven aan een eigen visie op het te ontwikkelen plangebied. Uit het opgaveprofiel blijkt bovendien voldoende duidelijk dat de gemeente aldus heeft beoogd om binnen die geschetste uitgangspunten en randvoorwaarden een zo groot mogelijke impuls te geven aan creativiteit van de gegadigden bij de ontwikkeling van dat planconcept. [[xx]] was op de hoogte van de procedure en de daarbij gehanteerde uitgangspunten en randvoorwaarden. Voor zover onder de gegadigden, waaronder [[xx]], nog onduidelijkheden bestonden ten aanzien van de procedure, waren de gegadigden in de gelegenheid deze onduidelijkheden naar voren te brengen, hetgeen zijn weerslag heeft gevonden in het Overzicht van Vragen en Antwoorden (zie onder 3.3.4). Aldus was vóór het houden van de presentaties en het indienen van de planvisies bekend dat in de eerste selectieronde geen punten aan de verschillende elementen van de opgave zouden worden toegekend, maar dat er een integrale beoordeling zou plaatsvinden van de wijze waarop de elementen wonen, zorg, ruimte en overige zaken in de planvisies zijn verwerkt, welke keuzen daarin zijn gemaakt en op welke wijze deze onderbouwd zijn. Anders dan [[xx]] heeft bepleit, is niet aannemelijk geworden dat de gemeente (i) onjuiste of onbekende selectiecriteria heeft gehanteerd, (ii) selectiecriteria heeft gewijzigd in de loop van de procedure, (iii) selectiecriteria buiten beschouwing heeft gelaten, dan wel (iv) deze elementen anderszins, niet of onjuist heeft getoetst. Dat in het Overzicht Vraag en Antwoord desgevraagd een onjuistheid wordt gecorrigeerd (in vraag 24) vormt in zijn algemeenheid onvoldoende aanleiding om te zeggen dat daarmee de selectiecriteria ongeoorloofd gedurende de procedure zijn gewijzigd. Bovendien is in het antwoord duidelijk aangegeven dat het geen uitsluitende voorwaarde betreft. Evenmin valt uit het feit dat andere gegadigden dan [[xx]] in hun planvisies kennelijk wél aandacht hebben geschonken aan aspecten als financiële haalbaarheid, (al dan niet in relatie tot eventuele) parkbebouwing, duurzaamheid en toekomstbestendigheid, af te leiden dat onjuiste of onbekende selectiecriteria zijn gehanteerd, nu het een integrale beoordeling betrof en het [[xx]] bovendien vrijstond om deze aspecten ook zelf in haar planvisie mee te nemen, maar [[xx]] er - om haar moverende redenen - kennelijk voor heeft gekozen dit niet te doen. De voorzieningenrechter benadrukt hierbij dat, anders dan [[xx]] stelt, volgens de geschetste randvoorwaarden (zie onder 3.3.2) in de planvisie in elk geval aandacht diende te worden geschonken aan duurzaamheid van materiaalgebruik en energie, zodat [[xx]]s de gemeente thans ten onrechte verwijt hiermee bij de beoordeling rekening te hebben gehouden.
3.4.2Uit het Grossmann-arrest (HvJEG 12 februari 2004 zaak C-230/02, LJN: BF6930), waarop de gemeente zich uitdrukkelijk beroept, volgt voorts dat in het belang van snelle en effectieve aanbestedingsprocedures van een (potentiële) inschrijver een proactieve houding mag worden verwacht en dat hij tegen onduidelijkheden of onvolkomenheden in de aanbestedingsstukken opkomt in een stadium waarin deze nog ongedaan kunnen worden gemaakt. Tevens geldt dat verwacht mag worden dat hij behoorlijk geïnformeerd en normaal oplettend is (HvJ EG 29 april 2004, zaak C-496/99 Succhi di Frutta, LJN: BG2419). Gelet hierop, bezien in samenhang met het opgaveprofiel, in het bijzonder de daarin geschetste uitgangspunten en randvoorwaarden, en met hetgeen in het Overzicht Vragen en Antwoorden (zie onder 3.3.4) staat, is de voorzieningenrechter van oordeel dat [[xx]] in een eerder stadium dan in de onderhavige procedure voldoende gelegenheid heeft gehad, en daarvan op dat moment gebruik had behoren te maken, om voor haar eventuele onduidelijkheden aan de gemeente voor te leggen. Nu zij dit op dat moment kennelijk niet, althans onvoldoende, heeft gedaan, valt daaromtrent de gemeente thans niets kwalijk te nemen.
3.4.3Voorts is de voorzieningenrechter van oordeel dat de beoordelingscommissie beoordelingsvrijheid heeft, waardoor de voorzieningenrechter aanbevelingen van een dergelijke commissie marginaal dient te toetsen. Het standpunt van de gemeente dat het in de onderhavige procedure gaat om een integrale beoordeling door een beoordelingscommissie van diverse planvisies, waarbij van tevoren duidelijk was dan wel waarbij van de gegadigden verwacht mocht worden dat dit bij hen duidelijk had behoren te zijn, en waar binnen de in het opgaveprofiel geschetste uitgangspunten en randvoorwaarden enige mate van subjectiviteit niet uit te sluiten, komt de voorzieningenrechter aannemelijk voor. De voorzieningenrechter heeft hierbij betrokken dat naar zijn oordeel de in het opgaveprofiel geschetste uitgangspunten en randvoorwaarden op zichzelf voldoende transparant, objectief en controleerbaar zijn. Enkel uit het feit dat van de gegadigden een grote mate van creativiteit en vrijheid bij de ontwikkeling van hun eigen planvisie werd verwacht, valt niet zonder meer af te leiden dat daarmee de gehele procedure niet objectief, transparant en controleerbaar zou zijn geweest. Ook de verslaglegging van de beoordeling door middel van het verslag van 6 maart 2009 (productie 4 [[xx]]) en de matrices (producties 5 en 6 de gemeente) acht de voorzieningenrechter voldoende transparant en controleerbaar. Het verwijt van [[xx]] aan de gemeente dat bij de beoordeling met vage begrippen als ‘scherpe concepten’ en ‘inspirerende onderdelen’(sub 26 dagvaarding) is gewerkt, slaagt reeds daarom niet. De voorzieningenrechter ziet in het uitbreiden van de beoordelingscommissie (van drie personen, te weten twee externen en een internen, naar vier personen, te weten twee externen en twee internen) evenmin aanknopingspunten voor het oordeel dat de gemeente in strijd met transparantie, objectiviteit en controleerbaarheid zou hebben gehandeld. Gelet op al het vooroverwogene is de voorzieningenrechter dan ook van oordeel dat niet is gebleken dat de beoordelingcommissie niet in redelijkheid tot haar aanbeveling heeft kunnen komen en dat de gemeente op grond daarvan niet in redelijkheid tot haar beslissing ter zake de tweede selectieronde heeft kunnen komen.
3.5Ten slotte merkt de voorzieningenrechter op dat, anders dan [[xx]] betoogt, de concurrentieproblematiek thans niet aan de orde is. De voorzieningenrechter ziet dan ook geen reden tot het opvragen van de door de andere gegadigden ingediende planvisies. Bovendien heeft [[xx]] zelf ingestemd met vertrouwelijke omgang door de gemeente van de ingediende planvisie. Dat de gemeente thans volhardt in deze vertrouwelijkheid ten aanzien van de door de overige gegadigden ingediende planvisies doet niet aan af aan het feit dat de gemeente in het onderhavige kort geding ten verwere genoodzaakt was de planvisie van [[xx]] over te leggen, nu [[xx]] zelf heeft verzuimd dit document ter onderbouwing van haar vordering over te leggen. Hoewel er voor de gemeente geen noodzaak was de planvisie van [[xx]] aan Woningstichting Voerendaal te doen toekomen, doet dit aan het voorgaande evenmin af.
3.6Gelet op al het voorgaande dient [[xx]]s vordering te worden afgewezen. [[xx]] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
4.De beslissing
De voorzieningenrechter:
In het incident
verklaart Woningstichting Voerendaal in haar vordering niet-ontvankelijk;
veroordeelt Woningstichting Voerendaal in de kosten van de procedure aan de zijde van de gemeente gerezen en tot op heden begroot op nihil;
In de hoofdzaak
wijst het gevorderde af;
veroordeelt [[xx]] in de proceskosten tot aan dit vonnis gerezen en aan de zijde van de gemeente begroot op € 262,00 aan vast recht en € 816,00 voor salaris advocaat;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Bergmans, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
J.C.