ECLI:NL:RBMAA:2009:BJ4272
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P. Kistemaker-van Blaricum
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst wegens aanwezigheid van softdrugs in gehuurde woning
In deze zaak heeft de kantonrechter op 22 juli 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Stichting Woonpunt, eiseres, en mevrouw [gedaagde], gedaagde, over de ontbinding van een huurovereenkomst. Eiseres vorderde ontbinding van de huurovereenkomst op grond van het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid softdrugs in de woning van gedaagde. De politie had op 5 januari 2009 in de woning van gedaagde 1259 voorgedraaide joints, 5,870 kilogram hennep, 1,2 kilogram hashish, gripzakjes en een elektronische fijnweegschaal aangetroffen. Eiseres stelde dat gedaagde toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de huurovereenkomst en in strijd had gehandeld met de Opiumwet.
Gedaagde betwistte echter te hebben geweten van de aanwezigheid van de grote hoeveelheid softdrugs en stelde dat zij slechts op de hoogte was van joints voor eigen gebruik die haar vriend, [naam verdachte], in de kelder had. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de drugs die in de kist waren verstopt, aangezien zij geen reden had om aan te nemen dat er een grote hoeveelheid softdrugs aanwezig was. De kantonrechter concludeerde dat, hoewel er sprake was van een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst, deze tekortkoming niet voldoende ernstig was om tot ontbinding van de huurovereenkomst over te gaan. De vorderingen van eiseres werden afgewezen en eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.
De uitspraak benadrukt de noodzaak om bij de beoordeling van ontbinding van een huurovereenkomst rekening te houden met de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de overeenkomst en de belangen van partijen. De kantonrechter stelde vast dat gedaagde redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn van de aanwezigheid van de drugs en dat de ontbinding van de huurovereenkomst niet gerechtvaardigd was.