ECLI:NL:RBMAA:2009:BJ5392
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. Groen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling in het kader van effectenleaseovereenkomst tussen Dexia en gedaagde
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 7 januari 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen Varde Investments (Ireland) Limited en een gedaagde, die in persoon procedeerde. De eiseres, Varde, heeft de gedaagde gedagvaard in verband met een effectenleaseovereenkomst die op 11 mei 2000 tot stand kwam met Dexia. Na beëindiging van deze overeenkomst bleek de opbrengst van de aandelenverkoop niet voldoende om de lening te dekken. De gedaagde heeft op 11 juni 2003 een aanbod van Dexia aanvaard tot het sluiten van een vaststellingsovereenkomst, waarmee hij een regeling trof voor de restschuld die voortvloeide uit de effectenleaseovereenkomst.
De rechtbank oordeelde dat met de aanvaarding van het Dexia-aanbod alle verweren van de gedaagde, inclusief een beroep op artikel 1:88 BW door de niet-handelende echtgeno(o)t(e), zijn prijsgegeven. De rechtbank benadrukte dat de inhoud van de brief van Leaseproces, die de gedaagde als juridisch leek had ontvangen, misleidend was en niet de juiste juridische positie weergaf. De gedaagde had geen rechtens relevant verweer en de hoogte van de vordering werd niet betwist, behalve dat er een deelbetaling van €800,- was gedaan.
De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van €19.242,69 aan Varde, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de gedaagde in de proceskosten veroordeeld. Dit vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.