ECLI:NL:RBMAA:2009:BJ9118

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
23 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
328571 CV EXPL 09-995
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.J. Groen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet wegens diefstal en verrekening van loon met schadevergoeding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Maastricht is behandeld, betreft het een geschil tussen een werknemer en een werkgever over een ontslag op staande voet. De werknemer, eiser, had een arbeidsovereenkomst die op 30 juni 2008 was aangegaan en op 9 september 2008 was beëindigd door het ontslag op staande voet. De werkgever, gedaagde, stelde dat de werknemer goederen had gestolen en/of verduisterd, wat leidde tot een strafrechtelijke veroordeling van de werknemer tot negen maanden hechtenis. De werknemer vorderde in conventie betaling van een achterstallig loon van € 954,14, vermeerderd met rente en kosten. De werkgever erkende de hoofdsom, maar voerde aan dat hij het loon kon verrekenen met een schadevergoeding die aan hem was toegewezen in het strafproces. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer geen recht had op de gevorderde wettelijke rente, omdat de werkgever een tegenvordering had die verrekenbaar was met het loon. De vordering in conventie werd afgewezen, en de werknemer werd verwezen in de proceskosten.

In reconventie vorderde de werkgever een verklaring voor recht dat de werknemer onrechtmatig had gehandeld, wat schade had veroorzaakt. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever voldoende had onderbouwd dat hij recht had op schadevergoeding, maar dat de schade van derden niet voldoende was aangetoond. De zaak werd aangehouden voor een inlichtingencomparitie, waarbij partijen in persoon moesten verschijnen om verdere informatie te verstrekken en een regeling te beproeven. De beslissing in reconventie werd aangehouden, en de zaak werd verwezen naar een rolzitting voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
locatie Sittard-Geleen
vonnis d.d. 23 september2006 in
zaak/rolnr.: 328571 cv expl 09/0995
typ.: hg
coll.:
De kantonrechter van de locatie Sittard-Geleen heeft het navolgende vonnis gewezen
inzake
[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie],
wonende te [woonplaats], terzake domicilie kiezende aan het [adres],
eisende partij in conventie, gedaagde in reconventie, procederende ingevolge toevoeging [nummer] d.d. 22-01-2009,
gemachtigde mr. J.G. van Ek, advocaat,
tegen
de besloten vennootschap [gedaagde in conventie, eisende partij in reconventie],
gevestigd en kantoorhoudende te [adres],
gedaagde conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde mr. E.G.M.G. Huntjens, (ARAG Rechtsbijstand),
1. Het verloop van de procedure in conventie en in reconventie
partijen wisselden de volgende stukken:
- exploot van dagvaarding, uitgebracht op 10 maart 2009,
- conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie, met producties,
- conclusie van repliek in conventie, antwoord in reconventie,
- conclusie van dupliekin conventie repliek in reconventie,
- conclusie van dupliek in reconventie.
Daarna heeft de kantonrechter vonnis bepaald en de uitspraak daarvan nader bepaald op heden.
De inhoud van alle stukken geldt als hier ingelast.
2. De vordering en het verweer in conventie
2.1. Eiser vordert in conventie veroordeling van gedaagde tot betaling van € 954,14, te vermeerderen met de wettelijke rente alsmede de boete rente van 50 % vanaf 9 september 2008 (€ 477,07 5 maart) tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede afgifte van de Jaaropgave 2008 en de laatste loonstrook (eindafrekening), met veroordeling van gedaagde in de kosten van deze procedure.
De vordering is gegrond op het door gedaagde tekortkomen in de nakoming van een tussen partijen bestaande hebben de arbeidsovereenkomst, in dier voege dat eiser nog een onbetaald gelaten loontegoed heeft van € 954,14.
De arbeidsovereenkomst is op 30 juni 2008 aangegaan en door ontslag op staande voet op 9 september 2008 geëindigd, welke beëindiging door eiser is aanvaard.
Ondanks verzoek en sommatie blijft gedaagde nalatig in de nakoming van de uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende verbintenis tot betaling van voormelde loonbedrag, zodat gedaagde behalve het loon eveneens de wettelijke rente tot 5 maart 2009 ten belope van € 73,19 en de “wettelijke boeterente” van 50% verschuldigd is, mitsdien in totaal € 1.504,40, naar de kantonrechter begrijpt de wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW.
2.2. Gedaagde heeft de vordering in hoofdsom erkend, maar beroept zich op verrekening.
Het ontslag op staande voet is gegeven omdat gedaagde heeft vastgesteld dat eiser zowel van haar als van klanten, zich aldaar als haar medewerker presenterende, in omvangrijke mate goederen heeft gestolen en/of verduisterd.
Eiser is wegens deze strafbare feiten door de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Maastricht veroordeeld tot 9 maanden hechtenis met een proeftijd van twee jaar onder bijzondere voorwaarden.
De rechtbank heeft ten gunste van gedaagde en ten laste van eiser een schademaatregel van € 980,94 opgelegd en een civiele vordering van hetzelfde bedrag toegewezen.
Gedaagde verrekent de loonvordering van eiser met de haar toegekende civiele schadevordering.
De vorderingen van eiser zijn daarom ongegrond en dienen te worden afgewezen, met verwijzing van eiser in de kosten van de procedure in reconventie.
2.3. Daarop stelt eiser, zakelijk weegegeven, bij repliek dat het beroep op de verrekening met de schadevergoedingsmaatregel niet kan omdat die door het CJIB geïncasseerd wordt.
Hij betwist de overige schade.
2.4. Gedaagde wijst bij dupliek op het feit zij niet met de schadevergoedingsmaatregel, maar met de civiele vordering verrekent.
3. De vordering en het verweer in reconventie
3.1. Eiseres vordert in reconventie:
- Voor recht te verklaren dat [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] jegens [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] en jegens klanten van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] onrechtmatig heeft gehandeld, waardoor [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] en klanten van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] schade hebben geleden en dat [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] daarvoor aansprakelijke is;
- [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] te veroordelen tot vergoeding van alle schade die [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft geleden, lijdt en nog zal lijden ten gevolge van deze onrechtmatige gedragingen van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie], op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] te veroordelen tot betaling van een voorschot van € 2500,-- op de door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] geleden schade, met veroordeling van gedaagde in de kosten van deze procedure in reconventie.
De vordering is, zakelijk en voorzover als van belang weergegeven, gegrond op het de stelling dat [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] bij [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] alsmede bij door haar in haar gedingstukken genoemde klanten, goederen heeft gestolen dan wel verduisterd. Zij legt facturen over van twee gedupeerde klanten over. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] stelt recht en belang te hebben door middel van een verklaring voor recht rechtens vastgesteld te zien dat [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] onrechtmatig heeft gehandeld en daardoor schadeplichtig jegens haar is geworden.
3.1. Gedaagde weerspreekt –zakelijk en voorzover als van belang weergegeven- het in reconventie gevorderde stellende dat hij niet méér gestolen heeft dan door de rechtbank in het strafproces is vastgesteld. Daarnaast laat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] na de gestelde schade deugdelijk te onderbouwen, de door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] overgelegde producties vormen allerminst een dergelijke adstructie van het gevorderde. De verklaring voor recht is overbodig omdat de rechtbank inmiddels al heeft geoordeeld dat de onrechtmatigheid van de handelingen van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] jegens [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in rechte vaststaat.
De vorderingen in reconventie dienen te worden afgewezen.
4. De beoordeling
4.1. de vaststaande feiten in conventie en in reconventie
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gaat de kantonrechter uit van de navolgende vaststaande feiten.
Bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Maastricht van 24 december 2008 is [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden wegens verduistering van een bestelauto en/of de goederen, diefstal van 3 navigatiesystemen en/of mobiele telefoon die toebehoren aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie].
De rechtbank heeft de schadeclaim van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] op twee manieren gedeeltelijk toegewezen:
- een schadevergoedingsmaatregel ten belope van € 980,94;
- toewijzing van een civiele vordering ten belope van € 980,94.
Het vonnis is onherroepelijk.
Uit hoofde van de arbeidsovereenkomst is [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] nog € 954,14 verschuldigd.
4.2. het oordeel in conventie
[eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie] geeft in zijn dingtalen blijk het strafvonnis niet te kunnen of te willen begrijpen: hem is een schadevergoedingsmaatregel opgelegd én jegens hem is ten gunste van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] een civiele vordering toegewezen. Deze laatste laat hij geheel onbesproken.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] beroept zich op verrekening met de civiele vordering, niet met de schadevergoedingsmaatregel. Aangezien de civiele vordering krachtens de onherroepelijkheid van het strafvonnis eveneens onherroepelijk is en hoger dan de salarisaanspraak van [eisende partij in conventie, gedaagde partij in reconventie], kan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zich ten verwere met succes op verrekening beroepen. Dit beroep voldoet immers aan de vereisten van artikel 6:136 BW: de gegrondheid van het verweer is op een (buitengewoon) eenvoudige wijze vast te stellen.
De kantonrechter overweegt dat slechts verrekend hoeft te worden met het loonbedrag van € 954,14. De verhoging ex 7: 625 BW (door eiser benoemd als boeterente van 50 %) is naar het oordeel van de kantonrechter niet verschuldigd geworden, omdat op het moment waarop de loonvordering opeisbaar werd, de datum van ontslag op staande voet, aan de kant van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] een tegenvordering ter zake van schadevergoeding bestond die met het gehele verschuldigde loon verrekenbaar was omdat artikel 7: 632 BW toepassing miste.
Er is geen te late loonbetaling als bedoeld in artikel 7: 625 BW, zodat elk beroep op dit artikel faalt.
Om dezelfde reden kan er ook geen wettelijke rente verschuldigd zijn.
Uit het vorenoverwogene volgt dat het gevorderde in conventie als ongegrond aanstonds zal worden afgewezen.
Eiser in conventie wordt verwezen in de proceskosten aan de zijde van gedaagde.
Wat partijen overigens nog in conventie hebben aangevoerd is door de kantonrechter beoordeeld maar leidt niet tot een andere beslissing.
4.3. het oordeel in reconventie
Uit hetgeen in conventie is overwogen volgt dat gedaagde jegens eiseres door verduistering en diefstal in dienstbetrekking jegens eiseres schadeplichtig is.
Wat betreft de eigen schade van eiseres staat vast dat bijwege van het strafvonnis is geoordeeld dat deze ten belope van 2 keer € 980,34 vergoed dient te worden, eenmaal als schadevergoedingsmaatregel, eenmaal als civiele vordering.
Naar stelling van eiseres is de werkelijke schade echter hoger, in het schrijven van haar gemachtigde van 7 november 2008 wordt gewag gemaakt van een bedrag van € 3.583,39. Gelet op de verduisterde zaken, waaronder een auto, acht de kantonrechter zeer wel denkbaar dat de uiteindelijke schade substantieel hoger is dan twee keer € 980,34.
De kantonrechter oordeelt voorshands dat eiseres in reconventie genoegzaam heeft onderbouwd dat zij recht en belang heeft bij de verklaring voor recht en de vordering de schade bij staat op te maken.
Met betrekking tot de schade van derden kan de kantonrechter uit het door eiseres gestelde niet aanstonds afleiden of buiten discussie staat dat gedaagde de diefstallen pleegde in zijn hoedanigheid van werknemer bij het verrichten van door eiseres opgedragen werkzaamheden bij de betrokken klanten. Denkbaar is immers dat gedaagde om bij de klanten binnen te komen zich als werknemer van eiseres heeft voorgedaan, maar dit deed zonder enig verband met de uitvoering van de werkzaamheden ten behoeve van eiseres, waardoor betwijfelbaar kan zijn dat aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] schade door diefstallen door gedaagde toegerekend kan worden.
Voorts is slechts summierlijk geadstrueerd welke schade de derden (daadwerkelijk) hebben geleden. Daarenboven zijn minder duidelijke onderdelen van deze claims, zoals "bestede uren" niet onderbouwd. Daarnaast is onduidelijk gelaten of deze derden op enigerlei wijze een schadevergoeding hebben ontvangen, of daar aanspraak op kunnen maken, bijvoorbeeld door een de strafrechtelijke maatregel of verzekeringsuitkering van hun of eiseresses assuradeur(en).
Om hieromtrent meer inzicht te verwerven en om de bewijspositie van eiseres te ecarteren, gelast de kantonrechter in reconventie een inlichtingencomparitie.
Iedere verdere beslissing in reconventie wordt aangehouden.
5. De beslissing
de kantonrechter:
5.1. In conventie
wijst de vorderingen af;
veroordeelt eiser in de kosten van deze procedure aan de zijde van gedaagde gerezen en tot op de datum van dit vonnis begroot € 300,-- gemachtigdensalaris;
5.2. In reconventie
Alvorens verder te beslissen:
Gelast partijen in persoon en voor het zover het betreft een rechtspersoon is deugdelijk vertegenwoordigd, desgewenst vergezeld van de raadslieden, teneinde inlichtingen te verstrekken en een regeling te beproeven te verschijnen voor mr. J.J. Groen, kantonrechter, op een door deze nader vast te stellen tijdstip, plaatsvindende in het Kantongerechtsgebouw van de Sector Kanton, Locatie Sittard-Geleen aan de Parklaan 17 te Sittard.
Alle ter comparitie over te leggen bescheiden dienen uiterlijk 10 werkdagen voor de comparitiedatum ter griffie van het kantongerecht te worden gedeponeerd en in kopie aan de wederpartij te worden toegezonden.
De zaak wordt verwezen naar de rolzitting van voornoemde locatie van 21 oktober 2009, aldaar om 10:00 uur gehouden wordende, om alsdan bij akte hun verhinderdata over de maanden november 2009 tot en met februari 2010 op te geven, dit onder peremptoirstelling.
Iedere verdere beslissing in reconventie wordt aangehouden.
Aldus gewezen door mr. J.J. Groen, kantonrechter en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting, in tegenwoordigheid van de griffier.