ECLI:NL:RBMAA:2009:BK1266

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
14 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
334564 CV EXPL 09-1758
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.J. Groen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van algemene voorwaarden in telecomovereenkomst en schadevergoeding bij tekortkoming

In deze zaak, gewezen door de Rechtbank Maastricht op 14 oktober 2009, staat de toetsing van algemene voorwaarden in een telecomovereenkomst centraal. Eiseres, de naamloze vennootschap Intrum Justitia Nederland BV, heeft gedaagde, een consument, aangesproken op betaling van een bedrag van € 1890,41, voortvloeiend uit een overeenkomst met Vodafone Libertel BV. Gedaagde heeft de vordering betwist en verzocht om ambtshalve toetsing van de algemene voorwaarden aan de EG Richtlijn 93/13/EEG, met de stelling dat deze voorwaarden leiden tot een onevenredig hoge schadevergoeding bij tekortkoming.

De procedure begon met een dagvaarding op 11 mei 2009, gevolgd door schriftelijke stukken van beide partijen. Eiseres vorderde betaling van een hoofdsom van € 1551,10, rente en buitengerechtelijke kosten, terwijl gedaagde erkende dat er een overeenkomst was, maar betwistte de hoogte van de vordering en de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde verwijtbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, maar dat er onduidelijkheid bestaat over de schadevergoeding en de toepassing van de algemene voorwaarden.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn, maar dat er onvoldoende helderheid is over de schade die eiseres heeft geleden. De zaak is aangehouden voor bewijslevering, waarbij eiseres de gelegenheid krijgt om bewijs te leveren van de schade die zij stelt te hebben geleden door het tekortschieten van gedaagde. De beslissing om de zaak aan te houden is genomen om de partijen de kans te geven getuigen te horen en verdere bewijsstukken aan te leveren. De kantonrechter heeft de zaak op de rolzitting van 11 november 2009 gesteld voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
locatie Sittard-Geleen
vonnis d.d. 14 oktober 2009
zaak/rolnr.: 334564 cv expl 09/1758
typ.:
coll.:
De kantonrechter van de locatie Sittard-Geleen heeft het navolgende vonnis gewezen
inzake
de naamloze vennootschap Intrum Justitia Nederland BV, gevestigd en kantoorhoudende te 's-Gravenhage aan de Johan de Wittlaan 3, te dezer zake domicilie kiezende aan de Alexander Battalaan 26 te Maastricht,
eisende partij,
gemachtigde J.H.L. Sinkiewicz, deurwaarder,
tegen
[gedaagde], wonende te [adres],
gedaagde partij,
gemachtigde B.M.A. Jegers, advocaat.
1. Het verloop van de procedure
partijen wisselden de volgende stukken:
- exploot van dagvaarding met producties, uitgebracht op 11 mei 2009,
- schriftelijk antwoord ,
- conclusie van repliek met producties,
- schriftelijke dupliek.
Daarna heeft de kantonrechter vonnis bepaald en de uitspraak daarvan bepaald op heden.
De inhoud van alle stukken geldt als hier ingelast.
2. De vordering en het verweer
2.1. Eiseres vordert veroordeling van gedaagde tot betaling van € 1890,41, zijnde in hoofdsom € 1551,10, rente € 39,31, buitengerechtelijke kosten € 300,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 mei 2009 over € 551,10, een en ander tezamen een bedrag van € 5.000,00 niet te bovengaande met veroordeling in de kosten van deze procedure, daaronder begrepen het salaris van de gemachtigde van eiseres.
De vordering is gegrond op het door gedaagde tekortschieten in de nakoming van een over¬eenkomst krachtens welke Vodafone Libertel BV aan gedaagde telecomdiensten heeft verleend. Ondanks verzoek en sommatie blijft gedaagde nalatig in de nakoming van de uit deze overeenkomst voortvloeiende verbintenis tot betaling van na te melden bedragen.
Eiseres stelt daartoe als volgt.
Vodafone Libertel BV heeft met gedaagde een overeenkomst gesloten in het kader waarvan aan gedaagde telecomrnunicatiediensten werden geleverd, zoals omschreven in de daarvan opgemaakte overeenkomst met bijbehorende algemene voorwaarden, die van deze overeenkomst deel uitmaken. De overeenkomst is aangegaan voor een bepaalde, in de overeenkomst aangegeven periode, waarna -behoudens opzegging door gedaagde met inachtname van een opzegtermijn van 3 maanden- de overeenkomst voor onbepaalde tijd doorloopt. Gedaagde is in het kader van voornoemde overeenkomst maandelijks een vast bedrag aan eiseres verschuldigd, alsmede de kosten voor de gevoerde telefoongesprekken, alles conform de tussen eiseres en gedaagde overeengekomen tarieven. Ondanks aanmaningen van eiseres is gedaagde met betaling van de verschuldigde kosten in gebreke gebleven, op grond waarvan eiseres de dienstverlening heeft beëindigd. Op grond van de beëindiging van de dienstverlening is de gedaagde krachtens voormelde overeenkomst tevens afsluitkosten verschuldigd geworden, alsmede, conform de voorwaarden van de overeenkomst, de vaste kosten over de resterende looptijd van de overeengekomen minimum periode. Het thans opeisbare saldo bedraagt € 1551,10. Gedaagde is krachtens genoemde voorwaarden in geval van niet-tijdige betaling een rentevergoeding gelijk aan de wettelijke rente verschuldigd, ingaande op de vervaldag en eiseres uit hoofde daarvan opeisbaar te vorderen heeft een rente van € 39,31, berekend tot en met 4 mei 2009.
Vodafone Libertel BV heeft de vordering op gedaagde aan eiseres verkocht.
Eiseres heeft gedaagde schriftelijk en telefonisch tot betaling gesommeerd. Daarnaast zijn diverse incassowerkzaamheden verricht, bestaande uit een combinatie van het aanmaken van het dossier, het vergaren van informaties, het voeren van diverse correspondentie(s). Deze werkzaamheden betreffen niet werkzaamheden terzake waarvoor in art. 237 t/m 240 Rv. genoemde kosten reeds ter vergoeding zijn ingesloten. Eiseres heeft derhalve voor die werkzaamheden kosten te betalen gekregen, welke kosten rechtstreeks zijn ontstaan als gevolg van het verzuim van gedaagde en die niet zijn te beschouwen als kosten ter voorbereiding van een procedure. Eiseres vordert deze kosten van gedaagde en conform de aanbevelingen in het Rapport Voorwerk II bedragen die € 300,-- (excl. B.T.W.). De buitengerechtelijke kosten komen krachtens de op de overeenkomst van toepassing zijnde voorwaarden, danwel krachtens art. 6:96 lid 2 sub c BW, danwel naar redelijkheid en billijkheid voor rekening van gedaagde. Gedaagde is door Intrum Justitia diverse malen tot betaling gesommeerd. Op die brieven heeft gedaagde niet gereageerd met enig bezwaar tegen de onderhavige vordering, terwijl zij evenmin in een eerder of later stadium van een dergelijk bezwaar heeft laten blijken. Gedaagde blijft desondanks in gebreke met de voldoening van voormelde bedragen zodat eiseres er recht op en belang bij heeft in rechte aanspraak te maken op betaling van haar voormelde vordering.
2.2. Gedaagde weerspreekt het gevorderde, zakelijk en voorzover als relevant, stellende dat juist is dat gedaagde met Vodafone Libertel een contract heeft gehad en dat er een viertal facturen onbetaald gelaten zijn. Dit betreft totaal een bedrag van € 471,27. Tegen toewijzing van dit bedrag heeft gedaagde geen bezwaar.
Gedaagde maakt wel bezwaar tegen een factuur van Vodafone-factuur uit hoofde van resterende abonnementstermijnen ten bedrage van € 1079,83.
Gedaagde betwist dat algemene voorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomst. Voorzover de vorderingen gebaseerd zijn op algemene voorwaarden die deze te worden afgewezen.
Voorzover de voorwaarden wel van toepassing zijn, verzoekt gedaagde de kantonrechter deze algemene voorwaarden ambtshalve te toetsen aan artikel 3 lid 3 van de EG Richtlijn 93/13/EEG van 5 april 1993, meer in het bijzonder betreffende de onevenredig hoge schadevergoeding die voor gedaagde uit deze voorwaarden bij verwijtbaar tekortkomen volgt. Gedaagde is met betrekking tot de voornoemde factuur behelzende de resterende abonnementskosten van mening dat de sprake is van een beding dat tot gevolg of tot doel heeft de consument de onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen. In het kader van een Richtlijnconforme interpretatie dient het beding buiten toepassing te blijven. Eiseres kan de resterende termijnen evenmin als (ontbindings-)schade vorderen. In het verlengde daarvan kan eiseres evenmin buitengerechtelijke kosten vorderen.
Gedaagde concludeert tot afwijzing van het gevorderde met veroordeling van eiseres de kosten van het geding.
Eiseres stelt daarop bij repliek dat partijen, blijkens de bij deze conclusie in het geding gebrachte producties, op 3 september 2008 in overeenkomst zijn aangegaan waarbij de algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard en door gedaagde aanvaard.
Gedaagde heeft twee telefoonnummers met voor ieder nummer een toestel ter beschikking gekregen, zijnde een Samsung en een Nokia telefoon.
Eiseres betwist dat de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend zouden zijn. Uit de overgelegde producties moet blijken dat gedaagde in februari 2008 gratis een telefoontoestel ter waarde van € 240,-- en in september 2008 een ander telefoontoestel ter waarde van € 189,--heeft ontvangen en behouden, en daarnaast de eerste 24 maanden van de abonnementsperiode 50 % korting kreeg op de vaste maandelijkse lasten van beide toestellen van respectievelijk € 249,12 en € 270,--samen zijnde € 519,12.
Aldus heeft gedaagde in totaal een voordeel gehad van € 948,12.
Het bedrag dat in december 2008 wegens voortijdige ontbinding van de overeenkomsten aan gedaagde in rekening is gebracht, € 1079,83, is een redelijke schadevergoeding voor het nadeel dat Vodafone heeft geleden doordat zij door de tekortkoming van gedaagde niet in de gelegenheid is gesteld om de voormelde investeringen terug te verdienen.
Eiseres is van mening dat geen sprake is van een beding dat tot doel heeft de tekortkomende consument een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen.
Eiseres merkt volledigheidshalve op dat door de Geschillencommissie Telecommunicatie de fixering als in deze procedure aan de orde, steevast als redelijk en juist wordt geaccepteerd. Zij volhardt in haar vorderingen.
Bij repliek stelt gedaagde dat het wel zo kan zijn dat er algemene voorwaarden van toepassing zijn, maar dat deze niet ter hand werden gesteld. Gedaagde heeft wel het contract ontvangen, de voorwaarden echter niet.
Gedaagde volhardt in de stelling dat de voorwaarden onredelijk bezwarend te zijn.
Gedaagde bestrijdt dat hij een tweede mobiele telefoon ontvangen zou hebben: hij heeft slechts één in zijn bezit gehad, een Nokia. Eiseres maakt het heel complexe twee vorderingen bij elkaar te voegen, waarbij vervolgens nog verschillende waardes voor de toestellen worden opgegeven. Gedaagde kan niet doorzien waar de waarde van de toestellen op is gebaseerd. Dit geldt eveneens met betrekking tot de korting van € 519,12. Voorzover deze korting ziet op een Samsung toestel is die niet op gedaagde van toepassing.
Gedaagde volhardt in zijn stellingen en conclusie.
Vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gaat de kantonrechter uit van de navolgende vaststaande feiten.
Op 3 september 2008 heeft gedaagde in een overeenkomst met Vodafone Libertel BV ondertekend, strekkende tot het verkrijgen van mobiele telecommunicatiediensten.
Tevens is aan gedaagde een telefoon ter beschikking gesteld.
In de ondertekende overeenkomst worden de algemene voorwaarden van Vodafone Libertel BV van toepassing verklaard.
Het contract betreft een Basis-abonnement van € 22,50 per maand voor de duur van 24 maanden.
Gedaagde is verwijtbaar tekortgekomen in de nakoming van deze overeenkomst met Vodafone Libertel BV, waardoor deze voortijdig is ontbonden.
Blijkens de door eiseres in het geding gebrachte kopie van het contract is sprake van één aansluiting en is aan gedaagde gratis ter beschikking gesteld een Nokia 6300 Silver met een adviesprijs van € 189,-- .
Blijkens de door eiseres in het geding gebrachte facturen is sprake van twee aansluitingen, de nummers 0646296142 en 0654218179, beide ten name van gedaagde.
3.2. het oordeel
Met betrekking tot algemene voorwaarden oordeelt de kantonrechter dat deze van toepassing zijn.
In de door gedaagde ondertekende overeenkomst is in de ruimte boven de handtekening van gedaagde duidelijk bedongen dat deze voorwaarden van toepassing zijn, zodat gedaagde alvorens deze overeenkomst aan te gaan, zich daaromtrent had kunnen informeren.
Dit leidt ertoe dat de kantonrechter ambtshalve dient te toetsen of het beding uit de algemene voorwaarden waarop eiseres zich beroept op de door gedaagde omschreven gronden als onredelijk bezwarend moet worden beschouwd. Die toets kan de kantonrechter alleen maar uitvoeren wanneer over de door de eisende partij gevorderde schade de helderheid bestaat.
Dit laatste is allerminst het geval. Eiseres maakt gewag van twee telefoontoestellen behorende bij twee aansluitingen, terwijl de overeenkomst slechts betrekking heeft op één aansluiting. Uit de door eiseres overgelegde producties, meer in het bijzonder uit de facturen, blijkt echter duidelijk dat er sprake is van twee aansluitingen.
De kantonrechter kan die informatie niet verifiëren aan de hand van de door eiseres in het geding gebrachte overeenkomst, terwijl eiseres, ondanks het weerspreken daarvan door gedaagde, dit verschil bij dupliek geheel onbesproken laat.
De kantonrechter kan niet achterhalen of gedaagde terecht het voordeel van twee gratis telefoontoestellen kan worden toegerekend en of juist is dat gedaagde door korting(en) over twee aansluitingen het voordeel heeft genoten zoals de eiseres wordt gesteld.
De kantonrechter zal eiseres overeenkomstig haar aanbod daartoe toelaten tot het bewijs van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat de schade uit hoofde van het verwijtbaar tekortkomen van de kant van gedaagde beloopt de somma van € 1551,10, omvattende de ter hand stelling van twee telefoontoestellen en het geven van de hogergenoemde korting, waarbij het aan eiseres is om de waarde van de telefoontoestellen door middel van verificatoire bewijs te onderbouwen.
In afwachting van de bewijslevering wordt iedere verdere beslissing aangehouden.
4. De beslissing
De kantonrechter, alvorens verder te beslissen:
4.1. laat eiseres toe door alle middelen rechtens, speciaal door getuigen, te bewijzen hetgeen hiervoren is overwogen;
4.2. de zaak wordt daartoe op de rolzitting van de Locatie Sittard-Geleen gesteld van
woensdag 11 november 2009 te 10.00 uur, teneinde:
- de eisende partij de gelegenheid te geven tot op deze rolzitting een schriftelijke opgave te verstrekken van de personalia van de te horen getuigen, waarna dag en uur van het te houden getuigenverhoor door de kantonrechter nader wordt bepaald;
- beide partijen de gelegenheid te geven tot op deze rolzitting schriftelijk verhinderdata voor de maanden december 2009 en januari en februari 2010 op te geven;
4.3. houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr. J.J. Groen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.