ECLI:NL:RBMAA:2009:BK6557

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
4 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
145109 / FT-EA 09.100
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot faillietverklaring wegens misbruik van bevoegdheid

Op 11 november 2009 heeft de Rechtbank Maastricht uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot faillietverklaring op eigen aangifte door verzoekster. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen op grond van het feit dat toewijzing van het verzoek jegens de curator zou leiden tot misbruik van bevoegdheid. Verzoekster heeft geen baten of inkomsten en heeft geen vast woonadres, wat de noodzaak voor een faillissement in twijfel trekt.

De procedure begon op 5 november 2009, toen verzoekster haar aangifte tot faillietverklaring indiende. Op 10 november 2009 werd verzoekster door de rechtbank gehoord. Eerder, op 10 maart 2009, had de rechtbank een verzoek van verzoekster om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsanering afgewezen, omdat zij niet aannemelijk had gemaakt dat zij te goeder trouw was geweest met betrekking tot het ontstaan van haar schulden in de vijf jaar voorafgaand aan dat verzoek. Dit vonnis werd op 5 augustus 2009 door het gerechtshof 's-Hertogenbosch bekrachtigd.

Tijdens de zitting verklaarde verzoekster dat zij haar persoonlijk faillissement aanvraagt om door de crediteuren met rust gelaten te worden. De rechtbank concludeerde dat, gezien het ontbreken van baten of inkomsten, er geen redelijk belang gediend zou zijn met een faillissement. De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot faillietverklaring moest worden afgewezen, omdat het anders zou leiden tot misbruik van bevoegdheid.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak : 11 november 2009
Rekestnummer : 145109/FT-EA 09.100
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de navolgende beschikking gegeven
Inzake het verzoek van:
[Naam verzoeksters].
1. Het verloop van de procedure
1.1. Op 5 november 2009 is bij de griffie van deze rechtbank een aangifte tot failliet verklaring gedaan door verzoekster.
1.2. Verzoekster is op 10 november 2009 door de rechtbank gehoord.
2. De beoordeling
2.1. Op 10 maart 2009 heeft deze rechtbank een verzoek van verzoekster om tot de wettelijke schuldsanering te worden toegelaten afgewezen omdat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van haar schulden de afgelopen vijf jaar voorafgaand aan dat verzoek te goeder trouw is geweest.
2.2. Op 5 augustus 2009 heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch het vorenbedoeld vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
2.3. Verzoekster heeft ter zitting meegedeeld dat zij haar persoonlijk faillissement aanvraagt om zo door de crediteuren met rust gelaten te worden. Zij heeft geen vast woonadres en geen baten of inkomsten.
2.4. Nu verzoekster niet over baten of inkomsten beschikt, waardoor een spaarfaillissement niet aan de orde zal kunnen zijn, is de rechtbank van oordeel dat er geen redelijk belang wordt gediend met een faillissement. Gelet op deze omstandigheden zou toewijzing van het verzoek jegens de curator misbruik van bevoegdheid opleveren.
2.5. De gevraagde faillietverklaring dient op grond van het hiervoor overwogene te worden
afgewezen.
3. De beslissing
De rechtbank:
- wijst het verzoek tot faillietverklaring af.
Deze beschikking is gegeven door W.E. Elzinga, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 november 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.
LE