ECLI:NL:RBMAA:2009:BK6873

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
16 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03/702619-09
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering en valsheid in geschrift door gerechtsdeurwaarder met ontnemingsvordering

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht op 16 december 2009, stond een gerechtsdeurwaarder terecht die beschuldigd werd van verduistering van gelden van derden die op zijn derdengeldrekening waren gestort. Daarnaast maakte hij gebruik van een vervalste brief van Essent, waarin hem kwijting werd verleend, en stelde hij een onjuiste derdenverklaring op volgens artikel 475a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De officier van justitie vorderde ontneming van een bedrag van € 1.484.853,-, dat later werd gematigd tot € 1.397.823,-. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. J.W.E.M. Guzik, pleitte voor afwijzing van de vordering, stellende dat er geen sprake was van wederrechtelijk verkregen voordeel en dat er bovendien geen draagkracht was.

De rechtbank overwoog dat de strafzaak en de ontnemingsvordering verband hielden met een civiele kwestie tussen de verdachte en een derde partij, waarbij al meerdere civiele procedures waren gevoerd en een bodemprocedure aanhangig was. Door de faillissement van het deurwaarderskantoor van de verdachte was er grote onzekerheid over de financiële uitkomst van de procedures, wat de rechtbank verhinderde om een reële schatting van het wederrechtelijk voordeel te maken. Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat het wederrechtelijk voordeel op nihil moest worden gesteld. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met M.B.T.G. Steeghs als voorzitter, en werd openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector strafrecht
Parketnummer : 03/702619-09
Datum uitspraak : 16 december 2009
Tegenspraak
Uitspraak ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht van de rechtbank Maastricht, meervoudige kamer voor strafzaken
in de zaak tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonende te [adresgegevens verdachte].
1. De vordering
De officier van justitie heeft ontneming gevorderd van € 1.484.853,-.
2. Onderzoek van de zaak
Het onderzoek heeft plaatsgevonden op de zitting van 2 december 2009.
De officier van justitie heeft ter zitting de vordering gematigd tot een bedrag van € 1.397.823,-.
Van de zijde van [naam verdachte], voornoemd, bijgestaan door mr. J.W.E.M. Guzik, advocaat te Roermond is afwijzing van de vordering bepleit, nu er geen sprake is van enig wederrechtelijk verkregen voordeel, subsidiair wegens het ontbreken van enige draagkracht.
De rechtbank heeft kennis genomen van de processtukken, waaronder het vonnis van de rechtbank Roermond d.d. 16 december 2009 in de zaak met parketnummer 03/702619-09, waarbij [naam verdachte] voornoemd is veroordeeld kort gezegd wegens verduistering en valsheid in geschrift.
3. Beoordeling van de vordering
De rechtbank overweegt dat de strafzaak, met de onderhavige ontnemingsvordering, verband houdt met een civiele kwestie tussen [naam verdachte] en [E.]. Uit het dossier is gebleken dat er al een aantal civiele procedures is gevoerd en dat thans een bodemprocedure aanhangig is tussen voornoemde partijen. In deze civiele kwestie stellen beide partijen over en weer op elkaar vorderingen te hebben.
Daarnaast is intussen het deurwaarderskantoor [naam deurwaarderskantoor], waarvan [naam verdachte] enig directeur/aandeelhouder was, in staat van faillissement verklaard en is de curator doende om de boedel in kaart te brengen en af te wikkelen.
Er is derhalve grote onzekerheid over de uiteindelijke financiële uitkomst van procedures met betrekking tot de vorderingen over en weer en het faillissement, waardoor de rechtbank op basis van de vordering die thans aan haar voorligt niet tot een reële en rechtens aanvaardbare schatting kan komen, zodat het wederrechtelijk voordeel moet worden gesteld op nihil.
Beslissing
De rechtbank stelt het bedrag, waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vast op nihil.
Deze uitspraak is gegeven door L.J.A. Crompvoets, M.B.T.G. Steeghs en E.A.M. van Oorschot, rechters, van wie M.B.T.G. Steeghs voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. D.W.G. Roebroek als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
16 december 2009.
RECHTBANK MAASTRICHT
Aanvulling van de bewijsmiddelen inzake de uitspraak ex artikel 36e , lid 1, van het Wetboek van strafrecht
in de zaak tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonende te [adresgegevens verdachte].
Aangevuld door de rechtbank en ondertekend door de voorzitter.
Datum: M.B