ECLI:NL:RBMAA:2010:BL8636

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
26 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
365639 EJ VERZ 10-525
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een mentor voor een betrokkene met geestelijke of lichamelijke beperkingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 26 februari 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot instelling van een mentorschap voor een betrokkene die als gevolg van haar lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is om haar eigen belangen van niet-vermogensrechtelijke aard behoorlijk waar te nemen. De betrokkene heeft expliciet verzocht om haar moeder als mentor te benoemen. De kantonrechter heeft kennisgenomen van een verzoekschrift dat op 27 januari 2010 ter griffie is ingekomen, evenals een bereidverklaring van de voorgestelde mentor. De moeder van de betrokkene is echter ook werkneemster van de instelling waar de betrokkene verblijft, wat in beginsel een beletsel vormt voor haar benoeming als mentor volgens artikel 1:452 lid 6 sub e van het Burgerlijk Wetboek. Desondanks heeft de kantonrechter geoordeeld dat het in het belang van de betrokkene is dat haar moeder tot mentor wordt benoemd, aangezien zij in haar hoedanigheid van ouder de belangen van de betrokkene afdoende kan behartigen. De betrokkene is op 22 februari 2010 gehoord en de belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld hun opvattingen kenbaar te maken. Tegen de persoon van de voorgestelde mentor zijn geen bezwaren aangevoerd. De kantonrechter heeft daarom besloten het verzoek tot instelling van een mentorschap toe te wijzen en heeft de moeder benoemd tot mentor met ingang van de datum van de beschikking. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. W.E. Elzinga, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
Zaaknr: 365639 EJ VERZ 10-525
BMnr: 13856
Typ: M.S.
datum 26 februari 2010
beschikking instelling mentorschap
op verzoek van
[verzoekster]
wonend te [adres]
verder ook te noemen: verzoekster.
Het verzoek strekt tot instelling van een mentorschap ten behoeve van:
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] op [1981]
verblijvend [verblijfplaats]
verder ook te noemen: betrokkene.
procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- een verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 27 januari 2010;
- een bereidverklaring van de voorgestelde mentor.
De betrokkene is gehoord op 22 februari 2010.
De belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld hun opvatting kenbaar te maken.
beoordeling
Op grond van de ingebrachte stukken en het horen van de betrokkene is voldoende aanneme-lijk geworden dat deze als gevolg van haar lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is of bemoeilijkt wordt de eigen belangen van niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen.
In dit geval is het de uitdrukkelijke wens van betrokkene dat haar moeder tot mentor wordt benoemd. Conform het bepaalde in art. 1:452 lid 4 BW verdient dit ook de voorkeur.
Moeder is echter tevens werkneemster van de instelling waar betrokkene verblijft.
Dit is in beginsel een beletsel als bedoeld in art. 1:452 lid 6 sub e BW.
Nu de moeder in een andere locatie werkzaam is dan waar betrokkene verblijft, acht de kan-tonrechter het niettemin in het belang van betrokkene dat de moeder tot mentor wordt be-noemd. Zij kan immers in haar hoedanigheid van ouder van betrokkene geacht worden de belangen van betrokkene afdoende te behartigen.
Tegen de persoon van de voorgestelde mentor zijn geen andere bezwaren aangevoerd of gebleken.
Het verzoek kan dan ook worden toegewezen.
beslissing
Stelt een mentorschap in ten behoeve van [betrokkene].
Benoemt tot mentor met ingang van heden:
[verzoekster]
wonende [adres].
Deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. W.E. Elzinga, kan-tonrechter, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan – uitsluitend door tussenkomst van een advocaat – hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker(s) en degene aan wie een afschrift van de beschikking (door de griffier) is verstrekt
of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.