ECLI:NL:RBMAA:2010:BM7051
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Piëtte
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot betaling van telecomkosten wegens gebrek aan akte van cessie
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht, sector Kanton, op 21 april 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Intrum Justitia Nederland B.V. en een gedaagde partij. Eiseres, Intrum Justitia Nederland B.V., vorderde betaling van een bedrag van €655,72, bestaande uit een hoofdsom van €500,52, rente en buitengerechtelijke kosten, die voortvloeiden uit een overeenkomst tussen gedaagde en Vodafone Libertel B.V. Eiseres stelde dat zij de vordering van Vodafone had gekocht en dat gedaagde in gebreke was gebleven met de betaling van de verschuldigde bedragen.
De procedure begon met een exploot van dagvaarding, gevolgd door een conclusie van antwoord van gedaagde. Gedaagde heeft de vordering betwist en aangevoerd dat de vordering niet eisbaar was, omdat het zou gaan om een restant van een abonnement dat niet gebruikt was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiseres niet had voldaan aan de vereisten van artikel 3:94 BW, dat een akte van cessie vereist voor de overdracht van een vordering. Eiseres had geen dergelijke akte overgelegd en kon niet aantonen dat zij een zelfstandige vordering had.
De kantonrechter oordeelde dat de vordering van eiseres integraal moest worden afgewezen, omdat er geen bewijs was van de overdracht van de vordering. Eiseres werd bovendien veroordeeld in de kosten van de procedure aan de zijde van gedaagde, die op nihil werden begroot. De uitspraak benadrukt het belang van de vereiste akte van cessie bij de overdracht van vorderingen in het civiele recht.