ECLI:NL:RBMAA:2010:BN0965
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de Rechtbank Maastricht in strafzaak tegen verdachte
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 15 juli 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het besturen van een motorrijtuig terwijl hem dat was ontzegd. De tenlastelegging betrof twee feiten die zich op 29 januari 2010 in de gemeente Maasgouw hebben voorgedaan. De verdachte was op dat moment ingeschreven in de basisadministratie van de gemeente Utrecht en er was niet aangetoond dat hij zich in het arrondissement Maastricht bevond tijdens de aanvang van de vervolging. De politierechter heeft vastgesteld dat de pleegplaats van de feiten in het arrondissement Roermond ligt, wat betekent dat de Rechtbank Maastricht onbevoegd is om van de zaak kennis te nemen. De officier van justitie had betoogd dat de rechtbank bevoegd was omdat er dwangmiddelen waren toegepast in Maastricht, maar de politierechter verwierp dit standpunt. De rechter baseerde zijn oordeel op de artikelen 2, 4, 5 en 6 van het Wetboek van Strafvordering, die de relatieve bevoegdheid van de rechtbank regelen en van openbare orde zijn. De politierechter heeft zich uiteindelijk onbevoegd verklaard om van de tenlastegelegde feiten kennis te nemen, en verwees naar eerdere uitspraken van de Hoge Raad en het gerechtshof ter ondersteuning van zijn beslissing. Het vonnis is uitgesproken door mr. C.M.W. Nobis, in aanwezigheid van griffier mr. G.M. Drenth.