ECLI:NL:RBMAA:2010:BN0965

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
15 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03.056490.10
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de Rechtbank Maastricht in strafzaak tegen verdachte

In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 15 juli 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het besturen van een motorrijtuig terwijl hem dat was ontzegd. De tenlastelegging betrof twee feiten die zich op 29 januari 2010 in de gemeente Maasgouw hebben voorgedaan. De verdachte was op dat moment ingeschreven in de basisadministratie van de gemeente Utrecht en er was niet aangetoond dat hij zich in het arrondissement Maastricht bevond tijdens de aanvang van de vervolging. De politierechter heeft vastgesteld dat de pleegplaats van de feiten in het arrondissement Roermond ligt, wat betekent dat de Rechtbank Maastricht onbevoegd is om van de zaak kennis te nemen. De officier van justitie had betoogd dat de rechtbank bevoegd was omdat er dwangmiddelen waren toegepast in Maastricht, maar de politierechter verwierp dit standpunt. De rechter baseerde zijn oordeel op de artikelen 2, 4, 5 en 6 van het Wetboek van Strafvordering, die de relatieve bevoegdheid van de rechtbank regelen en van openbare orde zijn. De politierechter heeft zich uiteindelijk onbevoegd verklaard om van de tenlastegelegde feiten kennis te nemen, en verwees naar eerdere uitspraken van de Hoge Raad en het gerechtshof ter ondersteuning van zijn beslissing. Het vonnis is uitgesproken door mr. C.M.W. Nobis, in aanwezigheid van griffier mr. G.M. Drenth.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
Parketnummer: 03.056490.10
Datum uitspraak: 15 juli 2010
Vonnis van de politierechter Maastricht, in de zaak tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonende te [adresgegevens verdachte].
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 1 juli 2010.
De politierechter heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen door de verdediging naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij, op of omstreeks 29 januari 2010, in de gemeente Maasgouw, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak of strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, Sint Joosterweg, een motorrijtuig, (personenauto), heeft bestuurd;
2.
hij, op of omstreeks 29 januari 2010, in de gemeente Maasgouw, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten alle categorieën, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, Sint Joosterweg, als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
De bevoegdheid van de rechtbank.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich ter terechtzitting op het standpunt gesteld dat de rechtbank bevoegd is, omdat in het arrondissement Maastricht dwangmiddelen zijn toegepast.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte acht het in het belang van verdachte dat de zaak wordt behandeld, maar refereert zich wat de bevoegdheid betreft aan het standpunt van de politierechter.
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de bevoegdheid om van de tenlastegelegde feiten kennis te nemen, overweegt de politierechter als volgt.
De relatieve bevoegdheid van de rechtbank is geregeld in de artikelen 2, 4, 5 en 6 van het Wetboek van Strafvordering. Deze voorschriften kunnen geacht worden van openbare orde te zijn, zodat de rechter deze ambtshalve heeft te toetsen.
Ingevolge het bepaalde in artikel 348 van het Wetboek van Strafvordering beoordeelt de rechter de bevoegdheid van de rechtbank op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van hetgeen bij het onderzoek op de terechtzitting daaromtrent is gebleken.
De politierechter stelt vast dat de in de tenlastelegging genoemde pleegplaats, te weten de gemeente Maasgouw, is gelegen in het arrondissement Roermond.
De rechter stelt verder vast dat verdachte ten tijde van de aanvang van de vervolging, te weten ten tijde van het doen uitgaan van de (inleidende) dagvaarding, stond ingeschreven in de basisadministratie van de gemeente Utrecht. Niet is gebleken dat verdachte zich toen in het arrondissement Maastricht bevond.
Uit het dossier blijkt dat verdachte op 29 januari 2010, nadat hij op heterdaad werd aangehouden, is overgebracht naar het bureau van de Politie Regio Limburg-Noord te Maasbracht, gemeente Maasgouw. In Maasbracht is de auto waarin verdachte reed, in beslag genomen, evenals 4 gripzakjes met elk 1 gram hennep. Daarna is verdachte voor verhoor overgebracht naar het bureau van Politie Regio Limburg-Zuid te Maastricht, waarna hij diezelfde dag is heengezonden.
De politierechter is van oordeel dat de opvatting van het openbaar ministerie, inhoudende dat het verhoren van verdachte te Maastricht leidt tot de bevoegdheid van de rechtbank Maastricht, niet als juist kan worden aanvaard, nu de limitatieve opsomming van bevoegdheidsgronden in de genoemde bepalingen van het Wetboek van Strafvordering daarvoor geen grond biedt. De politierechter vindt voor dit oordeel steun in de uitspraken van de Hoge Raad van 30 juni 2009 (LJN: BI4030) en van het gerechtshof Amsterdam van 4 april 2005 (LJN: AT4391).
Het vorenstaande leidt er toe dat de politierechter zich onbevoegd zal verklaren om van de tenlastegelegde feiten kennis te nemen.
DE UITSPRAAK
De politierechter verklaart zich onbevoegd om van de tenlastegelegde feiten kennis te nemen.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.W. Nobis, politierechter, in tegenwoordigheid van mr. G.M. Drenth, griffier, en is uitgesproken op 15 juli 2010.
PROCES-VERBAAL VAN UITSPRAAK
Parketnummer: 03.056490.10
Proces-verbaal van het voorgevallene ter openbare zitting van de enkelvoudige kamer van de rechtbank voornoemd van 15 juli 2010 in de zaak tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonende te [adresgegevens verdachte].
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
dhr./mevr. , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is in de zaal van de zitting aanwezig.
De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat hij daartegen binnen 14 dagen hoger beroep kan instellen.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en getekend door de rechter en de griffier.