ECLI:NL:RBMAA:2010:BN9215

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
21 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
364364 CV EXPL 10-208
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M.J.F. Piette
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onjuiste eisende partij en gebrek aan herstel in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Maastricht, sector Kanton, op 21 april 2010, is de besloten vennootschap Essent Retail Energie BV als eisende partij opgetreden tegen een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De zaak betreft een vordering tot betaling van EUR 819,61, vermeerderd met wettelijke rente, die door de eiser is ingesteld. De gedaagde heeft de vordering betwist en verwezen naar de stukken voor zijn verweer.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een gebrek was in de procesvoering, namelijk dat de eisende partij onjuist was aangeduid in het exploot van dagvaarding. Dit gebrek, dat met nietigheid was bedreigd, werd echter niet door de gedaagde ingeroepen, waardoor de kantonrechter hieraan voorbij ging. De kantonrechter oordeelde dat het gebrek in beginsel hersteld kon worden door het uitbrengen van een herstelexploot, wat niet is gebeurd. Het enkele noemen van het gebrek in de repliek herstelde dit gebrek niet.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat de eiser, Essent Retail Energie BV, geen vorderingsrecht toekwam en dat de vordering moest worden afgewezen. De kantonrechter heeft ook overwogen dat, aangezien de eiser in het ongelijk werd gesteld, deze in beginsel veroordeeld diende te worden in de proceskosten aan de zijde van de gedaagde, maar dat dit niet werd toegewezen omdat niet was gesteld of gebleken dat dergelijke kosten zich voordeden. De beslissing van de kantonrechter was dan ook om de vordering af te wijzen.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
locatie Sittard-Geleen
vonnis d.d. 21 april 2010
zaak/rolnr.: 364364 CV EXPL 10-208
typ.: AP
De kantonrechter van de locatie Sittard-Geleen heeft het navolgende vonnis gewezen
inzake
de besloten vennootschap ESSENT RETAIL ENERGIE BV
gevestigd en kantoorhoudende te ‘s-Hertogenbosch,
gemachtigde: J.L.G. Jeukens, R.H.A. Buttolo en W. Drooghaag
eisende partij,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
procederende in persoon
gedaagde partij.
Partijen worden hierna genoemd: Retail en [gedaagde].
1. Het procesverloop
Recht wordt gedaan op de navolgende door partijen gewisselde stukken:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
.
Daarna heef t de kantonrechter vonnis bepaald waarvan de uitspraak is bepaald op heden.
De inhoud van alle stukken geldt als hier ingelast.
2. De vorderingen
Retail vordert bij dagvaarding, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van EUR 819,61 vermeerderd met de wettelijke rente over EUR 574,94 vanaf 20 januari 2010 tot de dag der algehele voldoening onder veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
Voor de stellingen en onderbouwing daarvan verwijst de kantonrechter naar de stukken.
[gedaagde] betwist de vordering. Voor de weren en de onderbouwing daarvan verwijst de kantonrechter naar de stukken.
3. De beoordeling
3.1 Het exploot van dagvaarding is uitgebracht door Retail en de stellingen en de vordering noemen Retail ook telkens als partij. Bij conclusie van repliek stelt eiser zich op het standpunt dat dit exploot onjuist is en dat de besloten vennootschap Enexis BV, rechtsopvolgster van de besloten vennootschap Essent Netwerk BV, de vordering zou toekomen.
3.2 De kantonrechter stelt allereerst vast dat het onjuist duiden van de eisende partij bij exploot van dagvaarding een gebrek is dat met nietigheid is bedreigd. Een beroep op deze nietigheid is echter door [gedaagde] niet gedaan zodat de kantonrechter hieraan voorbij dient te gaan.
3.3 De kantonrechter stelt vervolgens vast dat het gebrek dat nietigheid met zich brengt in beginsel hersteld kan worden door het tijdig uitbrengen van een herstelexploot. Dit is niet gebeurd. Het noemen van het gebrek bij repliek hersteld dit gebrek niet.
3.4 Het vorenstaande brengt met zich dat geen wijziging is gebracht in de procespartijen door de enkele mededeling bij repliek. De zaak dient derhalve beoordeeld te worden aan de hand van het bij dagvaarding gepretendeerde vorderingsrecht van Retail. Op basis van hetgeen door de eiser bij repliek is aangevoerd komt Retail echter geen vorderingsrecht toe en is deze stelling door eiser ook verlaten.
Door eiser is dan ook niet danwel onvoldoende gesteld om tot toewijzing van de vordering te komen. Het gevorderde dient te worden afgewezen.
3.5 Retail dient als de in het ongelijk gestelde partij in beginsel te worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde]. Nu niet gesteld of gebleken is dat dergelijke kosten zich voordoen blijft dit achterwege.
4. Beslissing:
De kantonrechter
4.1. wijst het gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piette, kantonrechter, en ter openbare civiele terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken.