ECLI:NL:RBMAA:2010:BO7652

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
11 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
393494 EJ VERZ 10-5708
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.M.A.F. Coenegracht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen en verandering van omstandigheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 11 november 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Conferentiecentrum Vaeshartelt B.V. en de werknemer, aangeduid als [verweerder]. Het verzoek tot ontbinding werd ingediend door Vaeshartelt op 22 september 2010, met als reden gewichtige omstandigheden die de voortzetting van de arbeidsovereenkomst onmogelijk maakten. Tijdens de zitting op 4 november 2010 werd het verzoek door Vaeshartelt gewijzigd van een voorwaardelijk naar een onvoorwaardelijk ontbindingsverzoek.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een verandering in de omstandigheden heeft plaatsgevonden die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. Er was een verschil van inzicht tussen partijen over de uitvoering van de werkzaamheden door [verweerder], wat leidde tot de conclusie dat verdere samenwerking niet mogelijk was. De kantonrechter oordeelde dat er geen doorslaggevend verwijt aan een van de partijen kon worden gemaakt, maar dat de omstandigheden zodanig waren dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst billijk was.

De arbeidsovereenkomst is ontbonden met ingang van 1 januari 2011. Gezien de duur van het dienstverband en het feit dat [verweerder] sinds 6 september 2010 geen werkzaamheden meer had verricht, werd er geen vergoeding toegekend. Tevens werd er een bedrag van € 750,00 netto ingehouden op het laatste maandsalaris van [verweerder] ter compensatie van zaaksbeschadiging. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
zaaknr: 393494 EJ VERZ 10-5708
typ: mh
coll: mh
beschikking van 11 november 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap CONFERENTIECENTRUM VAESHARTELT B.V,
gevestigd te [plaats],
verzoekende partij,
hierna te noemen: Vaeshartelt,
gemachtigde: mr. L.H. Haarsma, advocaat te Tynaarlo
tegen
[verweerder],
wonend te [woonplaats],
verwerende partij,
hierna te noemen: [verweerder],
gemachtigde: mr. J. Schepers, advocaat te Maastricht.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Op 22 september 2010 is ter griffie binnengekomen een verzoekschrift van Vaeshartelt strekkend tot voorwaardelijke ontbinding van de tussen haar als werkgeefster en [verweerder] als werknemer bestaande arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen. Op 1 november 2010 is van de zijde van Notermans een verweerschrift ingekomen.
Partijen zijn gehoord ter terechtzitting van 4 november 2010. Van het aldaar verhandelde heeft de griffier schriftelijk aantekening gehouden.
Vervolgens is de uitspraak van de beschikking bepaald op heden.
MOTIVERING
Vaeshartelt verzoekt – na wijziging ter zitting van haar voorwaardelijke ontbindingsverzoek in een onvoorwaardelijk ontbindingsverzoek – de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] wegens gewichtige redenen bestaande in een zodanige verandering van omstandigheden, dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd dient te eindigen. Ter staving van haar verzoek voert Vaeshartelt – kort weergegeven – aan, dat als gevolg van een tussen partijen gerezen verschil van inzicht over de wijze waarop [verweerder] zijn taak bij Vaeshartelt dient uit te oefenen, een verdere samenwerking niet langer mogelijk is.
[verweerder] heeft tegen toewijzing van dat verzoek gemotiveerd verweer gevoerd. Niettemin is door [verweerder] erkend dat verdere samenwerking tussen partijen problematisch zal zijn.
Uit hetgeen in de stukken is gesteld en ter zitting naar voren is gebracht is duidelijk gebleken dat het onderhavige verzoek niets van doen heeft met de arbeidsongeschiktheid van [verweerder] en geen verband houdt met enig opzegverbod.
Zonder dat kan worden vastgesteld dat aan een van de partijen daarvan een doorslaggevend verwijt kan worden gemaakt, is de kantonrechter van oordeel dat uit de stukken en de daarop ter zitting gegeven toelichtingen voldoende aannemelijk is geworden dat sprake is van een verandering in de omstandigheden die tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst dient te leiden.
De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst ontbinden met ingang van 1 januari 2011.
Gelet op de duur van het dienstverband en de omstandigheid dat [verweerder] sinds
6 september 2010 geen werkzaamheden meer heeft verricht zal aan [verweerder] geen vergoeding worden toegekend. Een bedrag van € 750,00 netto zal worden ingehouden op het laatste maandsalaris van [verweerder] ter vergoeding van zaaksbeschadiging. Partijen zijn overeengekomen dat er geen afrekening zal plaatsvinden van nog op te nemen vakantiedagen.
De kantonrechter acht termen aanwezig de proceskosten te compenseren in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
BESLISSING
Ontbindt de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2011.
Compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Aldus gewezen door mr. J.M.A.F. Coenegracht, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.