ECLI:NL:RBMAA:2010:BO8130
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van een gentlemen agreement inzake planschadevergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 8 december 2010 uitspraak gedaan over de nietigheid van een zogenaamde 'gentlemen agreement' tussen een particulier, aangeduid als [Eiser], en de gemeente Beek. De overeenkomst, gesloten op 18 oktober 2003, hield in dat de gemeente zou meewerken aan een bestemmingsplanwijziging, waarbij [Eiser] de aansprakelijkheid voor eventuele planschadeclaims zou overnemen. De rechtbank oordeelde dat dit beding in strijd is met de openbare orde en derhalve nietig is, zoals eerder bevestigd door de Hoge Raad in zijn arresten van 2 mei 2003 en 6 januari 2006. De rechtbank stelde vast dat de overeenkomst nietig was, omdat het beding niet geldig was en de bezwaren tegen de geldigheid van dergelijke afspraken zich ook verzetten tegen uitzonderingen voor gevallen waarin een wijziging voornamelijk een particulier belang dient.
De rechtbank overwoog verder dat de nietigheid van de overeenkomst ook gevolgen had voor de door [Eiser] aan de gemeente betaalde bedragen. De rechtbank concludeerde dat de betaling van € 33.000,- door [Eiser] aan de gemeente onverschuldigd was, maar dat de omstandigheden zodanig waren dat het beroep op onverschuldigde betaling door [Eiser] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was. De rechtbank weigerde de vordering van [Eiser] tot terugbetaling van de planschadevergoeding, omdat dit zou leiden tot onevenredige lasten voor de gemeente en onterecht voordeel voor [Eiser].
De rechtbank verklaarde de overeenkomst van 18 oktober 2003 nietig en veroordeelde [Eiser] in de proceskosten aan de zijde van de gemeente, begroot op € 1.580,-. De beslissing was uitvoerbaar bij voorraad, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.