ECLI:NL:RBMAA:2010:BO8945
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schadestaatprocedure inzake aansprakelijkheid werkgever voor letselschade en schadevergoeding
In deze zaak gaat het om een schadestaatprocedure waarin de Rechtbank Maastricht op 15 december 2010 uitspraak doet over de vordering van [eiser] tegen de besloten vennootschap Soft Drink International BV (SDI). [eiser] heeft in een eerdere procedure SDI aansprakelijk gesteld op grond van artikel 7:658 BW voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van zijn werkzaamheden voor SDI, waarbij hij een dubbelzijdig piramidaal syndroom heeft opgelopen door blootstelling aan neurotoxische stoffen. De rechtbank moet nu vaststellen welk bedrag SDI aan [eiser] moet betalen. De vordering omvat onder andere schadevergoeding voor verlies aan arbeidsvermogen, kosten voor aangepast schoeisel, een invalidenparkeerkaart, en smartengeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat SDI aansprakelijk is voor de schade en dat de vordering van [eiser] grotendeels toewijsbaar is. De rechtbank oordeelt dat de deskundige voldoende onderbouwd heeft dat de carrièremogelijkheden van [eiser] beperkt waren en dat hij niet in staat zou zijn geweest om zijn functie als hoofd technische dienst uit te oefenen. De rechtbank wijst de vordering tot schadevergoeding toe, inclusief de wettelijke rente vanaf de relevante data. De rechtbank veroordeelt SDI tot betaling van een totaalbedrag aan schadevergoeding, inclusief smartengeld, en bepaalt dat de door SDI betaalde voorschotten in mindering worden gebracht op de gevorderde bedragen. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad en SDI wordt veroordeeld in de proceskosten.