ECLI:NL:RBMAA:2010:BQ3839
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.W.A. van den Berg
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding na voorlopige hechtenis
Op 4 juni 2010 heeft de Rechtbank Maastricht uitspraak gedaan in een verzoekschrift ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door de verzoeker, die schadevergoeding eiste van de Staat voor de schade die hij zou hebben geleden door ondergane verzekering en voorlopige hechtenis. De verzoeker, die in Sittard woonde, had van 3 december 2009 tot 13 januari 2010 in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, in totaal 41 dagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de strafzaak tegen de verzoeker is geseponeerd, en dat hij geen straf of maatregel opgelegd heeft gekregen. De verzoeker heeft een schadevergoeding van € 3325,00 gevraagd voor de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, en daarnaast een materiële schadevergoeding van € 851,60, omdat zijn uitkering ingevolge de Wet Werk en Bijstand was stopgezet tijdens zijn detentie.
De rechtbank heeft de verzoeker in zijn verzoek om schadevergoeding gedeeltelijk in het gelijk gesteld. De rechtbank oordeelde dat er gronden van billijkheid aanwezig waren om een schadevergoeding toe te kennen voor de tijd die de verzoeker in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft de gebruikelijke vergoeding van € 80,00 per dag voor de dagen in voorlopige hechtenis toegekend, en € 105,00 per dag voor de dagen in politiecel. De totale schadevergoeding die aan de verzoeker is toegekend, bedraagt € 3891,00, inclusief de materiële schadevergoeding, na toepassing van een korting van € 50,00 per week vanwege besparingen in kosten tijdens zijn detentie.
De rechtbank heeft het anders of meer verzochte afgewezen. De beslissing is genomen door mr. E.W.A. van den Berg, rechter, in aanwezigheid van mr. L. Berkers, griffier, en is uitgesproken in openbare raadkamer.